Wordt er gerotzooid met het tijdruimtecontinuüm? Tikt de klok sneller dan vroeger? Ieder volgend jaar lijkt weer iets rapper te passeren dan het vorige. Bovendien: deze rubriek verschijnt normaliter op dinsdag. Ik wil niet vervelend doen, maar het is nog geen dinsdag. Toch?
Tijd heeft een dusdanige sneltreinvaart aangenomen dat ik het verloop amper kan bijbenen. Het idee dat het jaar 2022 slechts tweeënhalve maand van ons is verwijderd gaat mij de pet te boven. Voor mijn gevoel zit 2011 er nét op, terwijl we al tien jaar verder zijn.
Qua persoonlijke ontwikkeling was twintig-elf een belangrijk jaar. Mijn leven stond dat jaar in het teken van politiek, sociaalmaatschappelijke keuzes en bovenal sterfelijkheid. Meermaals werd ik geconfronteerd met een tragisch sterfgeval. Eén daarvan betrof mijn grote held, mijn enige echte idool. Dan Wheldon.
American Dream
De adoratie voor Wheldon ging ver, liep als rode draad door mijn tienerjaren. Het begon tijdens de Indy 500 van 2003. Wheldon stond aan het vertrek als rookie, maar reed rond alsof-ie al jaren kind aan huis was. Angst kende hij niet, eerbied was ver te zoeken. Vedetten werden met ellebogenwerk aan de kant gezet, de ultragave bijnaam Lionheart – naar de dappere Britse koning Richard de Eerste, alias Leeuwenhart – waarmakend. Finishen deed Wheldon trouwens niet, hij eindigde zoals-ie reed. Spectaculair. In dit geval ondersteboven.
Wheldon was een Brit die naar de Verenigde Staten verkaste toen de weg in Europa doodliep. Tegenwoordig logisch, destijds bijzonder. In het thuisland had Wheldon de kneepjes van het vak op de kartbaan geleerd, tegen toppers als Jenson Button en Justin Wilson. Klein probleem: in Amerika moest-ie pardoes op ovals racen, tegen gasten die niet anders wisten dan volgas linksaf.
Dankzij honger, leergierigheid en ongehoorde bewijsdrang knokte DW zich vliegensvlug naar de top. Twee jaar na het memorabele Indy-debuut noemden nota bene de Amerikanen hem al ovalspecialist. Wheldon won in 2005 zowel de Indianapolis 500 als het IndyCar-kampioenschap, om uit te groeien tot de Europese belichaming van de American Dream.
Hagelwit
Ook naast de baan blonk-ie uit. Letterlijk: de tandenrij kleurde na iedere zege iets verder richting de RAL-tint die bekend staat als hagelwit. Fans liepen weg met de benaderbare snelheidsduivel, zijn stralende lach – vanwege tandbleekbehandelingen omgedoopt tot million dollar smile – goede looks, smetteloze schoentjes en de kenmerkende witte zonnebril.
Ik wilde zijn zoals Danny Boy. Bestudeerde hem aandachtig en kopieerde details. Dezelfde kwak gel in het haar, dezelfde witte zonnebril. Flink tandenpoetsen. Als ik Wheldons coolheid kon imiteren, zou ik misschien zelf ook wel cool worden. Met het volwassen denkvermogen van nu herken ik de voedingsbodem van die adoratie: we deelden karaktertrekken. Ik zag in hem een soort onbereikbare, grote broer. Zoals ik zelf ijdel met een neiging naar arrogantie, stiekem het piepkleine hartje maskerend. Op het bot gedreven en obsessief doelbewust, doch slechts renderend binnen de grenzen van een klein, afgebakend gebied.
Op het asfalt werd het na successeizoen 2005 moeilijker. Hoogsensitiviteit kwam aan het licht. Magie vond enkel plaats in de juiste wagen, op het juiste moment, op het juiste circuit. De zeilen pakten niet continu wind, na het fijne verblijf bij Andretti vormden Ganassi en Panther geen maatpak. Mijn idool werd werkloos, moest voor 2011 met de pet rond voor een parttimezitje.
Kansloos
Als bijgeloof verwachtte ik na succes van Wheldon aanstaand persoonlijk geluk. Wat uitkwam – tuurlijk, als je focust op manifestatie, zal het plaatsvinden. Vanwege de contractloosheid van Wheldon hield ik voor 2011 mijn hart vast, maar na diens onwaarschijnlijke tweede Indy 500-zege, nota bene als gastrijder, was ik koning te rijk.
Tot de zestiende van oktober. Zes weken voor ik voor de wet volwassen werd, eindigde het leven van mijn tieneridool. Voor een gastrace in Las Vegas moest Wheldon het te korte asfaltlint delen met drieëndertig collega's. Het kón niet goed gaan. Cunningham ging dwars, Hildebrand klapte er tegenaan en de hel brak los. Vuurspuwende wagens, rondvliegende brokstukken – vijftien wagens werden verpulverd als glaswerk dat tegen een muur uiteenspat.
"It looks like Dan Wheldon may be involved in it..." Wheldon was kansloos. Dead on arrival in het hospitaal. Ik kan me de hartverscheurende schok voor de geest halen als ware het gisteren. Bizar dat het vandaag al tien jaar geleden is. Tijd is voorbij gevlogen, al staat het altijd even stil als ik aan DW denk. Lionheart forever.
René Oudman
Reacties (9)
Login om te reagerenMWHT
Posts: 5.049
mooi stuk, Rene!
Numnum
Posts: 4.863
Mooi om te lezen
schwantz34
Posts: 39.029
Wheldone René!
Mugello
Posts: 1.228
Bizar ongeluk op dat Nascar-baantje....
Freek-Willem
Posts: 5.511
Mooi om te lezen. En ook niet erg dat je hem iets eerder dan dinsdag plaats Rene.
Evert van der Pick
Posts: 6.123
Ik vind het ook een mooi verhaal maar het had net zo goed over tennis kunnen gaan.
Het heeft immers niks met Formule1 van doen.
Dit neemt echter niet weg dat het verschrikkelijk tragedie was die veel impact had op de gehele racerij.
(Okay, dat was misschien je link met de F1)
Overigens zijn je columns altijd een genot om te lezen vanwege je unieke woordkeuze en persoonlijke verhaallijn.
Nico31
Posts: 285
Mooi verhaal! Top gedaan René
Ouw-sjagerijn
Posts: 15.819
Van dat kart ploegje is alleen Jenson nog over.
Remedy81
Posts: 5.886
Mooi geschreven René, dit is wat een column hoort te zijn een stuk uit je hart.
Ik had niet die adoratie for Danny boy maar het verhaal van 2011 was wel zo hartverscheurend met zijn overwinning op Indy en daardoor de echt Amerikaanse one miljoen dollar race. Starten als laatste en als je wint de geldprijs krijgen….