Afgelopen weekend reed de IndyCar Series haar tweede race van dit seizoen op het Circuit of the Americas in Austin, Texas. Het is niet meer dan logisch om na het eerste optreden van deze klasse op dit circuit een vergelijking te maken met de Formule 1 en het World Endurance Championship.
Bij de recente test op het Circuit of the Americas lag de snelste tijd van de huidige generatie IndyCars ongeveer veertien seconden boven de tijd van de Formule 1-auto's. Nadat afgelopen weekend de Indy Classic op COTA haar vuurdoop had gehad, besloot GPToday.net een analyse te maken over de evolutie van IndyCar ten opzichte van de Formule 1. Voor de volledigheid hebben wij in onze analyse ook de 6 uur van COTA voor het WEC-kampioenschap uit 2017 meegenomen.
Montreal 2006
Voordat wij de huidige series met elkaar gaan vergelijken, gaan we eerst terug naar 2006. In 2006 was het de laatste keer dat een Formule 1-race en een (destijds) ChampCar-race op hetzelfde circuit verreden werden. Op 25 juni 2006 was het Circuit Gilles Villeneuve gastheer van de Formule 1-race, op 28 augustus van datzelfde jaar was het gastheer voor de ChampCars.
Wat meteen opvalt is dat het verschil in 2006 relatief klein was. Waar de snelste man tijdens de kwalificatie, Fernando Alonso het 4,361 km lange circuit aflegde in 1:14.726, legde Sébastien Bourdais het 4,360 km lange circuit af in 1:20.005. Een verschil van 5.279 seconden, inclusief de 'extra meter' die Alonso in zijn Renault moest overbruggen.
Tijdens de race werd de afstand tussen beide kampioenschappen groter. Kimi Raikkonen reed onder warme omstandigheden van 28 graden Celsius een snelste tijd van 1:15.841 terwijl Sébastien Bourdais een tijd reed van 1:22.325. Bourdais reed zijn tijd onder een wolkendek op een 'groene baan'. De ChampCar-race op Montreal was namelijk verplaatst van zondag naar maandag.
De langzaamste tijd tijdens de kwalificatie van de Formule 1-auto's, gereden door Franck Montagny, was 1:19.152. Dit was nog steeds bijna een seconde rapper dan de pole position-tijd van Bourdais. Kijken we naar de langzaamste man tijdens de kwalificatie bij de ChampCars, onze landgenoot Nicky Pastorelli, zien we een verschil van iets meer dan vijf seconden. Wat dat betreft konden we zeggen dat de top, het middenveld en de achterhoede evenver uit elkaar hebben gelegen als we deze series vergelijken.
Formule 1 versus IndyCar
Hoe anders was het afgelopen weekend. Het NTT IndyCar-kampioenschap reed op dezelfde configuratie als de Formule 1-auto's van 2018. Lewis Hamilton reed op zaterdag 20 oktober 2018 een snelste ronde van 1:32.237 tijdens het derde segment van de kwalificatie. Vijf maanden later reed Will Power zijn Penske naar de snelste tijd in 1:46.017, een verschil van bijna veertien seconden.
Wereldkampioen Hamilton reed tijdens de race de snelste ronde in 1:37.392. Winnaar Colton Herta reed in zijn Dallara een snelste rijd van 1:48.895, een verschil van méér dan tien seconden. Hierbij komt ook nog de verklaring dat het verschil misschien nog wel hoger had kunnen uitvallen. Waar Formule 1 zich op al haar circuits uitsluitend is gaan concentreren op track-limits, is hier bij de IndyCars totaal geen sprake van.
Gaan we kijken naar de langzaamste auto's tijdens de kwalificatie, komen we misschien op een nog schokkender beeld uit. De 1:35.735 van Stoffel Vandoorne was slechts 1,6 seconde langzamer dan de snelste tijd in Q1 van Lewis Hamilton. Tony Kanaan reed op zaterdagmiddag in het eerste deel van de kwalificatie een tijd van 1:50.074. Deze tijd was ruim vier seconden trager ten opzichte van de snelste tijd van Will Power. De tijd van Kanaan was bijna achttien seconden langzamer dan de tijd van Lewis Hamilton.
IndyCars versus WEC
Onze vergelijking gaat door. Hoe zullen de IndyCars zich houden ten opzichte van de auto's in het World Endurance Championship? De laatste race van die klasse op het circuit van COTA dateert alweer uit 2017. Toch pakken wij deze erbij om een logische vergelijking te maken. IndyCar heeft hier het voordeel omdat het twee jaar langer ontwikkeling heeft. Toch is het niet verrassend dat de IndyCars ook trager zijn dan de fabrieksauto's in het WEC. Neel Jani reed in zijn Porsche een tijd van 1:44.741 en daarmee zou hij nog steeds sneller zijn geweest dan de pole position tijd van Will Power.
De snelste tijd in de LMP2-klasse, gereden door Nicolas Lapierre was daarentegen trager dan de tijd van Power. Hiermee kunnen wij de conclusie trekken dat een IndyCar qua snelheid onder het niveau zit van de toenmalige LMP1-bolides in het WEC. Een vergelijking tussen een huidige LMP1-Toyota en een IndyCar is echter niet mogelijk.
De IndyCars en het WEC-kampioenschap zijn dit jaar allebei op één circuit te gast geweest waarin ze elkaar overlappen. Tijdens de pre-season test voor het IndyCar-kampioenschap reed men haar ronden op Sebring. Dat was wel op een kortere layout als de configuratie waar het WEC vorige week haar wedstrijd reed.
Diszaidup
Posts: 1.564
Top! Altijd al beide klasses (F1 vs IndyCar) willen vergelijken maar eigenlijk nooit een reëel beeld kunnen krijgen.
Thanks.