Vijf verhalen, vijf coureurs en vijf levensbedreigende situaties. Alle vijf de coureurs hebben na een zwaar ongeluk hun carrière voortgezet. Alle vijf hebben ze na hun ongeval Grands Prix gewonnen. Drie van de vijf coureurs werden zelfs nog wereldkampioen. F1Today bekeek hun comebacks na de zware ongelukken en maakte een gedetailleerd verslag van het moment dat ze een tweede kans kregen.
Bij de vraag of de crashes van Nigel Mansell gedurende de beginfase van zijn carrière levensbedreigend waren, moeten we zeggen dat dat waarschijnlijk niet zo was. Dat ze levensbepalend zijn geweest voor Mansell is een ding wat zeker is. Meerdere crashes hebben er voor gezorgd dat Mansell in benauwde situaties terechtgekomen is. Toch staat deze leeuw in onze lijst, gewoon omdat het Nigel is. Zelfs na zijn Formule 1-carrière bleef Mansell klappers maken. We hebben dan ook besloten om al deze crashes te behandelen, want als er iemand in de historie van de Formule 1 een tweede, derde, vierde, vijfde en misschien wel tiende kans heeft gekregen is het Nigel wel.
Inleiding
Mansell had eigenlijk hetzelfde probleem als Niki Lauda. Zijn ouders waren absoluut geen voorstander van het idee dat hij de autosport in zou gaan. Na de karts besloot hij in 1976 het BRSCC Formula Ford-kampioenschap te rijden. Hij won zes van de negen races. In 1977 werd hij in Engeland opnieuw Formule Ford-kampioen. Tijdens dit seizoen kreeg Mansell ook te maken met zijn eerst echte grote incident. De Engelsman won gedurende zijn tweede Formule Ford-seizoen liefst 33 races. A Star was born. Veel is er daadwerkelijk niet over deze eerste crash in 1977 bekend. Wel is duidelijk dat deze tijdens de trainingen op het circuit van Brands Hatch heeft plaatsgevonden. Volgens de lokale kranten ging het hier om een 'severe neck injury'. Jaren later heeft Mansell in zijn video 'The Nigel Mansell Story' uitgelegd dat deze eerste crash levensbepalend was. Hij brak zijn nek tijdens dat ongeluk en zou vrij dicht bij een eventuele verlamming hebben gezeten. De doktoren zouden het destijds nodig hebben gevonden Mansell een raceverbod op te leggen. Mansell kon het niets schelen. Hij ontsloeg zichzelf uit het ziekenhuis en pakte de draad gewoon weer op.
Formule 3-tijd en crash met Andrea de Cesaris
Mansell kon in 1978, 1979 en 1980 Formule 3 rijden. Zijn sponsor Unipart, die later ook zijn zoons Greg en Leo zouden sponsoren, zouden garant staan voor een behoorlijke investering. Mansell had, om het racen te kunnen bekostigen, inmiddels al zijn persoonlijke bezittingen verkocht. Na een rampjaar in 1978, waarbij zijn Toyota-motor meerdere malen de geest gaf en Mansell tot diep in de nacht zelf aan het sleutelen was om het ding aan de gang te krijgen, besloot hij in 1979 over te stappen naar David Pryce Racing. Na een overwinning op Silverstone kwam Mansell in de slag met de Italiaan Andrea de Cesaris. Beide coureurs waren destijds wilde jongens (de Cesaris heeft dat wilde nooit verloren). Mansell was erg consistent gedurende dat seizoen. Een seizoen dat plotseling aan een einde kwam door een ongeval met Andrea de Cesaris. Op Oulton Park kwam Nigel in aanraking met de Cesaris en brak zijn rug. Hij werd overgebracht naar het ziekenhuis en daar werd hem verteld dat het een wonder was dat hij er heel uitgekomen was. Geluk bij een ongeluk, want Nigel werd in het ziekenhuis gebeld door Colin Chapman. De Engelse grootheid bood Nigel een test op Paul Ricard aan in de Lotus 79. Stijf van de pijnstillers besloot Mansell de kans aan te nemen. Hij reed zich in de kijker en werd testrijder voor Lotus in 1980.
Formule 1-debuut bij Lotus en overstap naar Williams
Chapman zag het helemaal in Mansell zitten. Hij maakte Mansell in de jaren tachtig financieel onafhankelijk, door hem een uitstekend contract te geven. Na de dood van Chapman in 1982, kwam Peter Warr aan het bewind bij Lotus. Mansell en Warr waren geboren vijanden. Warr moest niets van Mansell hebben en nam iedere mogelijkheid aan hem te wippen. Dit gebeurde gelukkig voor Mansell niet, aangezien John Player Special een contract had dat er te allen tijde minimaal een Britse coureur voor het team zou rijden. De andere goede Britse coureur, Derek Warwick, had een contract bij Renault. Warr was genoodzaakt Mansell te houden. In 1984, vlak voor de Nederlandse Grand Prix op Zandvoort, maakte Mansell bekend over te stappen naar Williams. In 1986 en 1987 had Mansell de kans op het kampioenschap. Mansell vocht een harde strijd uit met Alain Prost en Nelson Piquet. Tijdens de Australische Grand Prix van 1986 klapte Mansell's band op Brabham-Straight. Hij verloor hierdoor de titel die hij virtueel in zijn bezit had.
