Ericsson baalt dat hij niet langer vruchten plukt van Sauber-revival

Marcus Ericsson baalt dat hij zijn stoeltje verloren heeft bij Sauber, nu het team eindelijk weer een auto ter beschikking heeft die consistent om de top tien-plekken kan vechten. De Zweed beleefde zijn beste seizoen sinds 2015 en denkt dat hij zeker een aandeel heeft gehad in de revival van Sauber. Hoewel Ericsson dit seizoen beter voor de dag leek te komen dan in voorgaande jaren, koos het Zwitserse team toch voor Kimi Raikkonen en Antonio Giovinazzi als rijdersduo. Het is  echter vooral voor wat betreft de aanstelling van de Italiaan de vraag, in hoeverre het fabrieksteam van Ferrari een vinger in de pap heeft gehad.

Ericsson baalt dus dat hij volgend jaar niet meer aan de start mag verschijnen: "Ik kwam hier in 2015 en toen beleefden we een verrassend sterke seizoensstart. Vanaf halverwege dat jaar was de auto echter niet meer competitief genoeg en moesten we gaan racen in een soort survivalmodus. Dat was heel moeilijk als coureur." Ericsson pakte in zowel 2016, als 2017 geen enkel punt, maar zag dit jaar dat Sauber eindelijk weer een competitieve auto had weten te bouwen: "We bevonden ons op een absoluut dieptepunt in de geschiedenis van het team, maar het was erg leuk om deel uit te maken van de transformatie die we de laatste twaalf maanden hebben ondergaan."

"Het vervelende voor mij is, dat ik geen onderdeel meer uitmaak van het team nu er eindelijk weer hoop gloort," vervolgde de Zweed, die dit jaar weliswaar. "Omdat ik zowel door de diepe dalen, als door de verbetering van afgelopen jaar onderdeel uitmaakte van het team is het erg jammer dat we onze samenwerking niet doorzetten. Dat neemt niet weg dat ik trots ben op mijn prestaties en trots op mijn aandeel in hoe het team er nu voor staat."