Als Max Verstappen morgen (zondag) de Grand Prix van Japan op zijn naam schrijft en in het proces ook de snelste raceronde rijdt, is zijn tweede Formule 1-wereldkampioenschapstitel een feit. Het zou de volgende toevoeging in een bijzonder rijtje betekenen, want Suzuka heeft sinds 1989 ieder elfde jaar voortijdig een meervoudig kampioen gekroond.
In 1989 veroverde Alain Prost op het circuit van Suzuka zijn derde wereldtitel. Elf jaar later, in 2000, reed Michael Schumacher naar zijn derde titel. Nog eens elf jaar later – in 2011 – greep Sebastian Vettel zijn tweede kampioenschapskroon en nu, wederom elf jaar later, in 2022, kan Max Verstappen zijn tweede titel veroveren.
Goed, er waren tussendoor ook andere kampioenen: het is niet alsof er slechts om de elf jaar een kampioen opstaat in Japan. Denk aan Ayrton Senna in 1990 en 1991, Damon Hill in 1996 en Mika Häkkinen in 1998 en 1999. Michael Schumacher deed het in 2003 een tweede keer op Suzuka. In die laatste vier gevallen was Suzuka echter wel steeds de laatste race van het seizoen.
Vanwege de huidige stand in het kampioenschap en de mogelijke voortzetting van het bijzondere rijtje duikt GPToday.net echter met liefde in de geschiedenisboeken, om de vorige drie momenten van het elfjarig interval te belichten.
1989: Alain Prost
De eerste titelontknoping in het elfjarige interval op Suzuka is een bijzonder controversiële. In 1989 kunnen McLaren-teamgenoten Alain Prost en Ayrton Senna, die elkaar na een incident op Imola het licht in de ogen niet gunnen, beiden wereldkampioen worden. Senna is de regerend titelhouder, maar Prost heeft de betere papieren.
Het puntensysteem is in 1989 niet zo rechtdoorzee als tegenwoordig het geval: enkel de beste elf scores tellen mee voor het kampioenschap. Dat betekent dat de wereldkampioen vijf keer kan uitvallen, zonder ervan pijn te hebben. Prost heeft voor de Japanse Grand Prix – de voorlaatste van het seizoen – zestien punten voorsprong ten opzichte van Senna, waar een overwinning negen punten waard is. Senna kan Prost middels de beste scores echter overtreffen als hij beide laatste races wint. Prost is op zijn beurt wereldkampioen als hij de Japanse Grand Prix wint, of als beiden niet finishen.
Zoals gebruikelijk kwalificeert Senna zich op de eerste startpositie – de Braziliaan is de koning van de zaterdag. De voorsprong op nummer twee Prost is bizar. De Fransman geeft in zijn snelste kwalificatieronde liefst 1.73 seconden toe ten opzichte van zijn titelrivaal en teammaat Senna. De Ferrari’s van Gerhard Berger en Nigel Mansell schuiven, op korte afstand van Prost, aan op de tweede startrij.
Bij de start krijgt Senna het – zoals ook wel vaker het geval – niet voor elkaar om zijn eerste plaats te verdedigen. Prost neemt de leiding en controleert de wedstrijd. De Fransman ligt nooit meer dan een handvol seconden voor zijn teammaat, maar geeft de leidende positie enkel bij de pitstops uit handen.
In ronde 47 van de 53 weet Senna dat hij niet langer kan wachten. Als de Braziliaan het kampioenschap van 1989 nog wil winnen, zal hij een poging moeten wagen. Bij de laatste chicane duikt hij in een gat, dat Prost waarschijnlijk moedwillig openlaat. Onder het motto ‘het was altijd mijn bocht’ smijt Prost het gat dicht, waarop beide wagens onbestuurbaar van de baan vliegen. Gedane zaak, denkt Prost, die meteen uitstapt.
