Kort na de eerste overwinning van Max Verstappen slingerden drie kunstzinnigen, alias de Pitstop Boys, een plaat online. Onder het deuntje van de moderne après-skiklassieker ‘Johnny Däpp’ werden de volgende woorden geuit:
“Max, Max, Max, Super Max, Max, Super, Super, Max, Max, Max, Super Max, Max.”
De bij dit muzikale spektakel behorende videoclip is inmiddels – hou je vast – drieënhalf miljoen keer bekeken. Op verschillende circuits zijn reeds duizenden mensen uit hun dak gegaan, puur op de klanken van dit plaatje. Ik hoef niet te vertellen dat dit idioterie van de bovenste plank betreft, dat had u allang in de smiezen.
DJ Visage
Ter verdediging van deze trommelvliesonterende taferelen kunt de argumenten opvoeren dat de mens over artistieke vrijheid beschikt en dat wij, Nederlanders, chauvinistisch uit de hoek komen als het succesvolle sportlieden betreft – en ik geef u op beide vlakken gelijk. Bovendien heb ik intelligentieverlies als gevolg van bizarre landgenootverering in deze rubriek vaker aangestipt. Tegenwoordig ben ik ervan doordrongen dat er ook iets positiefs aan kleeft.
De zojuist beschreven vertoning heeft mede tot een terugkeer naar ons land geleid, met het volksfeest op Zandvoort als eindresultaat. De mate van kunstzinnigheid en culturele uiting vormt een goede graadmeter voor de sportbeleving van een specifiek volk. Sportverheerlijking gaat namelijk hand in hand met stoeltjesverkoop. In Nederland leeft Formule 1 momenteel dusdanig, dat Zandvoort met een capaciteit van vijfhonderdduizend plaatsen ook zou uitverkopen.
Ook in het Verenigd Koninkrijk en Italië is autosport heilig en zodoende altijd rendabel. Spanje heeft te maken gehad met een Formule 1-hype en navenante heldenverering toen Fernando Alonso wereldtitels won. En wat te denken van Duitsland, in de jaren ‘90/00? Hordes rode petjes sprongen op en neer op de uitverkochte tribunes van de Hockenheimring. Fijnproevers herkennen de naam van DJ Visage direct.
Uitgemolken
Gaan we over tot de orde van de dag. Komend weekend wordt er geracet op het Istanbul Park in Turkije. De opengevallen plaats van het door onderbelicht wanbeleid geteisterde Australië is ingenomen door Qatar, aangezien er in het Midden-Oosten nimmer sprake is geweest van een pandemie. Zodoende wordt het F1-seizoen 2021 afgesloten met drie races in de Golfregio. Daar baal ik van.
Heeft niets met het uitgemolken standpunt omtrent mensenrechten te maken. Daar word ik namelijk erg moe van. Wie met één vinger naar een ander wijst, richt er drie op zichzelf. Het verdoezelen van eigen tekortkomingen door andermans misdaden op te noemen is kinderachtig en té eenvoudig. Bovenal kunnen West-Europeanen op vlakken als sociale cohesie en loyaliteit nog héél veel leren van de door hen bespotte, Arabische cultuur.
Nee, ik baal van de Formule 1-kalender als geheel. Hoeveel oorontstekingen de ‘Super Max’-herrie ook oplevert, het publiek is in ieder geval begaan met de sport. Zoals in de VK en Italië, zoals vroeger in Spanje en Duitsland. Zoals ook in Mexico, waar de GP een heus volksfeest oplevert. Ik zie het niet in Turkije. Of in Abu Dhabi. Ik verwacht het niet in Qatar. Of Saudi-Arabië.
Regenboogslogans
Eerder dit jaar werd er gereden in Bahrein en in Baku, vorige week in Rusland. Heeft dat iets met autosportbeleving te maken? Nee, natuurlijk niet. Eén van de redacteuren van deze site sprak vorige week in een artikel terecht over sportswashing.
De FIA, en met de FIA vele globalistische instellingen, koketteert al jaren met ‘duurzame oplossingen’. Die worden in gevonden in regenboogslogans die kant noch wal raken. De enige duurzame oplossing is het overhoop halen van de huidige F1-kalender, om de sport terug te geven aan de fans. Ga weer racen op circuits waar fans donderdagochtend in hun slaapzak voor de hekken liggen te wachten. Ga terug naar Kyalami. Race in Scandinavië. Argentinië. Twee keer naar Japan. Nieuw-Zeeland.
Het is niet normaal om je achterste te verkopen aan de hoogste bieder. Oliegeld is op lange termijn niet lonend, een loyale fanbase des te meer. In navolging van de kortgeleden door mij geïntroduceerde Vetteltest presenteer ik daarom een nieuw item om autosport weer normaal te maken: de Johnny Däpptest – © René Oudman. Als een land ambities koestert om een GP te organiseren, wordt er onderzocht of de inwoners muziekplaatjes of andere kunstzinnige uitingen aan autocoureurs wijdt. Blijkt dat het geval, dán mag het land door naar de volgende screeningsronde.
De tijd om, collectief, weer eens te doen wat normaal is nadert met rasse schreden. Een normale Formule 1-kalender past prima in dat toekomstige wereldbeeld.
René Oudman
Pitcrew
Posts: 385
Mooie column, waar ook zeker een kern van waarheid in zit.
Ik heb het standpunt van de FOM dan ook nooit begrepen als ze zeggen dat ze bijvoorbeeld een extra race in de VS willen om de populariteit daar te vergroten.
Naar mijn mening wordt een sport niet populairder omdat het toevallig bij je in ... [Lees verder]