Mansell juicht uitstapjes F1-coureurs naar andere klassen toe

Het is goed voor de autosport dat coureurs als Fernando Alonso zich niet alleen beperken tot het rijden in de Formule 1, maar dat ze ook meedoen in andere autosportseries. Dat is de gedachte van Nigel Mansell, die in hetzelfde gesprek met het Amerikaanse Autoweek aangeeft onder de indruk te zijn van de veiligheid van de huidige Formule 1-auto's.

Mansell is de enige coureur die op hetzelfde moment de titels in de Formule 1 en de IndyCar in handen gehad heeft: hij werd wereldkampioen Formule 1 in 1992, in 1993 won hij de IndyCar-titel. De Brit vindt het een goede zaak dat Formule 1-coureurs zich steeds meer laten zien in andere raceklasses, waarbij hij Alonso als voorbeeld noemt. "Ik ben enorm verbaasd over het geduld en de zelfbeheersing die Alonso vorig jaar gedemonstreerd heeft. Het zegt veel over zijn persoon dat hij zo gemotiveerd gebleven is, ondanks dat de geweldige bedrijven McLaren en Honda hun zaken zo lang niet op orde hadden."

"Voor hem was het geweldig om de afleiding van de Indy 500 te hebben en dat geldt ook voor het leren van een nieuwe discipline", vervolgt Mansell. "De Indy 500 is compleet anders dan de Formule 1 en als je een fout maakt, betaal je een hoge prijs. Je rijdt gemiddeld 370 kilometer per uur, dus een foutje wordt afgestraft. De muren staan direct naast de baan en je hebt geen uitloopstrook. Dat waren lessen en Fernando heeft dat vaak uitgelegd in zijn persconferenties. Hij heeft veel respect voor de coureurs aldaar en ik denk dat deze uitstapjes hem een betere coureur maken."

In 2015 was Nico Hülkenberg een van de eerste huidige coureurs die de Formule 1 combineerde met een andere klasse. De Duitser won destijds de 24 uur van Le Mans voor Porsche. In de historie van de autosport is het volgens Mansell niet uniek, maar de voormalig Williams-coureur snapt dat er tegenwoordig meer beperkingen zijn. "Vergeet niet dat Formule 1-coureurs dit jaren geleden ook deden. Toen wisselden ze vaak af, nu hebben ze vaak beperkingen in tijd en qua contract. Als er een kans bestaat, vind ik het geweldig. Het is goed voor de sport."

'Auto's bijna kogelwerend'

De halo hoeft niet op steun van Mansell te rekenen. Wel ziet de inmiddels 64-jarige dat de huidige auto's vele malen veiliger geworden zijn dan dat ze in de jaren '80 waren. "Ik ben geen fan van de halo. Als je een coureur bent, moet je accepteren dat een beetje gevaar daar onderdeel van is. Wij reden in auto's die amper stoeltjes hadden. We zaten op metalen vloeren met wat schuim. Er waren geen uitloopstroken, dus een uitstapje betekende een groot ongeluk. Dat is de reden dat er vaak coureurs gewond raakten of verongelukten."

"De veiligheidsstandaarden van de FIA hebben ervoor gezorgd dat fabrikanten de auto's zo gebouwd hebben dat ze bijna kogelwerend zijn. Dat is fantastisch. De tijd dat een coureur meegaat is inmiddels twee keer zo lang als in de jaren '80. Coureurs rijden bijna 300 Grands Prix en dat is ongelooflijk. Vroeger dacht je een geweldige carrière te hebben als je meegedaan had aan 180 Grand Prix, maar dat is nu heel anders."