De laatste ronde van de Grand Prix van Abu Dhabi 2021 was niet alleen bijzonder omdat er een wereldtitel op het spel stond, maar ook omdat de racewinst op het laatste moment naar een andere coureur ging. In de 72-jarige historie van de Formule 1 is dat verhoudingsgewijs weinig voorgekomen. GPToday.net licht enkele voorgangers van Max Verstappen en Lewis Hamilton uit met vandaag in deel één een kampioenschapsontknoping en een glijpartij.
Sebring, 1959 – Grand Prix van de Verenigde Staten
Bruce McLaren en Jack Brabham
De laatste race van het seizoen 1959 vindt plaats op 12 december – waar hebben we die datum eerder gezien? Op het legendarische circuit van Sebring, waar voor de eerste en enige keer een Formule 1-race wordt gehouden, is de Australische coureur Jack Brabham favoriet voor de wereldtitel. Na acht van de negen wedstrijden heeft hij immers een voorsprong van vijf-en-een-half punt ten opzichte van naaste rivaal Stirling Moss, waar Tony Brooks met acht punten achterstand ook nog een theoretische kans heeft. De winnaar krijgt acht punten en tevens wordt er een bonuspunt uitgereikt aan degene die de snelste raceronde noteert.
Brabham wil het niet al te spannend maken in Florida en rijdt in de openingsfase simpelweg achter de van pole vertrokken Moss aan. Als die uitvalt, lijkt niets Brabham in de weg te zitten. Halverwege de wedstrijd kan hij zelfs inhouden om teammaat Bruce McLaren weer in de buurt te laten komen. Dat levert McLaren in de laatste ronde de zege op: Brabhams wagen begint te stotteren omdat er niet voldoende brandstof in zit. De Australiër valt stil en ziet rivaal Brooks langszij komen, maar hoeft zich geen zorgen te maken over het kampioenschap omdat McLaren de race wint. Brabham komt lopend over de finish, hij duwt zijn wagen naar de vierde plaats en zijn eerste wereldtitel.
Spa-Francorchamps, 1964 – Grand Prix van België
Jim Clark en Graham Hill
Regerend wereldkampioen Jim Clark komt op het oude, ruim veertien kilometer lange Spa-Francorchamps niet verder dan een zesde kwalificatietijd voor de Belgische Grand Prix van 1964. De poleposition gaat naar Dan Gurney, die de concurrentie in zijn Brabham-Climax op flinke achterstand zet. De Amerikaanse coureur is dol op het Ardennencircuit en speert er tijdens de wedstrijd vandoor, om twee rondjes voor het einde zonder brandstof stil te vallen.
Graham Hill erft de leiding en lijkt op weg naar de zege, tot zijn brandstofpomp het in de allerlaatste ronde begeeft. De als zesde gestarte Clark heeft niets meer hoeven doen dan drie concurrenten bij de start in te halen en vervolgens zijn wagen op de baan te houden – na het uitvallen van Gurney en Hill geraakt hij op die manier aan de leiding. Clark wint verrassend, McLaren en Brabham worden tweede en derde. De onfortuinlijke Hill wordt als vijfde geklasseerd.
Monza, 1967 – Grand Prix van Italië
John Surtees en Jim Clark
Waar Clark in 1964 met mazzel een Grand Prix in de laatste ronde wint, daar verliest-ie er drie jaar later eentje. Volgens velen markeert de Italiaanse Grand Prix van 1967 het beste optreden dat Clark in zijn (te korte) Formule 1-loopbaan heeft tentoongesteld. Vanaf pole valt hij bij de start terug tot P4, om zich in no-time naar de kop te vechten en een gat naar de concurrentie te slaan. In rondje twaalf moet Clark naar binnen met een lekke band – pitstops zijn destijds zeer ongebruikelijk en geen enkele monteur is voorbereid, waardoor de Schot een complete ronde achterstand oploopt.
Wat vervolgens plaatsvindt is nagenoeg onmogelijk: Clark rijdt op het hogesnelheidscircuit de ronde achterstand dicht, om vervolgens alles en iedereen te passeren. Waar leider Jack Brabham op pad lijkt naar de racewinst, daar koekeloert de Australiër na 61 van de 68 ronden pardoes naar de achterkant van Clarks Lotus. De meest briljante zege ooit blijft echter uit omdat Clarks wagen in de slotronde begint te proesten – ook in dit geval is een te laag brandstofpeil de boosdoener. John Surtees en Graham Hill schieten voorbij aan de kreupele Clark, die op benzinedampen de eindstreep en een derde plek bereikt.
Spa-Francorchamps, 1968 – Grand Prix van België
Bruce McLaren en Jackie Stewart
De oprichter en naamgever van het McLaren-Formule 1-team ontpopt zich in 1968 tot laatste-ronde-zege-dief. Nieuw-Zeelander Bruce McLaren slaat op Spa-Francorchamps andermaal toe als een concurrent in de slotronde op een probleem stuit. Jackie Stewart is ditmaal het lijdend (en niet meer leidend) voorwerp als zijn Matra in de allerlaatste ronde zonder, jawel, brandstof komt te staan.
Stewart heeft op dat moment een stevig gevecht achter de rug met McLarens teammakker Denny Hulme, de regerend wereldkampioen. Hulme’s McLaren is er na achttien van de achtentwintig rondjes mee uitgescheiden vanwege een kapotte transmissie. Coureur McLaren redt de eer van zijn eigen team door te profiteren wanneer Stewart tot stilstand komt. De Schotse Matra-coureur wordt vanwege zijn ruime voorsprong op de nummer vijf overigens nog wel als vierde in de eindklassering opgenomen.
