Meindert van Buuren heeft niet het potentieel kunnen waarmaken dat zijn team Pons Racing afgelopen weekend op de Nürburgring liet zien. In beide Formule Renault 3.5-races van de World Series by Renault had er meer ingezeten. Een strijdbare race op zaterdag leverde geen punten op vanwege een tegenvallende kwalificatie. Vervolgens werd op zondag zijn megastart in de tweede race al in de openingsronde tenietgedaan: Van Buuren reed in de top tien toen hij onvrijwillig betrokken raakte bij een carambole tussen vier auto’s.
"Twee raceweekenden achter elkaar met pech", zo kijkt Van Buuren terug op zijn weekenden op Moscow Raceway en de Nürburgring. "Niet de beste manier om de zomerstop van twee maanden in te gaan, maar het is niet anders. In ieder geval weten we met het team dat we op de goede weg zitten met onze kwalificatiesnelheid. Dat was tot nu toe ons zwakke punt, maar mijn teamgenoot Oscar Tunjo heeft laten zien dat we nu in de top-tien kunnen kwalificeren."
Van Buuren had zich daar graag bij gevoegd, maar twee keer verliep de kwalificatie niet zoals hij wilde. "In de eerste kwalificatie heb ik misschien zelf een beetje laten liggen. En in de vrije training hebben we iets geprobeerd wat in de kwalificatie niet bleek te werken. Daarna heb ik vanaf P15 een sterke race gereden, waarin we opnieuw hebben laten zien dat we ruim voldoende racesnelheid hebben. Helaas kon ik niet zo veel bij de start, want ik zat klem, maar het tempo gaf een goed gevoel voor de kwalificatie van zondag."
Die kwalificatie werd er eentje op een langzaam opdrogende baan, nadat het kort voor de sessie even hard had geregend. "Dan weet je dat je er op het allerlaatst bij moet zijn. Helaas ging tijdens mijn bandenwissel voor de laatste run de motorkap er niet in één keer goed op. Daardoor werd ik vijf seconden te laat naar buiten gestuurd. In mijn laatste rondje tot aan de vlag reed ik P6, maar ik had geen tijd meer voor een volgende ronde. En dus dook iedereen daarna onder mijn tijd." Uiteindelijk moest Van Buuren als 18e vertrekken.
Teamgenoot Oscar Tunjo, die wél op tijd naar buiten ging en dus een rondje extra kon doen, liet zien wat het potentieel van Pons Racing op de Nürburgring was. De Colombiaan noteerde in de slotseconden een tweede tijd. Een dag eerder kwalificeerde hij zich ook al in de top-tien. "Dat maakt duidelijk dat het team het kwalificatielek boven heeft", aldus Van Buuren. "Extra jammer dus dat we daar niet van hebben kunnen profiteren." Beide auto's van Pons Racing waren namelijk al na twee bochten uitgeschakeld, en helaas door contact met elkaar.
Vanaf de eerste rij maakte Van Buurens teamgenoot Tunjo een minder goede start, waardoor hij Oliver Rowland en Carlos Sainz Jr vanaf de tweede rij naast zich kreeg. Terwijl Rowland en Sainz elkaar uitschakelden, schoot Tunjo rechtdoor in de eerste bocht. Toen hij terugkwam op de baan, tikte de Colombiaan de auto van Marco Sörensen aan, wat hem een lekke band opleverde. In de tweede bocht reed hij vervolgens stuurloos tegen Beitske Visser, Matias Laine en zijn teamgenoot Meindert van Buuren aan. Alle vier waren ter plekke uitgeschakeld. "Ik kon geen kant op", vertelt Van Buuren. "Zo jammer, want ik maakte een megastart. In de eerste bocht reed ik al in de top-tien. Het team had hier flink punten kunnen scoren."
Van Buuren moet nu twee maanden wachten op revanche. Na de zomerstop mag hij op 13 en 14 september weer aan de bak op de Hungaroring. "Het is een circuit dat ik goed ken", zegt hij. "Vorig jaar reed ik er derde in de Auto GP, het is een leuk circuit dat me wel ligt. Hopelijk kan ik me er van mijn beste kant laten zien. Het zit erin, nu moet het er nog uitkomen!"
Trending nieuws
-
11:40
F1
-
13:42
F2
-
15:44
F1
-
14:43
F1
-
12:41
F1
Reacties (0)
Login om te reageren