Met Pierre Gasly en Esteban Ocon is Frankrijk komend seizoen wederom met twee coureurs vertegenwoordigd op de Formule 1-grid. De zuiderbuur van onze zuiderbuur is een grote speler in de autosportgeschiedenis. Ondanks dat zijn er tijden geweest dat de Franse autosportliefhebber minder bedeeld was.
Ga maar na: in de Formule 1-seizoenen 2010 en 2011 stond er tijdelijk geen enkele Fransman op de grid en tussen de verrassende Grand Prix-zege van Olivier Panis in Monaco 1996 en de even verrassende Grand Prix-zege van Gasly op Monza in 2020 werd geen enkele Formule 1-wedstrijd gewonnen door een Franse coureur. De Marseillaise klonk enkel na races die door Renault-coureurs Fernando Alonso, Jarno Trulli en Giancarlo Fisichella werden gewonnen.
Toch was er geen sprake van een periode waarin geen Frans talent voorhanden was. In de tussenliggende tijd probeerden meerdere Franse coureurs het tot het hoogste niveau van het autoracen te schoppen, maar vrijwel niemand bleek daartoe in staat. Het noopte de nationale autosportbond ertoe het opleidingsprogramma en navenante financiële steun volledig om te gooien, iets wat een schot in de roos bleek.
Voor Franck Montagny kwam die nieuwe route te laat. Hij die lange tijd werd aangewezen als de natuurlijke opvolger van de enige Franse Formule 1-wereldkampioen tot dusver, de legendarische Alain Prost, kwam er met zeven Grand Prix-starts bekaaid vanaf. Op de dag van zijn 45ste verjaardag blikt GPToday.net terug op de belofte die nooit echt uitkwam en het bijzondere verhaal nadien.
Tovenaar
De kartloopbaan van Montagny leest als eentje uit honderden. Jong snelheidsduiveltje slaat de lokale concurrentie tot pulp, om via steeds grotere en tot de verbeelding sprekendere klassen zijn weg naar voren te vechten. Als vijftienjarig menneke is hij uitgeleerd. Voor 1994 mag Montagny overstappen naar de autosportwereld. Tegenwoordig geen bijzondere leeftijd, destijds idioot jong.
Montagny valt op vanwege zijn vechtlust. Dat komt zijn resultaten niet altijd ten goede, maar voor de buitenwacht is een wedstrijd waaraan hij deelneemt nooit saai. In het autoracen staat de tiener overigens direct zijn mannetje: een kampioenstitel in de klasse die tegenwoordig het equivalent van de Formule 4 zou zijn, wordt opgevolgd met keurige prestaties in de Franse Formule Renault.
Tegen het einde van de twintigste eeuw heeft Montagny de opleidingsladder bijna helemaal voltooid. Hij is deelnemer in de tjokvolle Formule 3000-klasse, eentje die politiek gezien vlakbij de Formule 1 staat en als directe opleider geldt, maar in praktijk een hotseknotsbegoniacompetitie blijkt waarbij de teambaas met het beste netwerk op de meeste trofeeën kan rekenen. Montagny rijdt bij DAMS, een team dat voordien grote successen heeft gevierd, maar inmiddels wegkwijnt.
Corruptie
Het grote talent van weleer geraakt zodoende in een lastig parket. Steun vanuit het Franse bedrijfsleven is zo goed als non-existent en van de eigen portemonnee moet Montagny het eveneens niet hebben. Als een tweede seizoen in de Formule 3000 wederom op een teleurstelling uitdraait, moet de Fransman – inmiddels 22 jaar – het over een andere boeg gooien. Hij kan niet nóg een jaar verkwisten, want dan zou raakt de Formule 1 zomaar heel vlug uit het zicht.
En dat is zonde. Want Montagny, dat was de jongeman die Prost op moest volgen, die klaargestoomd werd toen de Professor himself zijn eigen racehelm nog warm van de actie aan de wilgen had gehangen. De jonge twintiger is verward door de gang van zaken en weet niet goed waar hij het moet zoeken. Wat zaken bemoeilijkt, is de zweem van corruptie die rond de hoogste opleidingsklassen hangt.
Montagny heeft politiek en financieel he-le-maal niets in te brengen. Frankrijk heeft immers net vier wereldtitels kunnen vieren dankzij Prost, Renault kon ettelijke keren de WK-winnende krachtbron leveren en de nationale interesse is verzadigd. Bernie Ecclestone, de toenmalige commerciële baas van de Formule 1, zoekt naar nieuwe markten – niet eentje die oud en uitgewrongen is. Zodoende kan een type als Alex Yoong zijn F1-debuut maken, terwijl zijn juniorerelijst nog geen voetnoot in vergelijk met die van Montagny is.
