Interview: Het F1-avontuur van Michael Bleekemolen deel 2: "Ik had schijt aan de hele wereld"

  • Gepubliceerd op 26 dec 2024 16:56
  • 5
  • Door: Nick Steenhuis

De Formule 1 heeft net haar 75e seizoen in haar geschiedenis afgerond. Gedurende die 75 jaar zijn er maar liefst 778 coureurs geweest die een race hebben gereden in de koningsklasse van de autosport. Fernando Alonso heeft nog altijd de meeste races achter zijn naam staan (401), maar er zijn ook rijders die slechts één Grand Prix hebben gereden. Een van deze rijders is de Nederlander Michael Bleekemolen. GPToday.net sprak met hem over zijn F1-avontuur. In dit tweede deel gaat het over frauderen met kwalificatietijden, het dodelijke ongeluk van Ronnie Peterson en zijn enige race op Watkins Glen.

Na zijn kortstondige avontuur bij RAM Racing leek er een vroegtijdig einde te komen aan het F1-avontuur van Bleekemolen, maar zijn prestaties in ’78 in de Formule 3 zorgden voor nieuwe kansen. Hij eindigde in Zandvoort, op de Östereichring en op het circuit van Zolder op het podium en maakte veel indruk met zijn snelheid. Mo Nunn, eigenaar van het Ensign Formule 1-team, bood de Amsterdammer daarop een test aan. Op het circuit van Silverstone maakte hij veel indruk en Nunn vroeg aan Bleekemolen of hij de Grand Prix van Frankrijk wilde rijden voor Ensign.

Dat wilde hij dolgraag. Bleekemolen was ook al aanwezig op Paul Ricard, maar een Italiaan met een zak geld werd uiteindelijk toch boven hem verkozen. Daarop besloot hij met zijn management naar de Grand Prix van Duitsland in Hockenheim te gaan, waar gesproken werd met de eigenaar van het Formule 1-team van ATS (Auto Technisches Spezialzubehör), Günter Schmid. “Ja, dat was een idee van mij en mijn managers Toine Hezemans, Gijs van Lennep en Tonio Hildebrand. We waren met z'n vieren altijd daar wel mee bezig en zagen bij ATS een kans, omdat Schmid wel van wisselende rijders was.” Toen ook Schmid enthousiast bleek, gingen de onderhandelingen erg rap. “Ja, dat was heel snel geregeld. Schmid had een bedrijf in velgen en het team was van zijn fabriek. En dat bedrijf liep heel erg goed, dus hij had ook niet direct sponsoren nodig, wat voor mij een voordeel was. Want bij Mo Nunn... Ja, Nunn stond echt letterlijk te huilen dat ik niet bij hem ging rijden.”

Hildebrand past kwalificatietijd Bleekemolen aan

Zodoende werd de Nederlander tijdens zijn thuisrace op Zandvoort voor het eerst de nieuwe teamgenoot van Jochen Mass. Maar opnieuw werd het geen succes. Ook bij ATS was het voor Bleekemolen trekken aan een dood paard. “Ja, die ATS-bolide van mij had een paar verschrikkelijke klappen meegemaakt. Ook net nog voor de Nederlandse Grand Prix in Hockenheim. In het chassis zat gewoon een foutje en het golfde een beetje. Ja, dat kan natuurlijk niet.” Het zorgde er dan ook voor dat hij zich opnieuw niet kon kwalificeren voor de race, al had Toine Hezemans hem nog bijna op bizarre wijze aan een plekje op de startgrid geholpen.

“Ik had een tijd van 1:21.4 gereden ofzo, dus ik was niet gekwalificeerd. Maar wat had Toine gedaan? Hij had boven in het tijdwaarnemingshuisje – toentertijd hield men de tijden nog bij met insteekkaartjes – mijn tijd aangepast terwijl de mensen aan het kletsen waren en niet op hem lette. Hij heeft toen van een 1 een 0 gemaakt, waardoor ik met mijn 1.20.4 plots gekwalificeerd was”, lacht Bleekemolen. “Maar wat bleek nou? Pironi, die stond op pole position en dat kon helemaal niet met zijn bolide. Dus toen zijn ze alles gaan narekenen en toen kwamen ze er helaas achter dat mijn tijd was aangepast. In plaats van mij nou gewoon te laten staan, want niemand had daar tegen geprotesteerd. Echt niemand. Ook Merzario, één van onze concurrenten in het achterveld, niet. Die dacht: ‘Dat doe ik in Italië ook.’ Maar het was niet anders.”

