Ik dank God op mijn blote knieën dat Fernando Alonso bestaat. Dat-ie nog steeds zo belachelijk nauwkeurig aan een stuurwiel draait en zo ridicuul laat durft te remmen. Eén-en-veertig jaar oud en immer een Formule 1-podiumklant: de man is een mirakel op benen.
Dat Alonso in Bahrein de show stal, zegt veel over de show. Zonder die toegevoegde Spaanse furie had de seizoenouverture veel overeenkomsten met een anderhalf uur durende processie. Dat is niet zuur of tegendraads: wie de openingsrace van het IndyCar-kampioenschap heeft gezien, weet dat autoraces – zelfs zonder artificieel ingrijpen – spannend en chaotisch kunnen zijn.
Waarover ik mij verbaas, is de manier waarop Alonso wordt bejubeld. Sommigen noemen zijn bokaalverovering knap. Hij is namelijk 41 jaar oud. Daar lachen ze aan de overkant van de oceaan om. In Amerika worden veertigers kampioen. Nu weet ik wat u gaat zeggen: ‘in Amerika rijden ze op ovals’, maar dat is makkelijk scoren en slechts gedeeltelijk waar.
Europa kent een moderne traditie van snel doorselecteren. Talentvolle coureurs werden eruit gesmeten om plaats te maken voor jongere talentvolle coureurs. Enkel Alonso, die zijn mond weet te roeren, en Hamilton, die op een waanzinnige erelijst kan bogen, hielden hun hoofden boven water. Op die twee, en de toevallig aanwezige Nico Hülkenberg na, is de oudste coureur 33.
Wat is dan de reden dat Alonso ineens zoveel fans heeft? Iedereen juicht vanwege zijn podiumplaats. Ik moet iets hebben gemist – heeft er een aflevering van Drive To Survive (wat ik uit principe niet kijk) in het teken van Alonso gestaan? Staat er een grappig TikTok-filmpje online? Vrij recentelijk was Alonso namelijk een barbaarse blaaskaak, die egoïsme met achterkamertjespolitiek combineerde. Vraag maar aan Felipe Massa, of Stoffel Vandoorne, of het management van Honda.
Is het vanwege de auto? Een Aston Martin op het podium, dat zien we (nog) niet zo vaak. Knappe prestatie. Maar onder de streep eigenlijk niet bijzonder. Teammaat Lance Stroll, letterlijk gehandicapt, is met een ijzeren staaf in zijn linkerpols en een gevoelloze remvoet naar P6 gereden, slechts zestien tellen achter Alonso. Over een raceafstand is dat verschil 0,28 seconden per rondje.
Met name het resultaat van Stroll – die in de afgelopen twee jaren niet verder kwam dan tweemaal P6 – geeft mij het idee dat iedere coureur met een beetje gevoel voor ideale lijnen en remzones die groene raket desnoods geblinddoekt naar de ereplaatsen rijdt.
Waarom zijn we dan zo blij? Ondanks al het bovenstaande is de jubelstemming verklaarbaar. Er is een nieuwe uitdager. Hoewel, uitdager – ‘lid van de voorste regionen’, laten we het zo noemen. Onder de streep verbloemt de prestatie van Alonso en Aston Martin meerdere kritieke problemen. Waarom levert het overtrekken van de kampioenswagen (alweer) een prijs op? Wat is die budgetstraf van Red Bull eigenlijk waard? Gaat Formule 1 überhaupt wel de goeie kant op? En, bovenal: zijn wij dusdanig in slaap gesust dat we inmiddels met heel weinig al genoegen nemen?
Door René Oudman
Damon Hill
Posts: 18.967
Wederom ga ik hier reageren. Hoezo "alle ongelukkige keuzes?".
Dit lijkt een soort verzonnen waarheid geworden te zijn die men elkaar na praat.
Laten we voor het gemak alle keuzes even op een rijtje zetten.
- Na zijn debuut bij Minardi in 2001 koos hij voor Renault. Een hele goede keuze, hij wo... [Lees verder]