Renault
Zonder geldschieters en politieke steun is Renault Montagny’s enige hoop. Het Franse merk keert per 2002 terug als fabrieksteam en de aanstelling van een Franse coureur zou passen bij de strategie zoals deze in het verleden werd toegepast. Echter wordt het Formule 1-team van de Régie geleid door Flavio Briatore, die er een persoonlijke agenda op nahoudt. De Italiaanse praatjesmaker stalt enkel zijn eigen talenten bij de F1-stal van Renault.
Voor Montagny is er een reserverol beschikbaar, al staat Allan McNish voor hem in de pikorde. In de tussentijd rijdt de Fransman zijn rondjes in de Nissan World Series, de voorloper van de Formule Renault 3.5. Het zal weinigen verbazen dat Montagny zich eenvoudig ontpopt tot één van de beste coureurs van het veld. In drie seizoenen wint Montagny tweemaal het kampioenschap en wordt-ie één keer tweede.
In de wandelgangen wordt Montagny’s naam altijd genoemd, maar tot een deal komt het nooit – eigenlijk een beetje zoals Nyck de Vries’ situatie tot september 2022. Andere coureurs hebben meer geld, een betere manager of komen net doorgestroomd vanuit de laatste opleidingsklasse. Montagny wordt er bovendien niet jonger op. Kort na zijn 26ste verjaardag is-ie eindelijk de eerste reserve van Renault, maar meer dan twee vrijdagtrainingen – waarvan eentje nota bene voor Jordan – levert hem dat niet op.
Alsnog op de grid
Zoals zoveel talenten die tussen wal en schip hangen, mag Montagny toch nog zijn Formule 1-debuut maken. Hij doet dat – evenals zo velen – in een rammelkar. Het door Honda gesubsidieerde Super Aguri doet in 2006 een poging de grootste flop allertijden te worden en Montagny krijgt de eer om met een onderontwikkelde flutwagen zeven Grands Prix lang rond te banjeren. Tweemaal wordt-ie zestiende, er is één achttiende plaats en er zijn vier uitvalbeurten. Dat zijn teammaat Takuma Sato heet en de kroonprins van Honda is, komt Montagny’s kansen allerminst ten goede.
En dat was het. Montagny krijgt in het verdere verloop van zijn racecarrière geen Formule 1-kansen meer. Niet als Super Aguri door een maas in de Formule 1-wetten pardoes over een racewinnende wagen beschikt (bedankt, Honda!), niet als Renault op zoek moet naar een nieuwe coureur – die wordt gevonden in het nieuwe supertalent Heikki Kovalainen – en ook niet als andere teams snel een invaller nodig hebben.
Meer dan een testzitje bij Toyota, dat een stel Fransen in de top van het management heeft, kan Montagny er niet uitpersen. Nadat ook die verbintenis op een teleurstelling uitdraait – als Ralf Schumacher wordt gewipt mag GP2-kampioen Timo Glock diens positie innemen, waardoor Montagny alweer met lege handen staat – besluit de Fransman het roer compleet om te gooien.
Allrounder
Hij racet in de A1 Grand Prix, snelt naar een tweede plaats in zijn eerste en enige Champcar-wedstrijd en mag bovendien elke junimaand zijn opwachting maken tijdens de 24 uur van Le Mans. Dat Montagny écht niet voor het geluk geboren is blijkt op het Circuit de la Sarthe, waarop hij in zowel 2006 (voor Pescarolo) als 2009 (voor Peugeot) met een tweede plek nipt naast de overallzege grijpt en daar in 2008 en 2011, beide keren namens Peugeot, derde plaatsen aan toevoegt.
Montagny wordt er hondsdol van. Het ooit zo hooggewaardeerde talent grijpt keer op keer naast de grote vissen en belandt in het rijtje met coureurs die het net-niet hebben gered. Het vreet aan de Fransman, die steeds vaker met een chagrijnige blik over de paddocks wandelt en geregeld woordenwisselingen met andere coureurs heeft. Hij lijkt het niet te kunnen bevatten dat zijn gouden toekomst nooit is gekomen. Drie achtereenvolgende zeges op Petit Le Mans veranderen daar niets aan.
Tot overmaat van ramp staat Montagny gedurende het complete seizoen 2013 langs de zijlijn. De kans om met de nieuwe elektrische wagens van de Formule E te rijden, voor het team van Andretti, grijpt-ie daarom met beide handen aan.
