Door: Bas Naafs
Als we gaan kijken naar wie de allereerste Formule 1-coureur die ooit aan de start van een Grand Prix is verschenen als vertegenwoordiger van het rood-wit-blauw, zitten we direct al met een historiografisch probleem. We hebben namelijk meerdere gegadigden voor deze titel. In de jaren '20 van de vorige eeuw was Frits Koolhoven (1886-1946) een van de eerste Nederlandse coureurs die actief werd in het Grand Prix racen. Koolhoven, een vliegtuigbouwer en later actief als ontwerper bij Spyker, reed een aantal jaar mee in de Grand Prix des Ardennes welke volgens sommigen wordt gezien als de eerste Grand Prix op een gesloten circuit. In 1930 reed John van Hulzen eenmalig de Grand Prix van Spanje. Van Hulzen was in Parijs actief als testrijder voor Bugatti, maar toonde weinig van zijn rijkunsten toen hij hard crashte. Tevens in de jaren '30 reed Eddie Hertzberger een aantal Grands Prix in een MG K3 en behaalde daar aanzienlijke successen mee. Sterker nog, hij won in 1936 de Grand Prix des Frontieres in het Waalse Chimay. Daarmee is Hertzberger tot op de dag van vandaag (hopelijk niet lang meer) de enige Nederlandse coureur met een Grand Prix-overwinning achter zijn naam. In 1946 was het Eric Verkade, erfgenaam van de koekjesfabrikant, die met een Maserati 4 cl meedeed aan verschillende naoorlogse Grands Prix. De legende vertelt dat Maserati bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog uit angst voor oorlogsconfiscaties de voor Verkade bedoelde 4 cl in liet metselen in een boerderij in Italië. Na de oorlog reed Verkade hoogstpersoonlijk in zijn Bugatti naar Italië om daar mee te helpen met het uitbikken van het metselwerk om zijn kostbare Maserati voor de dag te halen. Successen bleven in de jaren direct na de oorlog echter uit. Kunnen we uit deze coureurs des vaderlands onze eerste Formule 1-coureur halen? Inderdaad, dat is een strikvraag. De Formule 1 bestond toen officieel nog niet.
Carel Godin de Beaufort dan? Wellicht. De Beaufort was de eerste Nederlandse coureur die officieel is ingeschreven voor een Formule 1-seizoen. De Beaufort reed tussen 1957 en 1964 met zijn eigen team Ecurie Maarsbergen voornamelijk met de Porsche 4-cilinder, volledig gespoten in de oranje kleur. De Beaufort haalde niet veel succes, hoewel hij keurig zesde werd in zijn thuisrace op Zandvoort in 1962. De legende vertelt dat De Beaufort in 1959 de Grand Prix van Spa-Francorchamps won, wat breed wordt uitgelegd op zijn website. Echter, andere bronnen melden dat er nooit een Grand Prix van Spa plaats heeft gevonden in 1959, officieel dan wel officieus. Hoe dan ook, De Beaufort was onze eerste trots waar we de kranten voor kochten. Echter, Carel Godin de Beaufort was niet de eerste Nederlander in de Formule 1. Tijdens de Grand Prix van Nederland in 1952, op het nog vrij nieuwe circuit van Zandvoort, kropen niet één maar twee Nederlanders achter het stuur van een Formule 1-bolide: Jan Flinterman en Dries van der Lof. Jawel, maar liefst twee Nederlandse coureurs zijn de strijd aangegaan met de oppermachtige Alberto Ascari. De beide heren werden echter om de oren gereden, maar het spreekt wel tot de verbeelding. In de tijd dat het racen nog voorbestemd was aan rijke mensen, had je aan talent simpelweg niet genoeg. Jan van Haaren, sportcommissaris bij de KNAC wist een bedrag los te peuteren om ervoor te zorgen dat Nederland vertegenwoordigd zou worden door twee coureurs nadat een eerdere poging met Herman Roosdorp eindigde in een teleurstelling. De HWM waar Roosdorp het in 1951 mee moest doen tijdens de race op Zandvoort was volgens hem niet vooruit te branden. Toen Stirling Moss zijn auto leende en tien seconden sneller het circuit afwerkte, trok Roosdorp zich gefrustreerd terug uit de race. Met 2000 gulden moest het volgens Van Haaren nu goedkomen. Voor Dries van der Lof werd een stoeltje betaald bij hetzelfde HWM-team. Jan Flinterman kon plaatsnemen in een Braziliaans team wat beter omschreven kan worden als een rondreizend circus dat voor de bekostiging ervan maar al te graag stoeltjes verkocht aan de lokale helden.
