Als de grote Michael Schumacher, zevenvoudig wereldkampioen in de Formule 1, in zijn laatste actieve racejaar gedurende een interview naar zijn grootste racehelden wordt gevraagd, is het antwoord verrassend. Goed, de Duitser noemt Ayrton Senna, maar niet voordat hij de naam van Vincenzo Sospiri heeft genoemd. Vincenzo … wie?
De naam van Vincenzo Sospiri zal de meeste Formule 1-liefhebbers niets zeggen. Een enkele die hard fan herinnert zich de mislukking van het MasterCard Lola-team in het voorjaar van 1997 en inderdaad, daar maakte de Italiaanse coureur in kwestie deel vanuit. Maar Sospiri was veel meer dan die ene kwalificatiesessie in Melbourne.
Kartkeizer
Op 7 oktober 1966 wordt Vincenzo Sospiri geboren in het Italiaanse Forlì, een dorpje in Emilia-Romagna. Pas in de jaren ’80 kan de jongeling zijn droom om te racen waarmaken – geld is er niet in huize Sospiri en dus moet de tiener hopen op die ene kans. Als hij eenmaal achter het stuurtje van een kart mag kruipen, is er geen houden aan.
Ondanks dat Vincenzo pas op vijftienjarige leeftijd debuteert in het nationale kartkampioenschap, veegt hij in no-time de vloer aan met zijn Italiaanse leeftijdsgenootjes. Ook het Europese kampioenschap blijkt happy hunting ground voor Vincenzo, die moeiteloos overwinningen en titels aaneenrijgt.
De kartcarrière van Vincenzo eindigt met de grootste bekroning: in het jaar 1987 wint de dan 21-jarige Italiaan het wereldkampioenschap in de 100cc. Het is niet de vraag of, maar wanneer hij doorstroomt richting de Formule 1.
Groeipijntjes
Vincenzo heeft echter één probleem: de tijd zit niet mee. Hij is ‘al’ 21 als hij zijn debuut in de autosport maakt, waar de coureurs juist steeds jonger worden. In zijn eerste autosportjaar maakt de jongeman uit Forlì direct indruk. Hij schrijft het prestigieuze Formula Ford Festival op zijn naam, om twee jaar later kampioen te worden in de Formula Vauxhall – de Britse tegenhanger van de Formule Opel Lotus.
Ten tijde van het Formule 1-debuut van de tweeënhalf jaar jongere Michael Schumacher – de Duitse jongen die altijd tegen de Italiaanse kartkeizer opkeek – rijdt Vincenzo zelf in de Formule 3000, de laatste stap onder de koningsklasse. Hij heeft één klein probleem: Vincenzo rijdt voor het team van Jordan. Normaliter een prima keuze in de opleidingsklassen, maar niet in het raceseizoen 1991.
Eddie Jordan is namelijk net met een team gedebuteerd in de Formule 1 en dat project slokt al zijn aandacht op. Zodoende moeten Vincenzo en diens teammaat, de latere Formule 1-wereldkampioen Damon Hill, aan wie de Italiaan in de F3000-wagen nagenoeg gelijkwaardige resultaten neerzet, lijdzaam toezien hoe de opleidingsstal van Jordan achteruit holt. Omdat de familie Sospiri zoals gezegd niet schathemeltjerijk is, moet Vincenzo voor ’92 een stapje terug zetten: hij degradeert naar de F3.
Kampioen
Via een vijfde plek in de Italiaanse F3 komt Vincenzo in 1993 weer terug in de Formule 3000, zij het op Houdini-achtige wijze. De Italiaan krijgt slechts twee weken van tevoren te horen tijdens de seizoensopener op Donington Park te mogen rijden, hij zal namelijk in de wagen van het nieuwe team Mythos Racing stappen. Zonder enige voorbereiding komt de Italiaan niet heel ver: hij kwalificeert zich niet voor de eerste twee races.
Toch is er een bijzonder kantelpunt zichtbaar. De knokkende Vincenzo neemt het team op de rug en worstelt zich naar voren. Kwalificaties worden opgevolgd door puntenfinishes en zelfs een podiumklassering. Het levert de vastbesloten twintiger een stoeltje bij Super Nova op, wederom een nieuw team, maar ditmaal wel eentje met diepe zakken. De Japanse paydriver Taki Inoue voorziet de renstal namelijk van centen.
Dat culmineert in een kampioenschapszege in het Formule 3000-seizoen 1995. Vincenzo is ruimschoots sneller dan zijn directe concurrenten, wint drie van de acht wedstrijden en voegt nog twee additionele podiumplaatsen aan zijn erelijst toe. Enkel teammaat Ricardo Rosset kan enigszins in het spoor van de ontketende Vincenzo blijven. De Italiaan weet voldoende: hij is kampioen in de laatste opstapklasse onder de Formule 1 – het is tijd voor de koningsklasse. Toch?
Gemiste kansen
Vincenzo’s Formule 1-droom is eentje die nooit echt werkelijkheid zal worden. Al in het voorjaar van 1994 krijgt hij bericht van het nieuwe team Simtek, dat hem wil laten testen. Vincenzo is supersnel, dat is bekend, maar heeft geen centen. Daarom mag Roland Ratzenberger ten koste van de Italiaanse kartkeizer instappen. Tegen het einde van ’94 mag Vincenzo weer eens testen, ditmaal samen met F3000-teammaat Inoue. Uiteraard is Sospiri veel sneller, maar Inoue heeft meer geld en zodoende mag de Japanner zijn F1-debuut maken.