Geschorst
Die kans leidt uiteindelijk tot het einde van Montagny’s racecarrière. Hij start fantastisch met een tweede plek in de allereerste race, kort achter winnaar Lucas di Grassi. Daarna komt de fatale fout. In een poging het malende hoofd eens tot rust te brengen – Montagny blijft mijmeren over hoe het had kunnen zijn – laat hij op een avondje in Parijs een dealer wat cocaïne aanleveren. Het middel blijft net lang genoeg in zijn systeem om te worden opgemerkt tijdens de verplichte drugstest voor de tweede Formule E-race en Montagny wordt voor twee jaar geschorst.
De racewereld, met Mario Andretti – vader van Montagny’s werkgever – voorop, dondert over de betrapte Fransman heen. Hij is niet goed snik, zou voor altijd verbannen moeten worden en verdient enkel de behandeling als die van een junk. Volgens de betrapte rijder heeft hij nooit eerder iets gebruikt: als zijn jeugdvrienden een jointje opstaken, deed hij naar eigen zeggen zelfs een gasmasker op om maar niets te inhaleren. De levensloop die volgde op de kansen die hem als jonge jongen werden toegedicht, brachten Montagny echter op een doodlopend mentaal pad – eentje waarin hij geen uitwegen meer zag.
Montagny is niet de enige die gebruikt, maar wel de enige die betrapt wordt. In nota bene dezelfde raceklasse rijdt er een aantal rond dat frequenter gebruikt, maar de mazen in de wet kent. Montagny had daar geen weet van. Zijn wanhoopsdaad wordt flink bestraft en voor de Fransman volgt een tijd van inkeer. Hij vecht terug, krijgt in 2018 een baan als analist bij de Franse televisie aangeboden en groeit uit tot publiekslieveling. De Formule 1-carrière zoals gehoopt is er niet van gekomen, maar Franck Montagny is ondanks zijn bijzonder lastige pad alsnog een vaste paddockbewoner geworden. Vandaag is hij 45 geworden. Gefeliciteerd, Franck!
Reacties (7)
Login om te reagerenCaptain H. M. Murdock
Posts: 911
@Rene
'Niet als Super Aguri door een maas in de Formule 1-wetten pardoes over een racewinnende wagen beschikt (bedankt, Honda!)'
Volgens mij was dat niet Super Aguri, maar Brawn (voortgekomen uit het Honda fabrieksteam, eat op zijn beurt weer vanuit BAR is ontstaan).
Evert van der Pick
Posts: 6.118
Ik begrijp die opmerking van René sowieso niet, want de beste finishes waren P6 en P8 (beiden door Sato)
Captain H. M. Murdock
Posts: 911
Dat ook nog eens ja. 🤷
reprep
Posts: 588
@Murdock Ik denk wat Rene hiermee wil zeggen dat aan het einde van 2006 Montagny zijn F1 carrière ophield, Super Aguri had door een maas in de Formule 1 wetten pardoes een racewinnende wagen. Rene doelt hierbij waarschijnlijk op de bolide van 2007 denk ik waarbij Super Aguri zo goed als de winnende Honda van 2006 heeft overgenomen en heeft gekopieerd. De 2006 Honda heeft maar 1 race gewonnen maar gewonnen heeft hij.
delange
Posts: 2.377
Heb hem lang geleden in Zolder gezien tijdens de renaultdays toen je oren nog pijn deden van de motoren.
Televisie67
Posts: 2.274
Oudman is duidelijk niet op de hoogte van de feiten. De Honda van een jaar eerder heeft welgeteld één race gewonnen. Verder was het niet de Honda van een jaar eerder die één op één overgenomen werd. En Sato was gewoon een goede coureur. Dat hij een innige band met Honda was had niets te maken met de prestaties van Montagny. Sato was gewoon beter dan Montagny, en later ook beter dan Davidson.
Verder was die 'onderontwikkelde flutauto' de Arrows van 4 jaar eerder die ze kloppend hadden gemaakt voor de regels van het eerste jaar dat SA mee deed (2006?), dat was alles waar ze tijd voor hadden omdat Aguri Suzuki in een zeer laat stadium dat team begonnen was. Later in het jaar hadden ze die doorontwikkeld waarmee ze een stap zetten en voorbij Spyker kwamen.
Montagny was verder best een coole gast die ook veel met kunst deed.
Evert van der Pick
Posts: 6.118
Ik weet ook niet beter dan dat ze met een oud Arrows chassis reden.