Dries van der Lof was een meer dan logische keuze. De zoon van een industrieel magnaat racete al enige tijd met afgewisseld succes. Hij won een aantal rallywedstrijden en deed het uitstekend in de 1600cc klasse met zijn MG. Hij was dan ook de aangewezen persoon om in 1952 de Nederlandse eer te verdedigen. Jan Flinterman was daarentegen een minder logische keuze en ook niet bepaald onomstreden. Flinterman's leven is dat van wat men leest in een spannend jeugdboek. Opgeleid als piloot, wist Flinterman bij de inval van de Duitsers in mei 1940 aan boord te klimmen van een Britse torpedobootjager die nog bij Hoek van Holland lag. In Engeland sloot Flinterman zich aan bij de RAF en vloog een heel aantal sorties boven West-Europa. Niet onverdienstelijk. Hij werd ruim onderscheiden met onder andere het Distinquished Flying Cross. Teruggekomen in Nederland werd Flinterman gerekruteerd als piloot voor het eerste Nederlandse straaljagersquadron. In zijn Gloster Meteor vestigde hij boven de Noordzee een snelheids- en hoogterecord. Dat de beste man ontzettend goed met hightech materiaal om kon gaan op hoge snelheid stond wel vast, maar in een Formule 1-bolide? Dat was heel wat anders. Toch is het huwelijk tussen autosport en vliegsport niet ongebruikelijk en Jan Flinterman mocht starten. De beide heren speelden geen rol van betekenis in de wedstrijd die gewonnen werd door Ascari. Van der Lof had problemen met de spoelmagneet en stond vaker in de pits stil dan hij op het circuit reed. Hij finishte wel, maar op zo’n twintig ronden achterstand en werd zodoende niet geclassificeerd. Jan Flinterman had gemengd succes. Zijn Braziliaanse bolide had moeite om het veld bij te houden en in de zevende ronde moest hij deze aan de kant zetten. In die dagen werkte het qua pay-driving nog heel wat anders dan tegenwoordig. Als je had betaald voor een stoeltje, dan had je recht op een stoeltje. Vaste coureur Chico Landi moest zijn auto inleveren en Flinterman kon weer door, "Ik kon mijn stoel niet verzetten. Een onmogelijke positie om de auto te besturen, maar goed, ik kwam aan de finish." Hij kwam uitgeput over de streep en werd als negende geclassificeerd op zeven ronden van Ascari.
De Nederlandse pers was lovend over het heldhaftige optreden van Flinterman en Van der Lof in de koningsklasse van de autosport. Jan Flinterman vond het een mooi avontuur, maar liet het erbij. Dries van der Lof, ondanks dat hij geen rol van betekenis speelde, kreeg wel een contract aangeboden door HWM, maar bedankte vriendelijk voor de eer. Zijn vader bood hem een functie aan in zijn bedrijf. Dries ging daar liever op in: "Ik heb er nooit een moment spijt van gehad." Dat mag gezegd worden. Van der Lof breidde het kabelbedrijf van zijn vader uit tot een miljoenenonderneming. Hij bleef echter aan zijn racewagens knutselen en deed geregeld mee aan historische evenementen. Beide heren zijn begin jaren '90 overleden.
Jan Flinterman en Dries van der Lof. De eerste Nederlanders in de Formule 1, de voorvaderen van sportmannen als Jan Lammers, Michael Bleekemolen en de twee generaties Verstappen. Het was dan wel voor één Grand Prix, maar het was een belangrijke stap voor Nederland om zich te gaan bewegen in de autosport. Dit was een niet te onderschatten prestatie aangezien Nederland weinig tot geen vruchtbare bodem bood voor ondernemers om te investeren in de autosport. Het circuit van Zandvoort en de Nederlandse aanwezigheid in de Formule 1 moest hier verandering in brengen. Zandvoort was immers niet zo veel meer dan een poging om de zomerse badgasten een gladiatorarena te geven. Op het racen zelf stond na de oorlog een taboe. De enorme ontwikkeling op het gebied van verkeer met de komst van de duizenden geallieerde voertuigen zorgde bij gebrek aan coherente verkeersregeling voor een onwaarschijnlijk hoog slachtofferaantal. Racen was bij decreet verboden. Het is in deze context niet zo moeilijk voor te stellen dat Nederland dan ook niet over een talentenpoel beschikte zoals in Italië, Duitsland en Groot-Brittannië wel het geval was. Wat gebeurt er als je van jongs af aan opgroeit in een omgeving waar het racen in competitie wordt gesteund, kansen aan kan grijpen om beter te worden, over materiaal en faciliteiten beschikt om doelen te bewerkstelligen en de steun van de meerderheid in de rug hebt (en ook veel geld)? Dan krijg je te zien hoe iemand op zeventienjarige leeftijd de geschiedenisboeken herschrijft. Nederland is onwaarschijnlijk ver gekomen in de autosportwereld sinds het moment dat burgemeester Van Alphen de door de Duitsers aan puin geschoten straatklinkertjes in Zandvoort opraapte om deze te gebruiken als fundering voor wat later de start-finish van het circuitpark Zandvoort zou worden.
