Nadat men in 1994 met Marco Apicella het All Japan Formule 3000-kampioenschap had gewonnen met hun eigen F104, besloot Dome in het begin van 1995 een Formule 1-project op te starten. Hiervoor strikte men Tadashi Sasaki. Sasaki was een voormalig medewerker van Minardi, die onder andere medeverantwoordelijk was voor de ontwerpen van de M193 uit 1993, de M194 uit 1994 en een grote hand had in het ontwerp van de M195 uit 1995. Het project is uiteindelijk in het voorjaar van 1995 aan de media gepresenteerd. Akiyoshi Uku, de ontwerper van de Formule 3000-auto van Dome, de F104, is destijds door Dome aangesteld als hoofdontwerper voor het project. Hij begon in augustus achter de schermen met het ontwerpen van deze auto. In de tussentijd had Sasaki een deal gemaakt, om de semi-automatische versnellingsbak en de hydraulische systemen over te nemen van Minardi. De transmissie werd geleverd door Xtrac en bestond uit zes versnellingen. Het was dezelfde versnellingsbak die ook in het DAMS GD-01 project is gebruikt. Een project waar wij op een later tijdstip eveneens aandacht aan gaan besteden. Kenners zullen weten dat dit DAMS GD-01 project de laatste echte kans was van Jan Lammers, om terug te keren naar de Formule 1.
De auto:
Dome koos er voor om de Mugen-Honda V10-krachtbron te gebruiken. Deze motor had zijn diensten al bewezen bij Ligier in 1995. Ligier werd hiermee vijfde in het wereldkampioenschap voor constructeurs. Achter de schermen werd de suggestie gewekt dat Honda het project financieel zou ondersteunen. Honda had in 1993, na het uitstappen als motorleverancier bij McLaren, gewerkt aan een eigen Formule 1-auto. Deze auto werd ontworpen op idee van de Technische Universiteit in Tokyo. Het project was veelbelovend, de jonge technici hadden het voor elkaar gekregen om eind 1993 een volwaardige Formule 1-auto af te leveren. Ook dit project, het Honda 1993 prototype-project, zullen wij in een van de volgende edities onder de loep nemen.
De wielophanging van de F105 was conservatief. Dubbele wishbones met pushrod veren en dempers. De dempers kwamen van het Japanse bedrijf Showa, dat tevens ook één van de sub-sponsoren van de auto zou worden. Dome strikte Goodyear als bandenleverancier. Dit tot groot ongenoegen van de Japanse firma Bridgestone, die graag het project had willen ondersteunen. Op de achtergrond werd erover gesproken dat Dome voor Goodyear zou kiezen, om de bandeninformatie aan Bridgestone door te kunnen spelen. Marco Apicella werd voor 1996 aangesteld als testrijder van het project, maar uiteindelijk reed Shinji Nakano de eerste ronden in de Dome F105, op het circuit van Mine in Japan. De Italiaan kreeg daarna op Suzuka de kans om aan een uitgebreid testprogramma te beginnen.
Het testprogramma:
Apicella reed begin april ongeveer 550 kilometer in de nieuwe auto, die uitgerust was met de Mugen-Honda V10. Deze Mugen-Honda-motor werd uiteindelijk voor het 900 kilometer punt vervangen. Apicella klaagde over de werking van de remmen en kreeg zijn banden niet op de gewenste temperatuur. Verdere problemen waren diverse lekkages, overstuur in de bochten en onderstuur bij het uitkomen van de bochten. Deze problemen waren niet van grote aard, maar waren op te lossen met het verfijnen van het chassis en het aerodynamische pakket. Om een vegelijking te maken met de Europese Formule 1-auto's: De snelste ronde, met Naoki Hattori achter het stuur, was 1:46.270. Hetgeen ruim zeven seconden langzamer was dan Jacques Villeneuve's pole position-tijd van 1.38:909. Dit was buiten de 107% om zich te kunnen kwalificeren voor de race. De afstand tot deze 107% was slechts 0,3 seconden. Ondanks dat Hattori geen hoogvlieger was en Apicella hoger aangeschreven stond, had men bij Dome vrolijke gezichten omtrent hun Formule 1-project. Apicella zou naar hun idee makkelijk binnen de 107% kunnen komen. Uiteindelijk zou het betekenen dat men binnen deze 107% de strijd met een achterhoede-team als Minardi aan zou kunnen gaan.
