Historie: Graham Hill special

  • Gepubliceerd op 02 dec 2015 19:30
  • 8
  • Door: Rob Veenstra

Door: Bas Naafs

"You say you want to live to be a hundred. Bluntly, aren't you in the wrong job for this?"

"Well, you know, that's why I want to live to be a hundred!"

Er zijn maar weinig coureurs in de geschiedenis van de autosport geweest die kunnen zeggen dat zij in hun carrière de Triple Crown hebben weten te bemachtigen. Sterker nog, dat is er maar één. Graham Hill, wereldkampioen Formule 1 in 1962 en 1968, winnaar van de Indy 500 in 1966 en winnaar van de 24 uur van Le Mans in 1972. Een ontzagwekkende prestatie die misschien wel het meest onderstreept dat Graham Hill de meest complete coureur van zijn tijd was. Snel, maar niet altijd de snelste. Getalenteerd, maar niet het grootste talent. Vaak de beste, maar lang niet altijd. Explosief, maar altijd voorspelbaar. Professioneel, maar genoeg zelfspot om tijdens een diner zijn broek omlaag te trekken en de tafels af te rennen. Hill reed rustig zijn races, terwijl supertalenten als Clark, Stewart en Rindt hem het vuur aan de schenen legden. Hill liet zich niet gek maken. Hij liep voor de start van iedere Grand Prix even langs de bolides van zijn concurrenten en trok zo nu en dan theatraal zijn wenkbrauwen van schrik op wanneer hij naar de banden of de ophanging keek, om vervolgens vergenoegzaam weg te huppelen terwijl zijn concurrenten schichtig hun bolides begonnen te controleren. Hill’s bijnaam was Mister Monaco. Vijfmaal wist Hill de race door de straten van het prinsdom te winnen. Het was zijn pièce de résistance, het podium waarop hij kon laten zien altijd in perfecte harmonie te leven tussen de snelheid van zijn wagen en de onderdelen die het op de weg hielden. Wanneer hij te voet de tocht van het Hotel de Paris naar de paddock maakte hing het halve prinsdom over de balkons van hun appartementen om de Brit toe te juichen. Hill heeft 179 Grands Prix gereden, verdeeld over maar liefst achttien seizoenen. Hij heeft het bloederigste tijdperk van de sport overwonnen. Het was hem gegund om 100 jaar oud te worden. Helaas kwam Hill op 29 november 1975 om het leven toen zijn vliegtuigje crashte tijdens een landing in dichte mist. Afgelopen zondag precies 40 jaar geleden. Vandaag een special over één van de grootste ambassadeurs van de Britse autosport.

Van mecanicien naar coureur

Norman Graham Hill werd geboren in Hampstead, Londen in 1929. Hij attendeerde de technische vakschool en werkte als klokkenmaker voor hij in dienst trad van de Royal Navy. Daar werd Hill geplaatst op een pantserkruiser waar hij als technicus - gespecialiseerd in artillerie - zijn dienstverband doorliep. In 1954 ging Hill in op een advertentie van een race-club gesitueerd in Brands Hatch waar men voor vijf shilling een rondje in een Cooper 500 mocht rijden. Hill betaalde voor vier rondjes en raakte direct verslaafd aan de sport. Met zijn technische capaciteiten wist hij een plek te veroveren tussen de mecaniciens van Chapman's Team Lotus. Nog nooit had Hill een race gereden; nog nooit had hij competitief kunnen strijden op een circuit, maar plots stond hij in 1958 in een Lotus-Climax aan de start van de Grand Prix van Monaco. In 1975 vertelt Hill over zijn eerste race:  "I was sitting there on the start line, wondering what was going to happen (…) so I just rounded up to six thousand revs per minute. I sat there looking at the start grid, he dropped the flag, I slipped my foot off the clutch and I went up the road like a rocket!" De interviewer en het publiek beginnen te lachen terwijl Hill zijn snor weer vlak streek en de interviewer strak aankeek: "But I was in the lead, wasn't I?!" Inderdaad, hij reed aan de leiding. Helaas brak de aandrijfas van zijn Lotus-Climax en Hill's eerste Grand Prix kwam vroegtijdig tot zijn eind. De Grand Prix van Monaco was tevens het debuut van niemand minder dan Bernie Ecclestone. Hij schreef zich in met een Connaught-Alta. Hij kwalificeerde zich niet, probeerde het later tevergeefs in de Britse Grand Prix nogmaals en deed daarna geen moeite meer om als coureur een carrière te beginnen. Ondertussen doorliep Hill ook het seizoen van 1959 met Lotus, maar de technisch onderlegde Hill kwam meer en meer op gespannen voet te staan met Chapman, die klaarblijkelijk geen auto kon bouwen die een volledige racelengte meeging. Snel waren de Lotussen wel, maar allerminst betrouwbaar. In 1960 maakte Hill de overstap naar BRM. Ironisch genoeg zorgde dit gebrek aan betrouwbaarheid ervoor dat Jim Clark in 1962 het wereldkampioenschap aan Hill –nu rijdend voor BRM- verloor toen zijn Lotus in de laatste Grand Prix vanuit leidende positie stil viel.

