FIA hanteert mildere aanpak voor naleving van regels

Wanneer is er voor het laatst een team aangepakt voor het overtreden van de regels? Dat vroeg Auto Motor und Sport zichzelf af. Het antwoord is Abu Dhabi 2014, waar beide auto's van Red Bull Racing vanuit de pitstraat moesten starten omdat hun voorvleugels te flexibel waren. Sindsdien is het relatief rustig. Geen straffen of diskwalificaties meer, terwijl de teams toch echt niet minder de grenzen van het toelaatbare opzoeken.

De internationale autosportbond FIA hanteert echter een veel mildere aanpak dan voorheen. Dat is dit seizoen wel weer gebleken. De federatie had strenger in kunnen grijpen tegen de illegale brandstofmengsels, de beweegbare bodemplaat van Ferrari of de buigende voorvleugel van Red Bull Racing. Dat deed de FIA niet. In plaats daarvan deelt het waarschuwingen uit waarna de teams in kwestie de tijd krijgen om de boel aan te passen.

De federatie is meer dan ooit afhankelijk van de informatie van de deelnemers of lobbyende teams om bewijslast tegen een bepaalde renstal te vergaren. Door die afhankelijkheid van klokkenluiders loont een coulantere houding ten aanzien van de teams. De FIA kan medewerking wel vergeten als de deelnemers weten dat ze zelf bij een ontdekt vergrijp direct de sigaar zijn, terwijl de bond de teams juist aan wil moedigen om te innoveren.

Overigens is die aanpak om alleen tikken op de vingers uit te delen een doorn in het oog van de kleinere teams, die niet over de middelen beschikken om eindeloos dingen uit te proberen. Zij kunnen niet zoals de grote teams experimenteren met diverse ontwikkelingen. In de achterhoede moet elke update raak zijn. Een klein team kan zich niet veroorloven iets te ontwikkelen dat mogelijk in de ban gaat en in de prullenbak verdwijnt.