Raikkonen: "Verschillen tussen auto's worden in Monaco extra benadrukt"

Het stratencircuit van Monaco staat bekend als een baan waar de coureurs echt een verschil kunnen maken. Volgens Kimi Raikkonen valt dat wel mee, want de verschillen tussen de bolides worden juist extra benadrukt.

Raikkonen staat aan de vooravond van een bijzonder weekend, want de Grand Prix van Monaco is zijn 300ste weekend als Formule 1-coureur. In het prinsdom lijkt de coureur van Alfa Romeo niet te rekenen op een herhaling van de successen uit 2005, toen hij de race op het stratencircuit won. Daarvoor is het verschil in het materiaal tussen Alfa en de topteams te groot, terwijl dat volgens de Fin van doorslaggevend belang is op het bochtige baantje.

"Op veel manieren kan het verschil tussen de bolides op een circuit als dit groter zijn dan op andere circuits, want je kan niet voluit gaan als er dingen niet in orde zijn. Je kan wel voluit gaan, maar dan eindig je in de muur. Je kan uit deze opties kiezen, maar het is natuurlijk een kwestie van de balans zoeken."

Stratencircuit Monaco sinds 2001 sterk veranderd

In 2001 reed Raikkonen voor het eerst in Monaco. Sindsdien is er volgens de wereldkampioen van 2007 veel veranderd. "Het is niet hetzelfde Monaco als waar ik de eerste keer reed. Toen was het veel lastiger. Er stonden vangrails aan de binnenkant van bocht 1, het zwembad was veel krapper en dat geldt ook voor het laatste deel. Wat dat betreft is er veel veranderd."

"Het is krapper en er staan vangrails, maar er is een grote evolutie geweest sinds ik hier voor het eerst kwam. In het verleden was het waarschijnlijk meer zo dat je als coureur een groter verschil kon maken. Wat de auto's betreft geldt al langer dat een goede auto hier ook goed gaat. Voor een slechte auto geldt dat het niet uitmaakt wie erin zit, want het is een feit dat die auto niet ineens de snelste is. De auto speelt nog steeds een enorme rol."