Hill, Stewart en een groepje nonnen

Tijdens de Grand Prix van België op Spa-Francorchamps kwam het water luttele seconden na de start met bakken uit de hemel. Van de vijftien auto's die startten, kwamen er maar acht de eerste ronde door. Een waar slagveld. Jo Bonnier schoof van de baan en bracht zijn Cooper-Maserati enkele centimeters vóór de rand van een viaduct tot stilstand. Zijn zware Maserati V12 balanceerde de cockpit van de Cooper die al over de rand hing. Samen met de eveneens gecrashte Jo Siffert en Mike Spence moedigde Bonnier zijn collega's de rest van de race aan in de beschutting van een deurpost. Jackie Stewart beleefde de zwaarste crash van zijn loopbaan. Hij schoof van de baan en dook een greppel in alvorens hij hard botste tegen een stenen zuil van een boerderij. De klap had de cockpit van zijn BRM geknakt en Stewart zat muurvast terwijl de gescheurde brandstoftank hem in licht ontvlambare kerosine dompelde. Graham Hill verloor de macht over zijn BRM op dezelfde plek als waar het Stewart overkwam. Graham kon zijn race vervolgen, maar deed dit niet. "I started looking for the gear lever and as I looked down I was like 'bugger me, that's Jackie down there! In a car! Good God, that doesn't look so good.' (…) So I jumped out of the car and he was trapped." Teamgenoot Bob Bondurant schoot na eveneens te zijn gecrasht ook te hulp. Stewart zat muurvast onder zijn stuur. In de geparkeerde auto van een toeschouwer vonden de BRM collega's een gereedschapskist waaruit ze de juiste steeksleutel vonden om het stuur los te maken. Na 25 minuten hadden ze Stewart bevrijd. Het gevaar was echter nog niet geweken. De overall van Stewart was volgezogen met kerosine en de stof beet in zijn huid. Hill stond erop dat Stewart al zijn kleren uittrok. Stewart werd naakt in een geparkeerd busje gelegd terwijl Hill assistentie verleende. Een groepje nonnen van een nabijgelegen abdij had gehoord van het ongeluk en kwam kijken of er wellicht verzorging nodig was. De drie nonnen keken hun ogen uit toen ze een naakte Stewart in een busje zagen liggen met naast hem een ernstig serieus kijkende Hill met zijn duivelse snorretje en strak achterover gekamde haarcoup. "Poor, old injured racing driver being taken advantage of", herinnert Stewart zich met een glimlach. Stewart had zijn leven aan Hill te danken.

Obsessief

Lees verder op de volledige siteHill was een meedogenloze coureur. Niet zozeer in zijn gedrag op de baan, maar in zijn gedrag in de garage. Hij hield notities bij van iedere race en test, waarin hij de afstellingen documenteerde en de eigenschappen van zijn bolide op verschillende punten van het betreffende circuit opschreef. Hier viel hij zijn monteurs continue mee lastig, de auto moest immers afgesteld worden zoals hij het wilde, zelfs toen Colin Chapman zijn teambaas was. Volgens sommige gepensioneerde monteurs die met Hill hebben samen gewerkt was het van tijd tot tijd onmogelijk om Hill enigszins tevreden te krijgen. Tegen het einde van zijn carrière, toen hij de 40 al gepasseerd was, bleef hij extreem competitief en weigerde er zomaar een punt achter te zetten. Als het moest ging hij over lijken om zijn doel te verwezenlijken. Met het winnen van Le Mans in 1972 liet hij zien nog over genoeg snelheid te beschikken en toen geen enkel team Hill een stoeltje aan wilde bieden, is hij zelf maar een team op gaan richten: Embassy Racing. Echter, als geen ander wist Hill zijn werk van zijn privéleven te onderscheiden. In een tijd waarin een Formule 1-coureur een van dichtbij gevolgd personage was, wiens gezicht het lokale suffertje tot de internationale bladen beplakte, wist Hill uitstekend zijn bijna obsessieve karakter links te laten liggen zodra de camera's begonnen te draaien. Jackie Stewart vond dit een bijna enge eigenschap. Het ene moment liep je giechelend met Hill door de paddock terwijl journalisten naar de laatste weetjes aan het hengelen waren, het volgende moment ging hij achter de schermen tekeer tegen zijn monteurs die achter op schema liepen. Als je besluit op YouTube te gaan kijken naar het beste van Graham Hill, die bijvoorbeeld een grapje vertelt bij een diner of lachend terug naar de pits loopt na uitgevallen te zijn, let wel op dat er achter die perfect getrimde snor een snoeiharde doch enigmatische zakenman schuil ging.

