Een aangeboren gevoel voor de limiet en de kwajongensachtige drang om die regelmatig te verleggen. Gilles Villeneuve was bij leven officieel een autocoureur die zes Grands Prix won, maar eigenlijk vooral een entertainer die zonder voorbedachten rade de harten van fans stal. Vandaag precies veertig jaar geleden kwam zijn leven, veel te vroeg en vanwege een F1-ongeluk, ten einde.
Waar de namen van racelegendes als Michael Schumacher en Ayrton Senna nog geregeld worden gebezigd, daar is Gilles Villeneuve – logischerwijs, want tijd vergaat – behalve in Italië en thuisland Canada op de achtergrond verdwenen. Tegenwoordig is het voornamelijk zijn zoon over wie wordt gesproken: de tengere Jacques Villeneuve heeft een bek als een scheermes.
Is dat uitgesprokene thuis aangeleerd? Vader Gilles is immers de boeken ingegaan als een waaghals, een durfal, een lefgozer en allerlei synoniem daarvan. Echter, mensen die hem persoonlijk meemaakten, noemden Gilles Villeneuve vooral een ontzettend innemend en oprecht persoon. Onder de streep bleek diens tijd in de spotlights kort, maar krachtig.
Sneeuwracen
Rewind naar de late jaren ’60 in Franstalig Canada. Een kleine, mondige tiener ontwikkelt voorliefde voor alles wat hard gaat, maar pa en ma hebben niet genoeg flappen om aan zijn racewens te voldoen. Dan koopt Gilles zijn eigen racekostje wel. Een illegale straatrace hier en een dragwedstrijdje daar, de jongeling vermaakt zich tot hij het kunstje kent. Dan snakt hij naar meer.
Meer is een racecursus bij de school van Jim Russell, een legende in Noord-Amerika. Probleem is dat Jim Russell geen bodemprijzen hanteert. Gilles heeft geld nodig en zet zijn opmerkelijke wagenbeheersing in om centjes te vergaren. In Canada is sneeuwscooterracen populair en bovendien betaalbaar. Lokale bedrijven sponsoren de goedbezochte evenementen, waardoor er stevige start- en prijzengelden te verdienen zijn.
Naast een klein vermogen bouwt Gilles aan de fundamenten van zijn rijstijl, sneeuwscooterracen is immers onvergeeflijk. Als je niet vooraan rijdt zie je geen hand voor ogen en bovendien moet je continu iedere zenuw in de linker- en rechterbil analyseren om een beeld te krijgen van hoe het bakbeest onder je kán reageren. Talent, beheersing en lef zijn sleutelfactoren tot succes.
Roekeloos
Met sneeuwcenten op zak trekt Gilles naar de raceschool, om in no-time frontrunner in het Canadese Formule Atlantic-kampioenschap te worden. Als-ie ook kampioen wordt in het Amerikaanse equivalent van die serie, noem het de Noord-Amerikaanse F2, lonkt McLaren. Op voorspraak van wereldkampioen James Hunt mag Gilles – na slechts 22 officiële autoraces – debuteren in de F1.
Uiteraard zet hij de boel op stelten: negende in z’n eerste kwalificatie, met verouderd materiaal. De race wordt door een mechanisch mankementje verpest, maar de toon is gezet. McLaren durft de komeet echter niet vast te leggen. Men vreest voor hoge claims van de schadeverzekeraar; Gilles staat namelijk te boek als snel, maar voor Europese begrippen uitermate roekeloos.
Gilles weet niet beter dan te gooien en te smijten met het materiaal, zoals in het sneeuwracen. Laat er nu net een Italiaanse teameigenaar zijn die winnen belangrijker vindt dan bijkomende kosten en problematiek. Enzo Ferrari neemt Gilles Villeneuve al na één gesprekje aan voor het seizoen 1978.
Kenmerkend en verwonderlijk
Gilles Villeneuve en Ferrari vormen soms een hemelse en soms een hemeltergende combinatie. Als hogepriester der vernietiging trekt Gilles in het eerste F1-jaar langs de mondiale circuits. Rap raakt-ie betrokken bij een ongeval waarbij een toeschouwer om het leven komt, om naderhand te beweren geen verantwoordelijkheid te voelen. Het eerste jaar is hobbelig en stiekem gewoon slecht.
Uitgerekend in Montréal breekt Gilles de ban door ietwat gelukkig de Canadese Grand Prix te winnen. Vertrouwen groeit en voor 1979 staat er een ander persoon op de grid – eentje die niet alles platrijdt, maar ook af en toe zijn verstand gebruikt. Het gevecht met René Arnoux in Dijon – op het scherp van de snede, maar fair en schadevrij – is voer voor geschiedenisboeken. In ‘79 toont Gilles een even kenmerkende als verwonderlijke karaktertrek: op momenten dat het niet boeit, doet hij precies wat-ie zelf wil, maar als de druk het grootst is, kleurt-ie netjes binnen de lijntjes.
