In de vallei van het Massif Central, tussen de gespleten vulkanische rotsen, rijzend boven de vruchtbare delta van de Auvergne, liggen de twee stadsdelen Clermont en Montferrand. Gezamenlijk de hoofdstad van de streek, vaandeldragers van het 63ste departement Puy de Dôme en sinds de 19de eeuw beter bekend als Clermont-Ferrand. In 52 v.Chr nog het strijdtoneel van Julius Caesar en de Visigotische barbaren, strijdend bij de slag van Gergoria, later een uit lavasteen opgetrokken geïndustrialiseerde stad waar de gebroeders Michelin hun rubberfabriek begonnen en Lolo Ferrari haar wieg had staan. Vier maal in de geschiedenis van de stad zijn de inwoners opgeschrikt door het brullende geluid van Formule 1-motoren, waarbij de strak aangesneden bochten van de openbare weg de lavastenen deden opspringen en de banden lek sneden. Daar waar de hoge snelheden en de slingerende bochten langs de rotswanden van Puy de Cherrand en Puy de Gravenoire sommige coureurs met open helm deden rijden om zomaar opkomende maaginhoud efficiënt te kunnen verwijderen. De 'kleine Nürburgring', 8 kilometer lang met 51 bochten waar alleen zij die zich onsterfelijk achtten het snelst rondgingen; voor de autosportliefhebber staat Clermont-Ferrand beter bekend om haar Circuit de Charade/Louis Rosier.
Frankrijk stond nog vóór de Eerste Wereldoorlog bekend als het speelterrein van alle machines die gebouwd werden voor snelheid. Waar zij eerst nog over zanderige wegen en modderpaden van dorp naar dorp scheurden - te denken valt aan de eerste versies van Le Mans - ging men na de Tweede Wereldoorlog gebruik maken van de verbeterde infrastructuur en organiseerde men de openbare wegen op een dusdanige manier dat er races gehouden konden worden. Deze manier van racen werd zo populair dat iedere stad in Frankrijk wel een circuit had. Le Mans, Calais, Rouen en Reims zijn hier voorbeelden van. De eerste plannen om een circuit rond de Puy de Dôme te creëren stammen al uit 1908. In 1955 kwam het plan op tafel om een stratenrace te houden door Clermont-Ferrand, maar door het huiveringwekkende ongeluk tijdens de 24 uur van Le Mans in datzelfde jaar werd dit idee van tafel geveegd. De Franse autosportfederatie zette Jean Auchataire van de Association Sportive l'Automobile Club d'Auvergne (ASACA) in de daaropvolgende jaren aan het werk om een openbare weg langs de Puy de Charade en de Puy de Gravenoire klaar te maken voor racen en liet daarbij een pitstraat aanleggen inclusief tribunes, start grid en twee bochten om het circuit met de openbare weg te verbinden.
De eerste race werd verreden in 1958. De LM-GT klasse startte dat jaar een drie-uursrace waar men streed om de Tropheés d'Auvergne, welke gewonnen werd door Innes Ireland in een 1100cc Lotus Eleven. In 1959 nam Stirling Moss deel aan een Formule 2-race op het circuit en was zeer onder de indruk: "I don't know a more wonderful track than Charade." Ik heb de overtuiging dat Moss hier gelijk in had. Bij de vele filmpjes die het internet circuleren is te zien hoe de weg langs de vulkaan kronkelt en de apex van de bochten diep liggen. Je duikt er neusdiep in, naar rechts, geen onderstuur, hard accelereren alvorens de volgende curve de auto naar links doet duiken. Je verplaatst je gewicht, je stuurt messcherp in. Bij de apex ligt je maag op de stoel. Het wegdek wijst naar de hemel, tien procent stijgingspercentage terwijl de 1500cc Coventry Climax V8 in je oren brult met 8000 toeren per minuut. Twintig seconden achter gilt de V8 BRM van Jackie Stewart je achterna. De V12 en V8 Ferrari's komen niet aan bod. John Surtees ligt al bijna een ronde achter en Lorenzo Bandini, als derde gekwalificeerd, vergaloppeerde zich vier ronden voor het einde van de race nadat teammanager Eugenio Dragoni hem verzocht sneller te rijden om een ijzersterke Dennis Hulme bij te halen. De laatste bochtencombinatie doemt op, begint bij de Tetre de Thèdes waarna je de auto naar beneden laat duiken op weg naar de parabolique, de bocht die je terug de arena in brengt. Na 322 kilometer, gemiddeld 133,69 kilometer per uur, onder de goedkeurende blik van de Franse president Pompidou, is daar de geblokte vlag. De derde overwinning in vier races.