Voor 1996 gaat het gerucht dat Vincenzo zijn Formule 1-debuut mag maken bij het team van Ligier, dat naast Olivier Panis een tweede coureur zoekt. Vincenzo heeft dit keer zowaar geld: vier miljoen zuur bijeen geschooide dollars, voornamelijk met dank aan Super Nova-teambaas David Sears, die een handvol contacten in Japan zo gek heeft gekregen om in zijn Italiaanse pupil te investeren. Het mag niet baten. Op de dag dat Vincenzo zijn Ligier-contract wil tekenen, komt Pedro Diniz doodleuk met acht miljoen dollar aangezet.
Wereldkampioen Benetton biedt uitkomst. Goed, Vincenzo moet genoegen nemen met een rol als testrijder, maar doet daardoor waardevolle ervaring op – iets wat zijn marktwaarde enkel verhoogt. Na een succesvol testseizoen 1996 wil Benetton graag weer de naam Sospiri op haar testwagen plakken, maar de Italiaan, inmiddels 30 jaar oud, wil vooral graag racen. Vincenzo, de nieuwe-teams-veteraan, gaat in zee met Lola. Gezien de latere promotie van Alexander Wurz binnen Benetton een gigantische mispeer, maar goed, achteraf praten is altijd makkelijk…
Australië 1997
Een vierjarig contract, geen sponsorcenten benodigd – het klinkt haast te mooi om waar te zijn, maar Vincenzo gelooft dat hij eindelijk eens wat geluk in zijn autosportcarrière tegemoet mag zien. Lola biedt een droomwereld. En eerlijkheid gebiedt te zeggen: Lola's totaalpakket oogt veelbelovend. Het merk heeft meerdere decennia ervaring op het hoogste niveau en bovendien zijn er grote multinationals betrokken om de kosten te dekken. Lola lijkt ruimschoots de tijd te nemen om zich op gedegen wijze voor te bereiden
Lijkt, want hoofdsponsor MasterCard zet de equipe pardoes een mes op de keel. Het F1-debuut, dat gepland staat voor het seizoen 1998, moet een jaar worden vervroegd. De officiële reden blijft uit, maar de zakenwereld vermoedt dat MasterCard het niet kan verkroppen dat concurrent HSBC al in 1997 aantreedt in de koningsklasse, via een sponsorovereenkomst met het eveneens nieuwe team Stewart.
Zodoende wordt Vincenzo voor de leeuwen geworpen. In een auto die amper af is – de Lola van 1997 kan niet eens probleemloos rechtuit rijden, want een windtunnel heeft-ie nooit gezien – zet hij zichzelf gigantisch voor schut. Liefst twaalf seconden moet Vincenzo in kwalificatiemodus toegeven op polesitter Jacques Villeneuve en vanwege de in 1996 ingestelde 107%-regel kost hem dat wedstrijddeelname aan de Australische Grand Prix van 1997.
Nasleep
Lola staat voor aap. MasterCard, dat het team moedwillig te vroeg heeft laten debuteren, trekt tot overmaat van ramp de stekker uit het project, waardoor Vincenzo na één DNQ alweer werkloos is. Lang zit hij trouwens niet stil: het IndyCar-team van Scandia is overtuigd van zijn kunnen en lokt de Italiaan op geweldige voorwaarden naar de Verenigde Staten. Een derde startplaats voor de Indianapolis 500 van 1997 – een race die uiteindelijk door Arie Luyendyk wordt gewonnen – onderstreept Vincenzo’s stuurmanskunst.
Zijn hart ligt echter niet op de ovals in Amerika, maar bij het circuitracen in Europa en dus trekt Vincenzo kort later terug naar het eigen continent. In 1999 komt Vincenzo, in een team met Martin Brundle en Emmanuel Collard, dichtbij de overallzege in de 24 uur van Le Mans als hij voor het fabrieksteam van Toyota rijdt. Het mag echter niet zo zijn.
In de vroege jaren ’00 besluit Vincenzo zijn helm aan de wilgen te hangen – hij is immers al achterin de dertig en die grote kans is er nooit gekomen. In daaropvolgende jaren begeleidt Vincenzo jonge talenten als Robert Kubica, Vitaly Petrov en Antonio Giovinazzi op hun weg naar de Formule 1. Tegenwoordig runt-ie een succesvol GT-team. Vandaag viert Vincenzo, de kartkeizer uit Forlì, zijn 56e verjaardag. Van harte!
Reacties (6)
Login om te reagerenLarry Perkins
Posts: 53.801
Een waar ‘could have been verhaal’.
Goed stuk trouwens!
Er lopen (of rijden) vele, arme Sospiri-gevallen rond op deze aarde…
markos
Posts: 733
Fraai verhaal weer, René!
Erg leuk om te lezen!
Kampsie
Posts: 1.149
Dit soort verhalen kan ik erg waarderen, chapeau!
Starscreamer
Posts: 1.225
Nou dan ben ik een die hard fan.
Vond zijn helm design prachtig en de Lola zag er mooi uit. Samen met (oud teamgenoot van Verstappen) Rosset. Helaas viel het sprookje snel :(
Mick34
Posts: 1.131
Mooi verhaal! Ik kan me het debuut van dat team nog heel goed herinneren. Tenenkrommend...
MrStef85
Posts: 6.260
Leuk artikel!