Er zijn bar weinig zaken waarvoor ik mijn benodigde acht-uur-in-horizontale-houding laat inkorten. Afgelopen zaterdag werd de uitzonderingsregel toegepast. Reden: de Olympische wegwedstrijd bij het wielrennen, een gegarandeerd spektakelstuk.
Als een evenement dusdanig speciaal is, dat-ie normaliter slechts één keer per vier jaar wordt georganiseerd, wil ik gerust wat uurtjes slaap opofferen. Nu staat wielrennen niet bovenaan mijn lijstje belangrijke sporten – ook niet op plaats twee – maar vanwege de uniciteit van het geheel ging de televisie in huize Oudman zaterdagochtend bij dageraad al aan.
Nadat honderdtwintig elkaar achtervolgende mannetjes in te krappe pakjes ruim zes uur lang fietsten alsof hun levens ervan afhingen, ging een Ecuadoraanse berggeit er met de grootste prijs van tussen. Toen ik hem vervolgens op het podium een plak goud tussen de tanden zag steken dacht ik, ja, dit was het vroege opstaan waard.
Bombastisch
Voor de Formule 1 hoef ik dit soort capriolen niet uit te halen. Als mijn geheugen me niet in de steek laat, dan is de laatste keer dat ik mijn wekker zette voor de koningsklasse bijna twee jaar geleden. Aangezien het Verre Oosten en Oceanië onbereikbaar zijn door de maatregelen (maar in het Midden-Oosten is er vreemd genoeg niets aan de hand), is de romantiek van het uit je ogen wrijven van slaap terwijl de bombastische F1-tune door je huiskamer tettert, voorlopig verleden tijd.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik tegenwoordig geregeld een sessie oversla. Als verslaggever volgde ik alles minutieus. Maar nu schieten vrijdagtrainingen er weleens bij in. De training op zaterdagochtend trouwens ook. Uniciteit is weg. Beter geformuleerd: er is geen hol aan. Drie uur trainen voor resultaten die voor de buitenwacht bijzonder lastig te interpreteren zijn, daarvoor krijg je mij niet meer geïnteresseerd.
Gek genoeg was ik tot voor kort totaal niet ontvankelijk voor verandering. Soort obsessief-compulsief gedrag. ‘Een Formule 1-weekend bestaat uit drie trainingen, een kwalificatie en een race, en daarmee basta’. Tót het Britse GP-weekend. Toen de rook omtrent het incidentje uit de openingsronde was opgetrokken, daalde neer dat het weekendformat een schot in de roos was.
Spanningsboog
Het was nieuw. Spectaculair. Nooit zo gezien. Het leverde bovendien iets op, pole voor de ‘echte’ race. Eindstand: interesse van ondergetekende. De driedaagse op Silverstone, normaliter dertien in een dozijn, boorde een nieuw, fijn gevoel aan – vergelijkbaar aan olympische uniciteit. De vrijdagavond kreeg eindelijk wat waarde, het voelde alsof ik het recht ontving om de vermaarde prekwalificatie van weleer te aanschouwen. Op zaterdagmiddag werd er getraind alsof de lang ter ziele gegane warm-up uit zijn as was herrezen.
De sprintrace was een ongekend succesnummer. Het treintje rijden, zoals ook door ondergetekende voorspeld, bleef grotendeels uit. De spanningsboog van dertig minuten was precies lang genoeg om de aandacht er voor de volledige racelengte bij te houden en het gebrek aan feestvieringen gaf precies het juiste gevoel – dat er nog meer aan zat te komen op zondag.
Nu ben ik om. Ik wil meer. Niet elk weekend hoeft echter een sprintrace te includeren – dat zou juist de uniciteit van het gebeuren vernietigen. Drie of vier keer per seizoen is prima. Zolang er niet met de lengte (en de startvolgorde!) van de zondagrace wordt geknoeid, keur ik allerlei experimenten goed. Doubleheaders zoals in de IndyCar, met een lange race op zaterdag én een lange race op zondag? Laat maar komen, wellicht dé oplossing om overvolle kalenders tegen te gaan.
Verhollywoodisering
In een zoveelste poging om een marketingboost aan te wakkeren, heeft Liberty Media met varianten op het weekendformat eindelijk een nieuw olieveld aangeboord. Sinds de overname wordt het product F1 door menigeen bejubeld als eentje die zich ontwikkelt, maar ik zag tot voor kort voornamelijk verloedering.
Via verhollywoodisering werd getracht zieltjes te winnen, iets wat tot absurde, irrelevante verhaallijnen heeft geleid. Misschien dat Netflix en de sociale kanalen garen spinnen bij de Tarantino-aanpak, de geloofwaardigheid absoluut niet. Focus toch alsjeblieft op dat wat er óp de baan gebeurt – de sprintrace-noviteit levert de benodigde home runs op, mits toekomstige vertakkingen slim worden uitgewerkt. Experimenteren is het toverwoord, zolang het binnen de kaders van het toelaatbare blijft.
Wie weet bereiken de IOC en de FIA ooit dezelfde frequentie en wordt autosport olympisch. Gouden medailles voor de ‘time trial’ en de ‘road race’. Voor die olympische uniciteit zet ik absoluut mijn wekker.
René Oudman
Evert van der Pick
Posts: 6.123
Ik ben het totaal niet met de inhoud van deze colum eens (maar dat is toegestaan in een column) en vermoed daarom dat de auteur een tiktok account heeft en daarmee in de doelgroep van dit nieuwe kwalificatie format valt.