Bij het zien van de nostalgische beelden waan je jezelf voor eventjes Jim Clark, die in de Lotus 25 de inaugurele grote prijs van Frankrijk op het Circuit de Charade wint voor Jackie Stewart (BRM) en John Surtees (Ferrari). De voorzieningen, hoewel nieuw, waren niet geheel toereikend. De paddock was niet berekend op de omvang van het Formule 1-circus en de verwante media. Zo werkten de mecaniciens in de grasvelden onder aan de heuvel aan de auto's, waar sommige delen met simpel afzetlint gescheiden werden van het publiek en werden er betonnen blokken neergezet om te voorkomen dat de brandweer Formule 1-wagens uit de daken van Clermont-Ferrandse herenhuizen moest takelen. Jim Clark won op overtuigende wijze, wat voor een deel te maken had met zijn rijstijl. De ongelooflijk sexy, rollende bochten van Clermont-Ferrand vroegen om een soepele, flamboyante rijstijl. De Formule 1-bolides uit de jaren '60 dansten meer dan ze beten. Jim Clark kon als geen ander dansen met zijn Lotus. De beelden van zijn rit over de vulkanen van de Puy de Dôme zijn ronduit hypnotiserend.
Soepel verliep het weekend niet helemaal voor Jim Clark. Niemand minder dan Yuri Gagarin, de eerst mens in de ruimte (1961) en bezig aan een wereldtournee, was ook in Clermont-Ferrand en nodigde hem, zijn vriendin Sally, Colin Chapman en teamgenoot Mike Spence uit voor een diner. Naderhand reden de mannen en vrouw van Lotus terug naar het hotel in hun gehuurde Peugeot toen Chapman de auto in een berm reed. Clark werd van de achterbank naar de voorstoel gelanceerd. Zijn vriendin had haar hoofd gestoten en bloedde lichtjes, waarop Clark bij het aanzien daarvan flauw viel. Chapman had zijn duim geblesseerd terwijl Mike Spence er heelhuids van af kwam. Clark was vooral ontsteld over de staat van zijn nette pak. Het weekend kon gewoon doorgaan. Clark kwam tijdens de vrije training langs de kant te staan, maar kon bij Surtees achter op zijn Ferrari springen om een lift terug naar de pits te krijgen. Zo blijkt de lift-terug-naar-de-pits-voorstelling tijdloos te zijn. Althans, velen zouden Clark volgen. In de kwalificatie en de race was hij oppermachtig. Sowieso was Clark in het seizoen van 1965 ongenaakbaar, wat resulteerde in zijn tweede en tevens laatste wereldtitel.
Circuit de Charade is nog driemaal langsgekomen op de Formule 1-kalender: in '69, '70, en'’72, welke achtereenvolgens gewonnen werd door Jackie Stewart (Matra), Jochen Rindt (Lotus) en nogmaals Jackie Stewart (Tyrell). Vanaf 1973 werd de Grand Prix van Frankrijk verreden op het circuit van Paul Ricard waar ze in 1971 al eens reden. Het Circuit de Charade was te gevaarlijk. Verscheidene ongevallen en een drukkende publieke opinie zorgden ervoor dat men steeds vaker begon af te zien van racen op openbare wegen en circuits die de groeiende snelheid van de bolides niet meer konden incasseren. De lavastenen waar het Circuit de Charade mee bezaaid lag zorgden voor lekke banden en gewonde coureurs. Zo is Jochen Rindt er goed van af gekomen in 1970 terwijl Helmut Marko in 1972 zijn carrière stop moest zetten nadat een steen hem in zijn linkeroog raakte. Die race kende overigens tien lekke banden. In 1988 werd de laatste race gereden op de oude lay-out. Een korter circuit werd verbonden met de al bestaande pitstraat om een permanent circuit te creëren. Echter, door de nabijheid van Clermont-Ferrand mag hier slechts 7 dagen per jaar geracet worden.
Circuit de Charade, een van de parels van de voorbije tijd. Het prachtige Nürburgring-achtige circuit heeft de harten veroverd van velen. Ook vandaag de dag is de erfenis van het circuit nog te vinden in de sportieve chauffeurs die, bewapend met dashcams en go pros, de openbare stukken op snelheid verkennen. Mocht u vrouw en kinderen bij u hebben, geen nood. De Côtes d'Auvergne heeft een uitstekende Pinot Noir. Proost op Jim Clark en hij zal goedkeurend kijken naar de door hem ongetwijfeld geliefde Puy de Dôme.
Reacties (4)
Login om te reagerenGompie
Posts: 4.951
Volgens mij gaat dit artikel dus NIET over de kleine Nürburgring (die sowieso geen enkele historie heeft)!
Nitro McClean
Posts: 633
Ik weet dat Circuit Mont Tremblant Saint Jovite in Canada de bijnaam Little Nürburgring heeft. Soms krijgt een circuit de bijnaam Little Nürburgring als er enige gelijkenis is met de Nordschleife. Dus er zal ook wel iemand zijn die Clermont-Ferrand ooit de kleine Nürburgring heeft genoemd.
@Gompie "de kleine Nürburgring (die sowieso geen enkele historie heeft)!" Welke kleine Nürburgring bedoel jij? Circuit Mont Tremblant heeft wel degelijk historie.
M.Schumi
Posts: 2.113
Weer een mooi stukje historie!
Dutch_GP
Posts: 3
Ik denk dat Gompie het huidige F1 circuit in Nurburg bedoelt, dat circuit heeft idd weinig historie en is naar mijn mening weinig spectaculair.