Monaco, 1970 – Grand Prix van Monaco
Jochen Rindt en Jack Brabham
Jack Brabham heeft zijn criticasters al eens in de maling genomen door met wandelstok en opplakbaard in de paddock te verschijnen. Hij is volgens velen te oud, maar ziet zijn 44 levensjaren zelf niet als een sta-in-de-weg om goed te presteren. In de straten van Monaco toont Brabham bij de derde race van het Formule 1-jaar 1970 nog altijd tot de besten te behoren. De – inmiddels – drievoudig wereldkampioen stuurt zijn Brabham-bolide naar een vierde plaats op de grid en profiteert van andermans pech. Als Jackie Stewart na driekwart wedstrijd uitvalt met een kapotte motor, erft Brabham de leiding.
Het Brabham-team verheugt zich al op een feestje in de koninklijke loge – de teambaas annex coureur hoeft nog maar één bocht te ronden voordat hij de finishvlag ziet. De achteropkomende Jochen Rindt komt echter wel heel erg snel naderbij, wat Brabham voor de laatste bocht doet besluiten om van de racelijn af te wijken. Hij wil de binnenkant verdedigen. Op die binnenlijn ligt, na een lange race, veel rubber en rommel. Vanwege alle troep heeft Brabham niet genoeg grip, waardoor hij zijn rempunt mist. Rindt steekt de Australiër in extremis voorbij en wint de wedstrijd. Brabham eindigt als tweede. Vijf maanden later stopt-ie ermee.
Dijon-Prenois, 1977 – Grand Prix van Frankrijk
Mario Andretti en John Watson
Het prachtige, glooiende circuit Dijon-Prenois staat in het collectieve geheugen van Formule 1-liefhebbers synoniem voor het adembenemende duel dat Gilles Villeneuve en René Arnoux er in 1979 uitvochten. Twee jaar daarvoor werd er ook al op het scherp van de snede geduelleerd, toen John Watson op weg leek naar zijn tweede Formule 1-overwinning. De Brabham-coureur heeft na een pikstart plek vier omgezet in plaats twee en grijpt na enkele rondjes de leiding.
Vierenzeventig ronden lang rijdt Watson op kop, maar in de slotfase verschijnt de zwartgouden Lotus van Mario Andretti steeds groter in spiegels. Watson moet aan de bak om de Amerikaanse coureur af te houden, iets wat lijkt te lukken. Tot in de laatste ronde. Met nog slechts een paar honderd meter voor de boeg wordt Watson gepasseerd door Andretti, waarschijnlijk doordat de versnellingsbak van zijn Brabham even stottert. Watson finisht als tweede.
Reacties (12)
Login om te reagerenSennaS
Posts: 7.966
Ik weet niet precies wat dit artikel wil suggereren maar die ander zeldzame situaties zijn niet last minute door de race leiding doorslaggevend beïnvloed onder druk van een teamleiding. Kunstmatig beslist ;-).
Lewis heeft ook zijn eerste wk in de laatste ronde gewonnen maar niet door een ingreep van de race leiding.
En dat maakt dit seizoen controversieel en uniek in zijn soort en zo zal het helaas de boeken in gaan.
Joeppp
Posts: 7.686
Waarom helaas?
Raikanikook
Posts: 2.806
Je vraagt je soms af
Hoe het ooit mogelijk was geweest dat zo iets kon
Maar ja
Loslaten is iets moois
NicoS
Posts: 18.070
Niks helaas, het was één van de meest spannende seizoenen die we de afgelopen jaren hebben gezien.
De titel is volledig verdiend voor Verstappen.
Speedpuppet
Posts: 9.484
Dat was het andersom ook, wegwerp motoren gebruiken was ook niet helemaal fijn de boeken in gegaan. Daarbij ben maar blij met al die controverse, anders was Lewis niet eens in de positie geweest om de laatste race nog een kans te maken
Bulldog
Posts: 769
OT: op GP 33 staat nieuwe foto’s van de RB18
SennaS
Posts: 7.966
Hopelijk is die echte auto snel anders is al die geheimzinnige aandachttrekkerij voor niks geweest.
ROYALERE
Posts: 24.398
iK zag het, vooral de voorvleugel valt op, en ook nog steeds het gat in de neus. verder valt er niet heel veel te zien, ja dat ze hem hebben volgeplakt met sponsors, maar een livery zegt mij geen ene reet. als hij maar gewoon mee kan doen voor de podiums.
NicoS
Posts: 18.070
Lage neus, voorvleugel lijkt wel veel dichter op het asfalt te zitten.
Dit schijnt te maken te hebben met de wielophanging, het pullrod ontwerp.
McLaren heeft het ook.
Newey heeft duidelijk een andere visie gekozen dan Mercedes en Ferrari, maar of het beter is, is afwachten natuurlijk.
Wel mooi om te zien dat er behoorlijk veel diversiteit is, dat had ik eerlijk gezegd niet zo extreem verwacht.
SennaS
Posts: 7.966
Roy,
Jij hebt toch ook gaten in je neus
Larry Perkins
Posts: 53.147
Mooie historische verhalen die goed passen in de winterstop.
Redcarsmatter
Posts: 4.578
Eindelijk een artikel om de ongeschoolde F1 fans wat bij te spijkeren. Interessant leesvoer in tijden van komkommer en kwel...