“Die hebben er gewoon voor gezorgd dat Merzario ineens een snellere tijd had”

Doordat Bleekemolen zijn teamgenoot Mass versloeg tijdens de kwalificatie op Zandvoort, vroeg Schmid of hij de resterende Grands Prix van ’78 voor ATS wilde racen. Te beginnen met de race in Monza, en laat daar nou net gebeuren wat Bleekemolen zojuist al aanhaalde. “In Monza had ik me voor de Grand Prix gekwalificeerd, maar het is en blijft natuurlijk Italië. We streden met een aantal mannen voor de laatste plekjes die recht gaven op deelname aan de race. Ik was tijdens de kwalificatie - zoals heel het weekend al het geval was - sneller dan Merzario. Ondanks dat Merzario langzamer was, stond hij wel plots voor me op de tijdenlijst. Dus ja, dat is typisch Monza natuurlijk, die hebben er gewoon voor gezorgd dat Merzario ineens een snellere tijd had. En dat ging ten koste van mij.”

Dodelijke crash zorgt bijna voor eerste GP

Het zorgde ervoor dat de Amsterdammer als eerste op de reservelijst kwam te staan. Wanneer een rijder om één of andere reden niet deel kon nemen aan de GP van Italië, dan was Bleekemolen de coureur die die plek op de grid mocht gaan innemen. En die kans leek er ook te komen, na een vreselijke startcrash, die Ronnie Peterson uiteindelijk het leven kostte. “Bij de start stonden mijn vrouw en ik bij het rempunt van de eerste chicane. We stonden achter de vangrail meteen, dus we hebben die hele crash gezien. Ik heb Peterson er ook uitgetrokken zien worden. Van zijn knie tot zijn voet zag je alleen maar bot, dat was eng om te zien.”

Maar met die crash was Bleekemolen toen niet echt bezig. “Ik dacht eigenlijk alleen maar: ‘Dit is mijn kans.’ Zo moest je ook gewoon denken als coureur.” Ondanks deze geweldige kans, werd het uiteindelijk toch niet zijn eerste Formule 1-race. “De Grand Prix startte om 14:00 uur en om 16:00 uur was de restart. Om 12:00 uur hadden de jongens van ATS de vrachtwagen echter al ingepakt en waren ze richting Duitsland gereden. Ze waren na de startcrash nog niet eens zo ver van het circuit vandaan, maar we hadden geen portable telefoons. De mensen van het team die wel aanwezig waren, hebben nog overwogen om met een auto naar ze toe te rijden en ze terug te halen, maar daar was uiteindelijk niet genoeg tijd voor.”

D1-chassis

Die eerste Grand Prix kon er drie weken later zomaar eens gaan komen in Amerika. ATS introduceerde op Watkins Glen het nieuwe D1-chassis, wat de basis was van de ATS-bolide van 1979. Maar Bleekemolen kreeg dit nieuwe chassis niet, ondanks dat hij naar eigen zeggen bevooroordeeld was bij Schmid. “Ja, Mass en ik waren na de GP van Nederland gaan testen op Silverstone. Ik ben nog aan het opwarmen en ik kijk voor me en zie allemaal rotzooi op de baan liggen. We waren maar met twee auto’s, dus dat moest Mass zijn. Hij had ongeveer alles gebroken en zat alleen nog in een klein stukje aluminium. De auto was total loss, die kon je niet meer opbouwen”, stelt Bleekemolen. “Toen werd Keke Rosberg van stal gehaald en die kreeg de nieuwe auto, dat werd zo bepaald door Schmid.” Heel erg baalde de Nederlander daar niet van. “Die auto was nooit getest en had nog allerlei kinderziektes, dus Rosberg stond om de haverklap stil.”

“Ik had gewoon de chicane rechtdoor genomen”

Ondanks het feit dat Bleekemolen niet over de nieuwe ATS-bolide beschikte, wist hij zich wel te kwalificeren voor de race. Hij mocht de GP van de Verenigde Staten aanvangen vanaf P25, maar het was nog even de vraag of hij wel van start kon gaan. “Ik had mijn auto voor de race naar de startgrid gebracht en ik doe dat stuur op en neer. Tot mijn verbazing zie ik alle aluminium platen in de popnagels heen en weer gaan. Ik liet het aan één van de monteurs zien en hij zei: ‘Nicht fahren das ist zu gefährlich.’ Maar ik besloot gewoon van start te gaan, want ik wist dat die platen niet zouden afbreken.”

