Het is dit jaar tien jaar geleden dat de Formule 1 een veelbewogen seizoen meemaakte. McLaren-coureurs Fernando Alonso en Lewis Hamilton leken met elkaar uit te maken wie de titel voor zich op zou eisen, maar door interne strubbelingen en onderling gekonkel ging Ferrari-rijder Kimi Raikkonen er met het kampioenschap vandoor. Het is nog altijd zijn enige wereldtitel.
Alonso verhuisde in de winter van 2006 op 2007 als tweevoudig kampioen van Renault naar McLaren. De Spanjaard had bij het in Woking gevestigde team gerekend op een voorkeursbehandeling, zeker aangezien hij een rookie in de persoon van Hamilton als teamgenoot kreeg. Niets bleek minder waar; McLaren maakte geen onderscheid en Alonso had zijn handen vol aan die dekselse nieuwkomer.
Hamilton finishte in zijn eerste negen Formule 1-races telkens op het podium en in Canada boekte hij zijn eerste Grand Prix-zege. De prestaties van Alonso fluctueerden meer, met overwinningen in Maleisië en Monaco en zevende plekken in Canada en Frankrijk. Raikkonen was het seizoen voortvarend begonnen met winst in Australië, maar na een uitvalbeurt in Spanje had hij een paar mindere resultaten.
Lees verder op de volledige siteDe bom bij McLaren barstte in Hongarije. Hamilton had een teamorder genegeerd en om hem terug te pakken besloot Alonso hem in de kwalificatie op te houden, waardoor de jonge Brit geen extra run kon doen. Teambaas Ron Dennis smeet woedend zijn koptelefoon weg aan de pitmuur. Na de sessie sprak hij met de trainer van Alonso en de Spanjaard moest op zondagochtend op het matje komen. Dat praatje ging alleen anders dan verwacht.
Het werd geen standje voor Alonso, maar een dreigement voor Dennis. Alonso dreigde om zijn e-mail conversaties met testrijder Pedro de la Rosa en engineer Mike Coughlan in de openbaarheid te gooien. Coughlan had in het diepste geheim vertrouwelijke informatie verkregen van Ferrari-medewerker Nigel Stepney. Alonso zou daarmee naar de FIA stappen als Dennis zijn toon niet zou matigen. De McLaren-teambaas had Max Mosley juist op het hart gedrukt dat er niks aan de hand was.
Een maand later kondigde de FIA toch een onderzoek naar McLaren aan vanwege 'nieuwe bewijzen'. De Britse renstal werd schuldig bevonden, kreeg een hoge boete en werd uit het kampioenschap geschrapt, maar mocht wel blijven racen. Hamilton hield dus de kans om zijn debuutseizoen op te luisteren met een titel, maar intern waren de verhoudingen behoorlijk verstoord. En Raikkonen profiteerde daar optimaal van.
Vanaf Hongarije eindigde de Fin onafgebroken op het podium. Bij McLaren begon Hamilton de druk te voelen, terwijl Alonso zich niet geliefd had gemaakt binnen het team. De Formule 1 arriveerde met drie kanshebbers bij het slotstuk in Brazilië. Hamilton reisde als leider af naar Interlagos. De Brit had 107 punten, vier punten meer dan Alonso en zeven punten meer dan Raikkonen.
Lees verder op de volledige siteHamilton was dus favoriet en hij kwalificeerde zich prima als tweede. In de eerste ronde verloor hij echter posities aan zijn twee rivalen en in bocht 4 belandde hij naast de baan. Vastberaden om het verloren terrein goed te maken trok de Brit ten aanval, maar zijn versnellingsbak haperde en hij viel terug naar de achttiende plek. Hij knokte zich terug naar een zevende plaats, maar dat was niet genoeg.
Ferrari maakte immers de dienst uit en Raikkonen had Felipe Massa als extra verdediging in zijn rug. Alonso kwam er niet aan te pas en finishte op gepaste afstand als derde. Raikkonen zegevierde en scoorde zodoende één punt meer dan zowel Hamilton als Alonso. McLaren greep uiteindelijk dus overal naast, maar waar twee honden vechten om een been…
Reacties (0)
Login om te reageren