Senna laat zich echter aanduwen, rijdt via de uitloopstrook terug naar de pits om zijn beschadigde voorvleugel te repareren en wint de race. Althans: dat denkt hij. Na ampel beraad – en onder flinke druk van FIA-president Jean-Marie Balestre – wordt de Braziliaan door de wedstrijdleiding gediskwalificeerd. Zodoende blijven zowel Prost én Senna op een nulresultaat steken en is Prost wereldkampioen 1989.
2000: Michael Schumacher
De titelstrijd in het Formule 1-seizoen 2000 eindigt veel gemoedelijker dan elf jaar daarvoor het geval was. Een belangrijke factor is waarschijnlijk de kameraadschap tussen hoofdrolspelers Michael Schumacher en Mika Häkkinen. Na een wonderschone seizoenstart (drie zeges uit drie wedstrijden) is Schumacher in de zomermaanden, voornamelijk door eigen fouten, weggezakt. Häkkinen – de regerend wereldkampioen – weet daarentegen juist races te winnen.
Na de Italiaanse Grand Prix, nummer veertien van de zeventien, heeft Häkkinen een voorsprong van twee puntjes in het WK. Een uitvalbeurt op Indianapolis komt de Fin echter duur te staan, helemaal aangezien Schumacher de race wint en de leiding overneemt. In Japan, waar evenals in 1989 de voorlaatste race wordt verreden, kan Schumacher kampioen worden mits hij twee punten meer scoort dan Häkkinen.
De kwalificatie wordt een waar schouwspel. De twee titelrivalen worden door slechts negen duizendste van een seconde gescheiden: Häkkinen noteert een 1.35.834, Schumacher weet met zijn 1.35.825 ternauwernood harder te gaan. Bij het doven van de startlichten heeft de Duitser echter niet lang plezier van zijn uitgangspositie: de zilvergrijze McLaren van Häkkinen schiet uit zijn positie op weg naar de leiding.
Een zege van Häkkinen zou het onderlinge gat doen verkleinen naar maximaal vier punten, afhankelijk van Schumachers finishpositie. De Duitser laat zijn Finse rivaal niet uit het vizier verdwijnen en slaat dankzij meesterstrateeg Ross Brawn na diens tweede pitstop zijn slag. Als Schumacher iets langer door kan rijden, gaat hij er goed voor zitten. Schumi perst er een paar kwalificatierondjes uit, waardoor hij na zijn eigen pitstop precies vóór Häkkinen de baan op komt.
Het is geen gedane zaak: het druppelt voorzichtig, waardoor het circuit van Suzuka in een roetsjbaan verandert. Verschillende coureurs verslikken zich en meermaals moeten de titelrivalen zich in bochten wringen om uit de penarie te blijven. Na 53 razend spannende ronden is het Schumacher die als eerste onder het zwartwit-geblokt doorrijdt, waardoor hij zijn derde wereldtitel mag bijschrijven.
2011: Sebastian Vettel
In het Formule 1-seizoen 2011 is het niet de vraag óf, maar wanneer Sebastian Vettel het wereldkampioenschap binnen hengelt. De Duitser wint vijf van de eerste zes Grands Prix en heeft het veld lange tijd in een houdgreep. Ook als hij wat minder voor de dag komt, zijn podiumplaatsen nog altijd de minimumopbrengst. Voorafgaand aan de Japanse Grand Prix – nummer vijftien van de negentien – is hij slechts één keer buiten de top drie gefinisht. Op de Nürburgring werd hij namelijk vierde…
Suzuka is bij uitstek het lievelingsjachtterrein van Vettel, die in twee deelnames ook tweemaal heeft gewonnen. Voor de editie van 2011 – Vettel heeft dan juist een winstreeks van drie opeenvolgende wedstrijden neergezet – lijkt de dan 24-jarige Duitser onstuitbaar. Tijdens de kwalificatie doet Vettel het kunstje van mentor Schumacher, die elf jaar daarvoor met negen duizendsten voorsprong de pole greep, tot op de duizendste nauwkeurig na. Waar titelrivaal Jenson Button een 1.30.475 rijdt, daar noteert Vettel een 1.30.466 en grijpt hij zodoende de pole.