Hill voor de camera's

Wanneer Hill dan wel voor de camera's verscheen, was het ook direct een feest. In BBC's Sports Personality of the Year-show kwamen Hill en Stewart zo nu en dan langs als double act. In 1969 interviewde Hill de kersverse wereldkampioen Stewart met de vraag waar hij tekort was gekomen door ‘maar’ zes van de elf races te winnen –wat Hill bestempelde als ‘er met de pet naar gooien’- terwijl het record op zeven stond (Jim Clark in 1963). Stewart kijkt verward naar het lachende publiek terwijl hij met blozende wangen nadenkt, "I don't think that is a fair question." In een ander programma vraagt de interviewer aan Hill of hij ooit dingen doet die heel persoonlijk zijn en waar wij niets van weten. Hill kijkt met een stalen gezicht naar de interviewer, "What, wanking you mean? Or something like that?" Een brede grijns verschijnt op zijn gezicht terwijl de interviewer in lachen uitbarst. Motor Racing magazine plaatste Hill op de titelpagina van hun Monaco special waar Hill in smoking in een casino staat met vijf Playboy Playmates om zich heen terwijl hij aan het 'oefenen is voor de Grand Prix van Monaco'. Hij was gek op de dames, en de dames waren gek op hem. Volgens zijn zoon Damon kwam dat door de snor, "My dad slotted into this image of a cad [gentleman] kind of British person who could be a charmer one minute, and the next minute standing on the table dropping his pants." Kunstenaar en vriend David Wynne beaamt Damon's visie, "He had a keen eye for the ladies. That's not only fair, it's dead on the mark! He was the man."

Graham Hill heeft zijn zoon Damon nooit wereldkampion zien worden en dat is zonde. De twee generaties Hill gelden nog steeds als enige vader-zoon combinatie die een Formule 1 wereldtitel heeft weten te winnen. Helaas mocht dit met vader en zoon Villeneuve niet gebeuren. Wie weet waar Mick Schumacher in de toekomst toe in staat zal zijn. Graham Hill was 46 jaar oud toen hij in 1975 kwam te overlijden. Hij geldt nog steeds als één van de belangrijkste ambassadeurs van de Britse autosport en is onderscheiden met de Order of the British Empire. Veel van de informatie voor dit artikel is gekomen uit de BBC documentaire 'Driven' uit 2008. De docu vertelt over het leven van Graham Hill. Een absolute aanrader.

Reacties (8)

Login om te reageren
  • Absolute credits voor auteur Bas Naafs die deze categorie (Historie) tot het absoluut beste topic brengt hier op de site. De auteur laat zien kennis van zaken te hebben, enorm open en eerlijk te kunnen schrijven en vooral de aard van het onderwerp (Historie) precies zo te brengen dat je er al weer naar uit kijkt wat er volgende keer komt. Respect !

    • + 4
    • 2 dec 2015 - 19:54
    • Calvinh

      Posts: 2.263

      Dit artikel is inderdaad fantastisch!

      • + 0
      • 2 dec 2015 - 21:49
    • Inderdaad! Niets aan toe te voegen, schitterende column!

      • + 0
      • 2 dec 2015 - 22:32
  • Caramba

    Posts: 5.786

    Weer zo'n pareltje uit een oude kist op een stoffige zolder. In die tijd was het helemaal niet vreemd om als coureur je eigen team te beginnen: Fittipaldi, Surtees, Merzario om een paar namen te noemen, maar Graham Hill had het meest uitzicht op succes, niet in de laatste plaats door het aantrekken van de getalenteerde Tony Brise die in zijn derde race al 6e werd. Helaas kwam die ook om bij dat ongeluk. Uit de restanten van het team is nog geprobeerd een Nederlands F1 team op te zetten, zonder succes overigens.

    • + 0
    • 3 dec 2015 - 01:01
  • Wellicht een idee om dit soort historische verhalen ergens op een aparte pagina terug te laten komen zodat iedereen ze makkelijk terug kan vinden?

    • + 0
    • 3 dec 2015 - 03:07
    • Op Youtube kun je er pak van deze tervinden

      • + 0
      • 3 dec 2015 - 10:17
    • Ik doelde op de geschreven stukjes van f1today

      • + 0
      • 3 dec 2015 - 23:18
  • Wat een top periode was dit

    • + 0
    • 3 dec 2015 - 10:16

Gerelateerd nieuws