Kubica ziet verlangen naar verbeteringen als doorslaggevend voor terugkeer

Robert Kubica reed in Australië zijn eerste Formule 1-race sinds 2010. Een grote persoonlijke overwinning, die de Pool naar eigen zeggen behaald heeft door zijn drang om zichzelf te verbeteren en te bewijzen.

In Melbourne vierde Kubica zijn rentree als racecoureur in de Formule 1, nadat hij begin 2011 betrokken raakte bij een zwaar ongeluk in een rally, waarbij hij bijna zijn rechterarm verloor. Na een lange revalidatie keerde de enkelvoudig Grand Prix-winnaar in 2017 terug in de paddock van de Formule 1 bij Renault, voordat hij in 2018 als reserve bij Williams aan de slag ging. Een jaar later volgde de promotie tot racecoureur.

Door zijn opgelopen blessures heeft Kubica het gevoel dat hij zich altijd extra moet bewijzen. "Door mijn beperkingen lijkt het erop alsof ik altijd meer moet laten zien dan anderen, omdat men vraagtekens neerzet en twijfels uit. Het enige dat ik kan proberen is zo goed mogelijk mijn werk doen en om alle Grands Prix met positieve en negatieve punten te verlaten. Ik geloof namelijk niet dat je alleen maar positieve dingen hebt."

'Drang naar verbetering doorslaggevend'

Kubica prijst zijn eigen doorzettingsvermogen en de drang om zich te willen blijven verbeteren. "Je kan altijd iets beter doen en zelfs als je wint, kan je jezelf altijd verbeteren. Ik denk dat ik eerlijk genoeg tegen mezelf ben om eerlijk te kunnen oordelen over wat ik moet leren, hoe ik dat moet doen en waar ik me in moet verbeteren."

"Alleen door deze aanpak heb ik de Formule 1 weer bereikt. Anders was het voor mij veel makkelijker geweest om zes jaar geleden aanbiedingen uit het DTM en in de GT's aan te nemen en daarvan te genieten met een stuk minder stress. Ik zou misschien ook meer plezier hebben omdat ik mogelijk zou strijden om betere klasseringen, maar er is een reden dat ik weer in de Formule 1 zit. Het kan zijn dat ik aan het eind van het jaar ergens spijt van heb, maar in ieder geval niet van dat ik het niet geprobeerd heb."