Zit jij ook wel eens voor de tv en denk je waar heeft de verslaggever het over? Dat ben je vast niet de enige. De Formule 1 kent veel termen, de ene makkelijker dan dan andere. Daarom worden hieronder een aantal van de meest voorkomende termen uitgelegd.
Airbox
Anti-lift
Anti-lift is het afstellen van de voorophanging, zodat de voorwielen bij acceleratie niet van de grond loskomen.
Apex
De apex is het punt waar de ideale lijn de binnenkant van de bocht raakt.
Aquaplaning
Een wagen heeft aquaplaning wanneer er tussen de band en het asfalt een waterfilter ontstaat. Hierdoor heeft geen enkel punt van de band nog contact met de baan. De wagen kan hierdoor gaan glijden en als coureur kan je hier weinig aan doen.
Formatieronde
Nadat alle wagens op de grid hebben plaatsgenomen om te starten aan de Grand Prix, rijdt het hele veld nog een formatieronde. Dit is een trage ronde, waarin de rijders het circuit nogmaals kunnen verkennen en de banden nog wat opwarmen. Bovendien kan men de start wat oefenen, hoewel men dit niet vanuit stilstand, maar op lage snelheid doet.
Full Wets
Full wets of regenbanden worden gebruikt wanneer het regent. Als het heel hard regent, kan men overschakelen op monsoon banden, maar dit moet de raceleiding op voorhand beslissen.
GPDA
De Grand Prix Drivers Association is een afvaardiging van de F1-coureurs. Als men de raad van de coureurs inroept, zal men de mening van de GPDA raadplegen.
Gurney-flap:
Dunne strip, aan de bovenzijde en over de breedte van de vleugel loodrecht op het vleugeloppervlak gemonteerd en dient om de hoeveelheid geproduceerde neerwaartse druk te verhogen
Ideale lijn
De ideale lijn is de lijn die de coureurs zullen volgen om op de snelst mogelijke manier een ronde over het circuit af te leggen. Deze lijn maakt een compromis tussen de kortste weg en een maximale snelheid.
Oefensessie
Tijdens elke Grand Prix zijn er drie oefensessies, twee op vrijdag (donderdag in Monaco) en één op zaterdag. In deze sessies kunnen de teams testen om de correcte afstelling en bandenkeuze te bepalen.
Overstuur (oversteer)
Een bolide kent overstuur in een bocht als de achterkant minder grip heeft in vergelijking met de voorkant. De achterkant neigt dan rechtdoor te gaan, terwijl de voorkant de bocht normaal neemt. Met andere woorden, de achterkant van de wagen breekt uit.
Shakedown
De shakedown van bolides is het inrijden van de chassis` die de volgende Grand Prix ingezet zullen worden. Men voert dan een algemene systeemcontrole uit, zodat alle electronica werkt. Tijdens een shakedown mag men niet meer dan 50 km afleggen.
Sidepod
Sidepods bevinden zich, zoals het woord zegt, aan de zijkant van de bolide. In de sidepods bevinden zich de radiatoren om olie en water te koelen. Vooraan bevindt zich een opening voor de lucht, die via de splitter en barge boards naar de sidepods geleid wordt. Achteraan versmallen de sidepods om zo een cokebottleshape te creëeren.
Slicks
Dat zijn banden zonder profiel. Over het hele oppervlak zijn ze dus vlak. Daardoor zijn het ook goede racebanden omdat men een maximum aan grip kan verkrijgen.
Slipstream
De slipstream is de luchtstroming achter een bolide. Als men vlak achter een bolide zit, kan men van die slipstream profiteren om de voorligger te naderen. De bolide wordt aangezogen door de slipstream. Het enige nadeel met de huidige bouw van achtervleugels is dat als men te dicht op de voorligger nadert, men zo'n beetje alle downforce op de voorkant verliest.
Spin
Bij een spin zal de achterkant uitbreken, zoals bij overstuur. Als de coureur een oversturende wagen niet meer kan controleren, resulteert dat in een spin.
Splash and Dash
Een splash & dash is een korte pitstop, waarbij men enkel benzine bijtankt, omdat de coureur door een benzinetekort anders de finish niet zou halen. Dit zie je bijvoorbeeld wel eens in de IndyCar.
Uitlaat
De uitlaat is de weg om de hete gassen, geproduceerd door de motor, naar de buitenlucht te begeleiden. Een Formule 1-auto kent eigenlijk tien uitlaten, één per cilinder. Deze tien uitlaten monden dan uit in twee aparte uitlaten, één per reeks van vijf cilinders. De uitlaten worden zo gekruld dat als ze samenkomen de temperatuur van de gassen gelijk zijn.
Voorvleugel
De voorvleugel is één van de twee vleugels van een bolide. In vergelijking met de achtervleugel genereert deze weinig downforce. Hij dient ook om de luchtstroming in de richting van de splitter en rond de voorwielen te geleiden.
Wheelspin
Wheelspin ontstaat als de achterwielen geen tractie hebben. Ze draaien wel, maar deze beweging wordt niet (of toch minder dan normaal) overgedragen op het asfalt. Bij de start heeft dit als effect dat de wagen minder snel van zijn startpositie zal vertrekken.
dziemie
Posts: 11
Deze artikels dienen enkel om de Google rankings van de site op te krikken. Dit hoort toch niet in een newsfeed, maar eerder op een vaste pagina ergens op de site. Kan verkeerd zijn, maar ik moet toch steeds harder zoeken naar echt nieuws tussen de nieuwsberichten