In de run naar de eerste bocht laat Vettel zich van zijn meest Schumacheresque kant zien – hij drukt Button gewoonweg richting het gras, waardoor de goed gestarte Brit niet als eerste, maar als derde de eerste bocht uitrijdt. “Daar moet hij een straf voor krijgen, toch?”, vraagt Button zich over de boardradio af. De racestewards oordelen – controversieel – anders. Vettel mag gewoon doorrijden.
Aangezien de zachte Pirelli-band er in het jaar 2011 een handje van heeft om gruwelijk snel te slijten, moeten de heren coureurs al rond de twintigste ronde naar binnen voor hun tweede (!) pitstop. Button kan iets langer door dan Vettel en pakt zijn Duitse rivaal bij het nekvel, nadat de Brit een tweede plek heeft geërfd doordat zijn McLaren-collega Lewis Hamilton loopt te harken met totaal versleten banden.
Een Safety Car-fase kan Button niet van zijn stuk brengen. Na de neutralisatie managet de Britse wereldkampioen van 2009 het veld uitstekend, om gedurende het restant van de Japanse Grand Prix het hoofd koel te houden. Vettel daarentegen krijgt de Ferrari van Fernando Alonso nog om zijn oren. De Red Bull-rijder komt na zijn derde pitstop in het verkeer terecht, waar de Spanjaard juist geniet van vrij baan.
Voor het wereldkampioenschap maakt de nieuwe tussenstand op het circuit niets uit: of Vettel nu als tweede finisht of als derde, hij wordt bij een podiumklassering gegarandeerd wereldkampioen. In de slotronden van de wedstrijd jaagt de eergevoelige Duitse twintiger als een dolle achter de Ferrari van Alonso aan, maar die weet uiteraard precies waar-ie zijn wagen ter defensie moet plaatsen om Vettel af te houden.
Bij het vallen van de vlag rijdt Button als eerste over de eindstreep, iets meer dan een seconde voor de Ferrari van Alonso, die op zijn beurt de stierenbolide van Vettel achter zich aan ziet scheuren. Na vijftien van de negentien races heeft de laatstgenoemde, ondanks Buttons overwinning, een onoverbrugbare voorsprong opgebouwd. Met 114 punten voorsprong kan niemand Vettel in de laatste vier races meer inhalen en dus mag de Duitser zich voor de tweede keer in zijn loopbaan tot wereldkampioen kronen.
2022: Max Verstappen?
Reacties (10)
Login om te reagerenOneRace
Posts: 2.618
Ben geen gokker, maar hier gok ik ook op 😉
Aapnootmies
Posts: 763
Laat hem eerst maar goed starten
FGRacing
Posts: 613
Ja haha inderdaad
Peter Bakema uut putten
Posts: 49
Een zeer goede opmerking aapnootmies. Sluit mij aan bij FGRacing
bitflusher
Posts: 276
Best een lang artikel voor een statische anomalie. Maar leuk in de categorie sport in triviant. Morgen gaan we het zien.
StevenQ
Posts: 9.374
Max heeft die snelste ronde niet nodig als Leclerc geen 2e wordt, wat hij moet doen is 8 punten meer scoren dan Charles en 6 meer dan Checo
F1fever
Posts: 659
Ook al hebben ze er zelf niks aan, die 2 mercedesen gaan in de laatste ronden heel zeker voor de snelste ronde..
Freek-Willem
Posts: 5.374
Als Max 1e ligt en Perez geen 2e gaat Perez voor de snelste ronde. Enige die niet coor de snelste ronde mag gaan is Carlos, want dan neemt die de kansen van Charles weg.
snailer
Posts: 26.022
Welke kansen?
Freek-Willem
Posts: 5.374
Om het feestje van Max een week uit te stellen