Uiteindelijk kreeg men tijdens een test op Suzuka te maken met een olielekkage. De auto werd in de Esses aan de kant gezet en brandde volledig uit. Aangezien het hier ging om een prive-test en er weinig marshalls op de baan aanwezig waren, was de auto al uitgebrand voordat men aan de reddingsoperatie kon beginnen. Dome's eerste en enige Formule 1 auto was dermate beschadigd dat hij moest worden afgeschreven. De missie om een volledig Japans Formule 1-team op de grid te hebben, ging hiermee verloren. Dome had niet het budget om een nieuwe auto te bouwen en hiermee was het project gedoemd te stoppen.
Dome oprichter Hayashi kwam na afloop met een verklaring: "We hadden het idee om met Japanse engineering en technologie een mooi project op te zetten. Onze media presentatie beloofde veel goeds. We hebben destijds alle Japanse multinationals uitgenodigd om ons project te tonen. Ergens hadden we gehoopt dat een van deze multinationals ons een kans zou geven. Al snel kwamen we erachter dat het eigenlijk niet leefde in het bedrijfsleven. Onze motivatie nam op een gegeven moment af, omdat we van de Japanse automotive wereld geen goede impulsen kregen. Uiteindelijk hebben we nog geprobeerd onze technieken en onderzoeken te verkopen aan Europese teams, die ook voor de uitdaging stonden om een Formule 1-project te beginnen. Met onze basis hadden wij een nieuw te vormen team aardig op de rit kunnen helpen. Nooit heeft iemand uit Europa naar ons gebeld om toenadering te zoeken. Uiteindelijk kwam Prince Malik Ado Ibrahim op ons pad. Ik heb een aantal keren met hem gesproken. Hij wilde een All-African Formule 1-team opzetten. Na lang contact en onderhandelen kwamen we niet tot een akkoord."
Dezelfde Prince Malik zou op een later tijdstip nog meerdere teams proberen op te kopen en was mede verantwoordelijk voor het failliet gaan van Arrows in 2003. Uiteindelijk kwam de droom van de gebroeders Hayashi niet uit. Een eigen Formule 1-team zat er niet meer in. Honda besloot te investeren in British American Racing en Dome concentreerde zich op het bouwen van Le Mans Prototype auto's en de ontwikkeling van de Honda NSX, in het Japanse Super GT kampioenschap.
Specificaties:
Chassis: Carbon Fibre/aluminium honeycomb sandwich
Bodywork: Carbon Fibre/Kevlar honeycomb sandwich, one piece: side-pod/engine cover
Motor: Mugen-Honda MF301H 3-liter V10
Aerodynamics: Formule 1 1996 specificatie
Wielophanging: Double wishbone pushrod-actuated Showa dempers
Remmen: MMC mono-block klauwen, met Carbin discs
Wielen: Voor 11 inch x achter 13 inch
Banden: Goodyear Formula 1 slicks
Transmissie: DAMS/Xtrac/Minardi 6-speed sequential
Wielbasis: 2860 mm
Lengte: 4515 mm
Hoogte: 980 mm
Gewicht: 510 kg
Afsluiting:
In een reportage voor de Japanse televisie volgde een cameraploeg de ontwikkelingen van het Dome F105-project. Te zien zijn onder andere een interview met de eigenaar, test-coureur Naoki Hattori, een flying lap onboard en het einde van het project in de Esses. Helaas is deze video alleen in het Japans beschikbaar. Willen jullie meer weten over dit project of andere projecten die we in de toekomst gaan behandelen? Stel gerust jullie vraag en wij gaan proberen hier antwoord op te geven.
MotorsportEncyclopedia
Posts: 931
Beste Ojadasawa, Er komt ook nog meer. Zeker in de wintermaanden hebben we mooi de tijd om een aantal exclusieve andere items te brengen. Tegen het einde van het seizoen gaan we ons toeleggen op de komende races en daarna iets dieper op verschillende details in. Hopelijk kunnen we aan de meeste ... [Lees verder]