“Ik had een verschrikkelijk goede eerste ronde, dat weet ik wel”, vervolgt de voormalig F1-coureur. “Ik lag geloof ik veertiende ofzo. Ik had gewoon de chicane rechtdoor genomen. Ik had schijt aan de hele wereld. Maar ja, toen lag ik vervolgens vijftiende of zestiende, en toen realiseerde ik me dat François Cevert op Watkins Glen verongelukt was. Moet ik hier nog mee doorgaan?”, vroeg Bleekemolen zich af. “Dus toen ben ik in de tiende ronde naar binnen gereden, body eraf. De jongens wisten meteen waar ze naar moesten kijken. Dus ik weer dat stuur heen en weer doen. Het was nog steeds hetzelfde. Maar goed, uiteraard moet je meteen weer verder rijden. Uiteindelijk viel ik uit met een defect aan het oliefilter.”

B-team van Lotus

Achteraf gezien bleek het de enige Grand Prix te zijn die Michael Bleekemolen zou rijden in de Formule 1. Hij deed een week later nog wel mee aan de kwalificatie voor de GP van Canada, maar ook daar wist hij zich niet voor te kwalificeren met de beroerde ATS. Daar zat hij echter niet lang over in, want er deed zich een mogelijkheid voor om in ’79 opnieuw op de grid te staan. “Eind ’78 kwam er een andere optie. Er zou namelijk een tweede Lotus-team komen, een B-team. Toen ben ik ook meteen met Tonio Hildebrand en Toine Hezemans in een privévliegtuig naar Colin Chapman (teameigenaar van Lotus) gevlogen. Daar hebben we toen een deal gemaakt met Bob Sparshott van BS Fabrications. Zij waren met Chapman overeengekomen dat ze twee Lotus-bolides zouden krijgen. En ik had mijn sponsoring rond. Ik kreeg in totaal 1,1 miljoen gulden en dat kwam van Marlboro, FNS en oliemensen uit Nederland. Ik moest me alleen nog inschrijven bij de FIA. Dat moest voor 31 december gebeuren en dat zou de KNAF doen. Ik zag mijn naam alleen nergens voorbijkomen, dus ik bel de KNAF op 4 januari op en het hoofd wist niks meer van het gesprek en was het gewoon vergeten. Dus daar ging mijn kans.”

“Dat is toch wel een hard gelag altijd”

Daarna heeft Bleekemolen nooit meer de kans gehad om een tweede Grand Prix te kunnen rijden. Als hij daar nu op terugkijkt, hinkt hij op twee gedachten. “Ja, ik had er gewoon meer achteraan moeten gaan. Vaker de telefoon moeten pakken en kijken wat er mogelijk was. Mijn managers waren daar natuurlijk voor, maar ik had er gewoon veel meer bovenop moeten zitten. Dat is wat ik nu anders zou doen als ik nu nog een kans zou krijgen. Maar goed, achteraf ben ik misschien ook wel blij dat al die projecten mislukt zijn, want het waren allemaal levensgevaarlijke tijden natuurlijk. Ik heb zo vaak één op één met mensen zitten te praten die vijf minuten later dood waren. En dan... Ja, dat is toch wel een hard gelag altijd.”

Reacties (5)

Login om te reageren
  • Mooi stuk weer!

    • + 0
    • 26 dec 2024 - 17:54
    • Yuki zou zeggen: "Wat moet ik nog meer laten zien voor een contract?!"

      Alleen maar mooie, goed geschreven artikelen/stukken.

      • + 0
      • 26 dec 2024 - 18:22
  • Mooi verhaal, hij heeft het al een aantal keren verteld.
    Ik heb altijd een glimlach als ik aan hem denk. Mijn eerste kartrace stond ik op pole position en hij stond naast me. We reden zo'n dag een paar heats en dan de finale. De startopstelling van de eerste heat werd echter bepaald door loting, vandaar.....hahahaha

    • + 0
    • 26 dec 2024 - 19:18
    • Had Bleekemolen anders verder naar achteren gestaan @Jim?

      • + 0
      • 26 dec 2024 - 20:22
  • Ik heb nog even de tijden opgezocht van Zandvoort 1977:
    Boy Haye: 1'22.20 (DNQ, hoewel ruim binnen de 107%).
    Bleekemolen (zelfde auto): 1'26.68
    Heeft Bleekie daar nog een sappig verhaal over?

    • + 1
    • 26 dec 2024 - 21:21

Gerelateerd nieuws