Achtergrond: De ontwikkeling van de Formule 1 tussen 2001 en 2018

Fernando Alonso en Kimi Raikkonen zijn in 2018 met afstand de coureurs met de meeste ervaring in de Formule 1. Beide heren debuteerden tijdens de Grand Prix van Australië van 2001 en ze hebben er respectievelijk zestien (Alonso) en vijftien (Raikkonen) seizoenen op zitten. Ze hebben door de jaren heen een hoop zien veranderen in de Formule 1.

Allereerst hebben ze een flink aantal coureurs zien komen en gaan. Alonso en Raikkonen zijn de enige coureurs in op de huidige grid die nog tegen Jos Verstappen hebben gereden in de Formule 1, terwijl ze het nu opnemen tegen zijn zoon Max. Aan het uiterlijk van de auto’s is er veel veranderd, maar ook qua motoren en reglementen zijn de nodige aanpassingen gedaan. Wat is er tussen 2001 en 2018 echter anders geworden?

Grotere en zwaardere bolides in 2018

De auto’s zijn tussen 2001 en 2018 wezenlijk anders geworden. Zo waren de wagen in het debuutjaar van Alonso en Raikkonen in 2001 kleiner, zowel in lengte als in breedte. De voorvleugels waren destijds smaller, terwijl de achtervleugels juist iets breder waren. Daarnaast was het minimale gewicht destijds lager en mocht het bodywork geen bewegende onderdelen bevatten. Dat laatste is tegenwoordig nog steeds zo, maar de invoering van het Drag Reduction System vormt daarop een uitzondering.

Overschakelen naar kleinere motoren met langere levensduur

De motoren hebben in de afgelopen zeventien jaar een enorme verandering ondergaan. In 2001 werd er nog gebruik gemaakt van brute V10-krachtbronnen, maar via een periode met V8-motoren hebben ze tegenwoordig zes cilinders, een turbo en hybride-systemen. Traction control is in dezelfde periode afgeschaft, terwijl de versnellingsbakken meer versnellingen hebben.

Het was rond de eeuwwisseling heel gewoon om tijdens een Grand Prix-weekend van motor te wisselen, zonder dat daar een straf aan vast hing. Tegenwoordig kan dat niet meer, want er mogen in 2018 nog maar drie verbrandingsmotoren, MGU-H’s en turbo’s gebruikt worden in een seizoen, terwijl het gebruik van de Energy Store, Control Electronics en de MGU-K gelimiteerd is tot twee stuks.

Meer punten, minder tests en geen reserve-auto’s

Ook de sportieve reglementen van de Formule 1 zijn flink veranderd. Raikkonen scoorde zijn eerste punten nog in het tijdperk dat slechts de eerste zes coureurs die kregen, terwijl de top 10 tegenwoordig punten krijgt. Daarnaast is de vrijheid om te testen radicaal ingeperkt. Hoewel er nu nog maar één bandenleverancier is, zijn er meer compounds beschikbaar voor de teams dan voorheen. Het bijtanken is afgeschaft, net als de beschikbaarheid van reserve-auto’s. Ten slotte heeft de fysieke safety car gezelschap gekregen van een virtuele versie en worden straffen uit een breder scala aan mogelijkheden gekozen.

Andere opbouw van weekenden

De opzet van een weekend in de Formule 1 is ook veranderd tussen 2001 en 2018. Nog steeds komen de coureurs op drie dagen in actie, maar de indeling van de dagen zelf is wel aangepast. Er zijn nu minder vrije trainingen, die qua tijd langer duren. Ook aan de kwalificatieopzet is in de tussentijd meerdere malen gesleuteld, waarbij die ondere andere beslist werd met één snelle ronde en door middel van een eliminatie.