Bron: Hans van der Klis, Dwars door de Tarzanbocht: de dertien Nederlandse Formule 1-coureurs (Amsterdam, 2007)
Het Formule 1-seizoen zit er alweer op. Terwijl 2024 op zijn einde loopt, zijn de teams allang weer bezig met het nie...
De stewards zorgden dit jaar voor veel controverse in de Formule 1. De straffen waren vaak inconsistent, en bijvoorbe...
Max Verstappen heeft zich voor het vierde jaar op rij gekroond tot wereldkampioen. Het zorgde ervoor dat de...
Red Bull-junior Isack Hadjar zal volgend jaar in de Formule 1 gaan racen voor het Visa Cash App Racing Bulls. Hij wor...
Liam Lawson zal vanaf 2025 gaan racen voor het team van Red Bull Racing, waar hij de nieuwe teamgenoot van Max Versta...
Lokale tijd
Lokale tijd
Bahrain International Circuit - Wintertest
Reacties (10)
Login om te reagerenhoogie35
Posts: 824
leuk stukje
Stitch
Posts: 6.095
"In de tijd dat het racen nog voorbestemd was aan rijke mensen, had je aan talent simpelweg niet genoeg" Dat zien we voor een groot deel in de huidige tijd nog steeds enkele uitzonderingen daargelaten moeten de coureurs nog steeds veel geld voor een stoeltje meenemen.
twslex
Posts: 570
1959: 6 uurs van spa: en.wikipedia.org/w(...)f_Spa-Francorchamps winnaar Carel Godin de Beaufort en Ecurie Maarsbergen met een Porsche 718 RSK
BNaafs
Posts: 19
@TWSLEX Klopt helemaal! Echter, de website van Carel vermeldt dat het hier om een Grand Prix ging. Dat is foutieve informatie. In 1959 was Formule 1 het officiële Grand Prix-racen en de term was dan ook exclusief voorbehouden aan Formule 1 wedstrijden die officieel meetelden voor het kampioenschap of als niet-meetellend evenement werden verreden onder de vlag en het reglement van de Formule-klasse. De race op Spa in 1959 viel daar niet onder. De Porsche 718 van het type RSK is, en hier ben ik niet zeker van, een sportwagen voor lange-afstand rijden en geen Formule 1-bolide.
BeaR
Posts: 1.695
Leuk stuk, maar... ik mis Huub Rothengatter. Heeft toch ook ooit in de F1 gereden... 1984-85.
BNaafs
Posts: 19
Uiteraard hoort Rothengatter ook in het rijtje Nederlandse F1-coureurs! Evenals Ben Pon, Gijs van Lennep, Johan Hayje, Roelof Wunderink, Christian Albers, Robert Doornbos en Giedo van der Garde ;)
Caramba
Posts: 5.786
Geduld, geduld. Bas gaat dit grondig aanpakken! :-)
twslex
Posts: 570
@BNAAFS www.carelgodindebeaufort.nl/races.html staat toch netjes gemeld GP klasse en niet F1. Overigens begon porsche in 1959 de 718 om te bouwen naar single seaters, eerst voor de F2 en later de F1.
Caramba
Posts: 5.786
Mooi stukje research weer. Leuk om te lezen.
Barttore
Posts: 1
@Bas Naafs aub beter research doen: Cornelis Johannes "John" en ook wel "Cor" van Hulzen reed ook 2x de GP van Dieppe (FR) Sprints en heuvelklimwedstrijden.
En hij was de allereerste Nederlander die met een Oranje auto op het circuit stond (in 1930 in Spanje). Die kleur heeft hij er bij de KNAC doorheen gedrukt want die waren niet zover...