Zo mag teammaat Jody Scheckter met rugdekking van Gilles het kampioenschap veroveren, ondanks dat de Canadees zelf óók kans op de titel heeft. Loyaliteit en omgekeerd eergevoel prevaleert – Gilles is Ferrari dankbaar vanwege het zitje en veteraan Scheckter heeft een behoorlijke erelijst.
Onvergetelijke fratsen
Voor 1980 is Gilles titelfavoriet nummer één, maar als de nieuwe Ferrari meer overeenkomsten met een bolderkar dan met een racewagen vertoont kan de titelwens door het putje. In ’80 rijdt-ie roemloos achter de rest aan, in ’81 probeert het team terug te klauteren. De technici hebben een downforceloze raket gebouwd, Ferrari’s Canadese sterrijder haalt er onvergetelijke fratsen mee uit.
Ieder weldenkende autosportliefhebber weet dat downforce voornamelijk belangrijk is op circuits waar topsnelheid minder verschil maakt. Denk aan een stratenbaan als bijvoorbeeld Monaco. Je zou zeggen dat een coureur wiens materiaal gebrek aan downforce vertoont, kansloos is. Gilles Villeneuve niet. Die rijdt om de problemen heen. In ’81 wint-ie doodleuk de GP van Monaco.
Daarop volgt de Spaanse GP in Jarama. Een bochtig baantje met een lang recht stuk. Na inleidende beschietingen neemt Gilles de leiding over. Het bochtenwerk van zijn Ferrari is abominabel en wegrijden blijkt onmogelijk. Telkens als de concurrenten opdoemen, kan Gilles een gaatje trekken op het rechte stuk – zijn wagen is immers een raket. Ronde na ronde voert Gilles het trucje succesvol uit, om bij de finishvlag met 1.2 seconden voorsprong op de nummer vijf – u leest het goed – de race te winnen.
Kortsluiting
Naast die geniale momenten heeft Gilles af en toe wat kortsluiting in het brein. Op Zandvoort in ‘79 bijvoorbeeld, wanneer hij met een lekke band van de baan raakt en meent op drie wielen prima de racesnelheid aan te kunnen houden. Uiteraard rijdt-ie zijn hele linkerachterkant aan gort. Twee jaar later kan Gilles bij zijn thuiswedstrijd ook best met een voorvleugel die op half zeven hangt racen. Als het ding er uiteindelijk af valt, geeft de Canadees geen krimp – om als derde te finishen.
Kortsluiting kan ook door anderen worden veroorzaakt. Door Didier Pironi, bijvoorbeeld. Gilles raakt bevriend met zijn nieuwe Ferrari-collega, die per ’81 aansluit. Loyaliteit staat hoog in het vaandel – op de baan trouwens, niet in het huwelijk – en Gilles ziet Pironi als zijn eerste metgezel in plaats van als directe concurrent. Wanneer Pironi tegen teamorders ingaat door op Imola in 1982 te winnen – waren er eigenlijk wel teamorders zoals Gilles beweerde, of is het gruwelijk grote eergevoel van Gilles gekrenkt doordat hij kort voor de finish de koppositie verliest? – is de beer los. Kortsluiting in de bovenkamer, Gilles wenst zijn teammaat nooit weer te spreken.
Hij spreekt Pironi inderdaad nooit weer. Twee weken later rijdt Gilles zich dood. Volgens sommigen een onvermijdelijk tafereel, gezien de combinatie van karaktertrekken. Het ongeluk rijmt met Gilles’ grenzeloze leefstijl, en toch ook niet – een zaterdagse kwalificatie waarbij de sessie er eigenlijk al op zit, en er niets meer te halen valt. Moet hij per sé sneller rijden dan Pironi’s tijd, of kijkt Gilles gewoonweg niet uit zijn doppen als achterblijver Jochen Mass opdoemt voor de Terlaemenbocht? Gilles’ dood is lang aangekondigd, maar evengoed zinloos, tragisch en schokkend. Een toekomstige wereldkampioen sterft, de nalatenschap door zoon Jacques ingewilligd.
The most genuine man ever, de meest oprechte persoon ooit, zoals Scheckter hem noemde, blaast na 32 roerige jaren op 8 mei 1982 zijn laatste adem uit. Salut, Gilles.
Reacties (2)
Login om te reagerenSalut Gilles
Posts: 277
Ik zal de dag nooit vergeten. :(
RIP Gilles......
winti
Posts: 1.669
Had zeker WK geworden in ‘82. Had Ferrari minder lang droog gestaan. Enzo had het goed gezien.