De kogel is door de kerk: Honda keert in 2026 weer terug in de Formule 1 als motorleverancier van Aston Martin. Na slechts vijf jaar keert de Japanse autobouwer dan weer terug in de koningsklasse van de autosport en het is zeker niet de eerste keer dat Honda terugkeert. Honda heeft een rijke historie in de Formule 1. GPToday.net kijkt terug op de geschiedenis van Honda in de koningsklasse van de autosport.
Het verhaal van Honda in de Formule 1 begint bij oprichter Soichiro Honda. Hij stond aan de wieg van het merk en droomde altijd al van successen in de autosport. De Japanners begonnen de droom begin jaren ‘60 werkelijkheid te maken. In 1962 begonnen ze al met de ontwikkeling van de unieke RA271, het was één van de weinige wagens waarbij het team verantwoordelijk was voor zowel het chassis als de krachtbron.
Het project was een Japanse aangelegenheid, alleen was de eerste coureur niet afkomstig uit het land van de rijzende zon. Honda koos namelijk voor de diensten van de Amerikaan Ronnie Bucknum. In 1964 bestuurde Bucknum de RA721 tijdens diens debuutweekend in Duitsland. Hij werd als dertiende geklasseerd en het debuut van Honda was een feit.
Het merk zou in dat jaar aan nog twee races deelnemen met Bucknum, in beide gevallen bereikte de Amerikaan de finish niet. In 1965 verscheen Honda weer aan de start, maar dit keer met twee coureurs en een gloednieuwe auto. Het merk schreef twee RA272’s in en rekruteerde Richie Ginther als tweede coureur naast Bucknum. Het tweede seizoen verliep enigszins teleurstellend, maar Ginther verraste de wereld en won in Mexico de eerste Grand Prix voor Honda.
Het merk leek de voet aan de grond te krijgen in de Formule 1 en trok in 1967 zelfs wereldkampioen John Surtees aan als fabriekscoureur. Surtees won dat jaar nog in Italië, maar daarna ging het snel bergafwaarts met Honda. De resultaten vielen tegen en na 1968 trok men zich terug om zich volgens de officiële lezing te focussen op de gewone auto’s en motoren, de dood van Honda-coureur Jo Schlesser speelde echter ook mee.
Honda maakte in 1983 voor het eerst een comeback in de Formule 1. Als motorleverancier van Spirit begon men aan een decennium vol succes. In 1984 stapte Honda namelijk over naar het topteam van Williams, het was een gouden greep. Keke Rosberg won in dat jaar de eerste Grand Prix sinds de comeback en in 1986 won men zelfs de constructeurstitel met Williams.
Honda begon ook andere teams te voorzien van krachtbronnen. In 1987 ging men ook een samenwerking aan met Lotus en reed er met Satoru Nakajima ook een Japanner met een door Honda-aangedreven wagen. Nakajima’s teamgenoot? Ayrton Senna. Tijdens de Britse Grand Prix volgde dat jaar het grootste succes tot dan toe: de top vier bestond volledig uit Honda-coureurs.
In 1988 volgde de belangrijkste stap uit de Formule 1-geschiedenis van Honda. Ze gingen namelijk motoren leveren aan het team van McLaren en dat bleek een goede zet. Met het explosieve rijdersduo Ayrton Senna en Alain Prost werd de sport gedomineerd. In 1988 en 1989 wonnen ze bijna alles wat er te winnen viel, maar ontstond er wel een fittie tussen de twee coureurs.
Prost vertrok en werd in 1990 vervangen door Gerhard Berger. Senna ging daarna door met winnen en bezorgde McLaren en vooral Honda nog veel meer successen. Maar aan al het succes komt een einde en na 1992 vertrok Honda weer bij McLaren. Ze bleven nog wel betrokken in de sport met hun Mugen-motoren, pas in 2000 keerde de naam Honda echt weer terug.
In het eerste jaar van de nieuwe eeuw ging Honda samenwerken met het team van BAR en een jaar later volgde ook een deal met Jordan. De samenwerking met BAR bleek een blijvertje en in 2004 was het team zelfs tweede in het constructeurskampioenschap achter het machtige Ferrari. Toen BAR ophield te bestaan nam Honda de boel over en stond er in 2006 voor het eerst sinds 1968 weer een Honda-fabrieksteam op de grid.
De fabriekscomeback van Honda werd niet het gewenste succes. In 2006 ging het nog redelijk met een verrassende zege van Jenson Button in Hongarije en een vierde plaats in het constructeurskampioenschap, maar daarna ging het bergafwaarts. Ondanks unieke livery’s in de kleuren van de wereldbol, bleven de goede resultaten uit.
Begin 2009 trok Honda de stekker uit het project en nam Ross Brawn vlak voor het seizoen de inboedel over. Met zijn Brawn GP werden het team en Button op sensationele wijze wereldkampioen. Met een chassis dat eigenlijk een Honda had moeten zijn werd een wereldtitel gepakt.
Honda leek de sport definitief vaarwel te hebben gezegd, maar er volgde een deal met een historisch oogmerk. Vanaf 2015 ging Honda namelijk weer samenwerken met McLaren en droomde de Japanners van de successen uit de Senna-jaren. Het werd echter het tegenovergestelde: de Honda-motor en de McLaren deden niet wat ze moesten doen. Punten werden schaars en de frustratie bij stercoureur Fernando Alonso werd alsmaar groter.
Alonso foeterde in de drie jaren vol misère meermaals de motorleverancier uit. Zijn tirades over de boordradio werden legendarisch en vooral de uitspraak ‘GP2-engine’ viel niet helemaal lekker in Japan. Eind 2017 werd de McLaren-deur dan ook snel dichtgetrokken en focuste Honda zich op het nieuwe project: Red Bull.
Na een jaartje experimenteren bij Toro Rosso werd Red Bull Racing in 2019 de fabrieksrenstal. De combinatie liep als een trein en Max Verstappen schonk zijn team én Honda in het eerste jaar direct de eerste zeges. Ook in coronajaar 2020 wist hij te winnen, maar maakte Honda wel bekend dat ze na 2021 de Formule 1 gingen verlaten. De sport paste niet meer in het groene plaatje van het merk en men gaf andere projecten de prioriteit.
Het beoogde afscheidsjaar 2021 werd er eentje om nooit te vergeten: Verstappen belandde in een fel titelduel met Lewis Hamilton en Honda wist weer wat winnen was. De Red Bull-Honda was een winnaar en na een bizar slotstuk in Abu Dhabi kroonde Verstappen zich als wereldkampioen. De Nederlander gaf hiermee Honda een afscheidscadeau met een gouden strik.
Honda vertrok daarna niet helemaal uit de sport. Ze blijven tot en met 2025 helpen bij het bouwen van de Red Bull Powertrains-motoren en de HRC-stickers zijn nog steeds aanwezig. In 2026 komen ze dus weer terug, als de motorpartner van Aston Martin.
Reacties (3)
Login om te reagerenwinti
Posts: 1.670
Vergeet niet de test sessies van Jos voor het Honda fabrieksteam project begin jaren nul. Daar ging ook ineens de stekker uit.
Larry Perkins
Posts: 53.886
Vind het geen comeback, praktisch gezien stappen ze gewoon over van RB naar AM...
Pietje Bell
Posts: 26.521
Het is ook geen comeback. Enkel in de ogen van de mensen die niet weten dat de huidige PU van SAT en RBR een Honda PU is die Honda/RBPT genoemd wordt.