In Amerika zijn er net als in de Formule 1 opstapklasses om ervaring op te doen voor het grote werk. Daar heet het 'The Road to Indy'. De Nederlander Rinus van Kalmthout (VeeKay) heeft net als vele actieve IndyCars-coureurs deze raceladder beklommen. De Indy Lights was voor de meesten de belangrijkste laatste stap richting de top.
The Road to Indy bestaat uit verschillende klasses. De eerste trede is de USF2000-series. Dat kan je vergelijken met F4. Daarna komt de Indy Pro 2000. Deze klasse is een soort Formule 3. Dan komt de Indy Lights. Dat lijkt meer op de Formule 2. De laatste trede is het ultieme doel: de IndyCars.
Vijfvoudig IndyCar-kampioen Scott Dixon startte zijn succesvolle carrière in de Indy Lights, meer dan twintig jaar terug. In 1999 eindigde de Nieuw-Zeelander achtste. Het jaar daarna won hij de titel en zes van de twaalf races. Daarna mocht Dixon in 2002 meedoen in de CART-series, de voorloper van de IndyCars.
De Chip Ganassi-coureur zegt hierover: "Deze route is in de afgelopen vijf of meer jaren erg interessant geweest. Het brengt nog steeds geweldige talenten voort. Vooral als je kijkt hoe de rookies het doen, zoals Rinus VeeKay. Hij is extreem snel en behaalt geweldige resultaten in moeilijke situaties."
Dixon is lovend over hoe de doorstroming van talenten verloopt. "The Road to Indy ontwikkelt zeer goede coureurs. Ik denk dat talenten die recentelijk zijn doorgebroken van uitmuntende kwaliteit zijn, zelfs de rijders uit Europa. Dit jaar was alles een beetje anders, maar ik hoop dat het verdergaat in de komende jaren." Door het coronavirus was de Indy Lights niet actief in het voorprogramma, maar komt terug in 2021. De rest van de opstapklasses konden wel doorgang vinden.
Volgens titelkandidaat Josef Newgarden is het een belangrijke leerschool voor jonge rijders. "Je komt op dezelfde banen als de topcoureurs en ervaart hoe een raceweekend eruit ziet." De Amerikaan won de Indy Lights in 2011. "Ik wilde altijd professioneel IndyCar-coureur worden en dit was het beste pad. Het is belangrijk om de identiteit van deze opstapklasse goed te onderhouden en te beschermen."
Met rijders zoals Patricio O'Ward, Rinus VeeKay en Colton Herta wordt het succes van de opstapladder andermaal bevestigd. O'Ward stond lange tijd derde in het kampioenschap, VeeKay pakte zijn eerste pole en podum en Herta won zijn eerste race op Mid-Ohio.
O'Ward, die vanuit de lagere klasses steeds verder opklom, verklaart waarom dit kan: ''In de Indy Lights lijken de wagens heel erg op die van de IndyCars. Het speelt een belangrijke factor om je snel aan te passen. Ik hoefde niet een hele nieuwe manier van rijden te leren. En dat is belangrijk.'' O'Ward won de Indy Lights in 2018 met Herta als teamgenoot.
Herta onderstreept deze gedachtes: ''Het is bewezen dat het competatitief is en dat nieuwe rijders in de IndyCars gelijk snel kunnen zijn. De organisatie doet goed werk met de kalender. Het lijkt precies op de IndyCars. Een mix van korte ovals naar road courses. En van stratencircuits naar superspeedways. Het laat zien dat de opstapladder werkt.''
De talentvolle coureur ziet ook dat het zijn vruchten afwerpt. ''Er is geen andere plek op de wereld waar je zonder geld de weg naar de top kan vinden (- met hulp van een rijdersbeurs). Elk jaar op de Indy 500 heeft de helft van het veld ervaring opgedaan door The Road to Indy-formule.''
Net als bij de Formule 1, willen veel coureurs tegelijk doorstromen naar de hoofdklasse. Je plek is nooit zeker, want veel talent staat te popelen om de grote stap te maken. Herta zegt daarover: ''Het zet druk op iedereen in de IndyCars, wetende dat snelle rijders eraan komen. Je moet niet denken dat je een veilige positie hebt binnen een team, want er ligt altijd iemand op de loer die jouw plek wilt innemen.''
Rinus VeeKay, wat goed is, komt snel
De Nederlander maakte in 2017 de sprong naar Amerika. In de USF2000 begon de 20-jarige rijder welvarend in zijn debuutseizoen. Hij werd gelijk tweede in de stand en won drie races.
Daarna knalde VeeKay door in de volgende klasse: Pro Mazda Championship (heet nu Indy Pro 2000). Daar werd het talent gelijk eerste in het kampioenschap met zeven overwinningen.
De volgende stap naar de Indy Lights was meer dan logisch. In zijn eerste jaar werd de coureur uit Hoofddorp tweede in de strijd om de titel. Hij won zes races en was regelmatig op het podium te vinden.
De vraag was niet of maar wanneer VeeKay IndyCars zou rijden. En zo geschiedde. Dit seizoen mocht de Nederlander zijn debuut maken bij het kleine team van Ed Carpenter Racing. De jonge coureur gaat zeer hoogstwaarschijnlijk het rookie-kampioenschap binnen halen. Daarvoor hoeft hij alleen aan de start te verschijnen in St. Petersburg, Florida.
Reacties (6)
Login om te reagerenStitch
Posts: 6.093
Het is hem gegund, dat hij daarmee ook de stap naar een topteam kan maken. Dan kan hij dat momentum wel vasthouden. Go Rinus!
schwantz34
Posts: 38.436
Als Rinus zo blijft presteren zit hij na volgend seizoen bij één van de topteams in hun car.
mordor
Posts: 1.894
Leuk om zijn indrukwekkende leercurve te volgen. Als de rookie foutjes verdwijnen zie ik hem constant om podiunplekken strijden
Neuroteck
Posts: 12
Volg Rinus al eventjes, gaaf om te zien hoe hij de ladder aan het beklimmen is.
Groot voordeel dat talent in deze series wordt beloond en dat je ook zonder $$$ de top kan bereiken
Thuru
Posts: 348
Ook vooral tof dat teams rookies de kans geven zoals Ed Carpenter Racing.
MacGyver
Posts: 3.777
Met het williams van de indycars (behalve op de indy500, dan is het een raket van ed) zo presteren overall is bijzonder.
Maar dat is de kracht van een eenheidsklasse met 2 verschillende motorleveranciers, als je je shit voorelkaar hebt doe je mee voor de prijzen.
Dat is autosport volgens de amerikanen, zelfde geldt ook voor NASCAR, ja je hebt 3 merken, de teams bouwen allemaal volgens de regels een chassis en hangen er het merk wat ze rijden bodywork overheen, maar de organisatie reguleert de aerodynamische vorm om de boel competatief te houden.
De factor auto heeft minder invloed op het eindresultaat, factor mens maakt het verschil.
Talent van de motorbouwer, de engineer die het ding afstelt samen met de coureur, de coureur in de race. Pitstops met maximaal zoveel handjes tegelijk aan de auto en max aantal mensen over de muur.
Jammer dat ze relatief weinig circuits aan doen zoals road america en cota en vooral rondjes driftend over een oval maken, gaat wel bizar hard op de langere banen van 1,5 mijn en langer, 300km/u zomaar