Voor 1987 was die situatie iets moeilijker. Mansell moest, met nog twee Grands Prix te gaan, twaalf punten goed maken op Nelson Piquet. Tijdens de eerste kwalificatie van de Grand Prix van Japan in 1987 verloor Mansell de auto in de Esses. De Engelsman kwam net buiten de baan en spinde achterstevoren de bandenmuur in. Door de impact werd de auto opgetild en kwam deze met een harde klap op het asfalt terecht. De Engelsman raakte opnieuw ernstig geblesseerd en moest de Japanse en Australische Grand Prix laten schieten. Piquet gooide daarna nog wat olie op het vuur door te stellen dat: "intelligentie het gewonnen heeft van domheid. Ik heb de wereldtitel gewonnen, omdat ik constanter was dan mijn teamgenoot. Ik heb alleen maar structureel punten gepakt, terwijl hij (Mansell) elke keer in de problemen kwam." Mansell zag voor 1988 een nieuwe teamgenoot komen, de Italiaan Ricardo Patrese.
Wereldtitel en overstap naar de IndyCars
Mansell heeft er lang op moeten wachten om een wereldtitel te halen. Pas in 1992 won hij, mede door de dominantie van de Williams-Renault, afgetekend de titel. Dit ging overigens niet zonder slag of stoot. Tijdens de kwalificaties van de Braziliaanse Grand Prix, belandde de Brit opnieuw in het ziekenhuis. Ditmaal door een klein akkefietje met Ayrton Senna. Na een uur ter observatie in het ziekenhuis te zijn geweest, kon Mansell op zondag gewoon aan de start staan en de race winnen. Mansell zou de Formule 1 verlaten na 1992 en zich gaan richten op het PPG IndyCar Championship. Hij tekende voor twee seizoenen bij Newman-Haas, waar hij Michael Andretti verving. Tijdens de eerste race op Surfers Paradise, won Mansell zijn eerste wedstrijd. Bij terugkomst in de Verenigde Staten ging het fout. De Engelsman reed op Phoenix, Avondale zijn eerste raceweekend op een oval en daar maakte hij kennis met de betonnen muur. Door de zware impact van de klap bleek er aan de achterkant van de betonnen muur een enorm gat te zitten. Mansell werd uit de auto gehaald. De manier waarop de Amerikaanse doktoren dit deden, liet zien dat zijn situatie ernstig was. Hij werd getransporteerd naar het ziekenhuis in Phoenix, waar men constateerde dat hij een zware hersenschudding, een gekneusde schouder en een ernstige blessure aan zijn rug had opgelopen. Mansell wilde de volgende dag het ziekenhuis alweer verlaten om te gaan racen,
maar de doktoren hielden dat tegen. Hij stond bij de volgende wedstrijd in Long Beach aan de start. Hij finishte als derde, ondanks dat men hem zware medicijnen had moeten toebrengen. Mansell was 'cleared-to-drive', slaagde voor zijn rookie-test en werd eveneens derde op Indianapolis. In 1994 was Mansell opnieuw betrokken bij een ernstig ongeval. Tijdens de Indy 500 van dat jaar kwam hij in aanraking met Dennis Vitolo. De auto van Vitolo eindigde boven op de auto van Mansell. De methanol die uit de tank liep kwam over Mansell heen. De Engelsman rolde over het gras op de backstraight om het vuur te doven. Mansell hield bij deze crash een aantal brandwonden over. Na zijn mislukte tweede seizoen in de IndyCars (Penske was dat jaar oppermachtig), maakte hij zijn comeback in de Formule 1.
De Toca-Shootout 1993
Als IndyCar-kampioen besloot Mansell mee te rijden met de TOCA-Shootout, een allstar-event voor de Britse toerwagenklasse. Mansell, rijdend in een blauwe Ford Mondeo, met zijn klassieke startnummer 'Red Five'. De IndyCar-kampioen zorgde voor een uitverkocht huis op Donington Park. In de laatste fase van de race had Mansell iets te veel overstuur bij het uitkomen van de Old-Hairpin. Mansell's auto kwam dwars over de weg te staan. Mansell probeerde de auto onder controle te krijgen maar kreeg dat niet voor elkaar. Tiff Needell raakte de Ford en Mansell klapte met een snelheid van 160 km/u op de muur. Door de impact was Mansell bewusteloos. Reddingswerkers waren snel ter plaatse om de coureur uit het wrak te bevrijden. De auto moest opengeknipt worden en de Engelsman werd per helikopter naar het ziekenhuis in Londen vervoerd. Daar werd hij 24 uur later ontslagen met een hersenschudding en een verstuikte enkel. Opnieuw was Mansell door het oog van de naald gekropen, zeker gezien het feit dat Keith O'dor op de Avus in Duitsland enkele jaren later op een zelfde wijze het leven liet. Mansell is meerdere malen weggekomen met ernstige crashes. Deze crashes zouden in theorie allen 'career-ending' kunnen zijn geweest. Het is daarom ook zo speciaal dat deze man zijn passie en liefde voor de autosport altijd is blijven houden. Niets of niemand kon Nigel tegenhouden om opnieuw in de auto te stappen. 'De leeuw' brult nog altijd en is een icoon voor de autosport. Zoals geschreven heeft Mansell gebruik gemaakt van zijn tweede kans, maar zeker ook van zijn derde, vierde en vijfde!
brabham-bt50
Posts: 11.760
Echt een leuke serie! Goed beizagh! :)