Interview: ExxonMobil: "Onze brandstof geen oorzaak voor uitvalbeurten Red Bull in 2018"

Red Bull Racing verzekerde zich in 2017 van oliën en brandstof van ExxonMobil. GPToday.net sprak tijdens de wintertests in Barcelona exclusief met David Tsurusaki, Global Motorsports Technology Manager bij het bedrijf, over de levering aan teams met verschillende motorfabrikanten en hoe de brandstof bijdraagt aan het verbeteren van de prestaties van de auto’s.

Brandstof geen oorzaak uitvalbeurten Red Bull

Tot en met 2018 nam Red Bull Racing motoren af bij Renault. Sinds de invoering van de V6-turbomotoren hadden die motoren regelmatig te kampen met betrouwbaarheidsproblemen. In 2018 werd Red Bull in verhouding met de andere door Renault aangedreven teams, Renault en McLaren, het vaakste getroffen door motorische problemen. Red Bull was tevens de enige van deze teams dat smeermiddelen van ExxonMobil gebruikte: Renault en McLaren reden met oliën van BP Castrol.

Is het mogelijk dat het rijden met een andere olie- en brandstofleverancier de reden is van het vaker kapotgaan van de motoren bij Red Bull?

Volgens Tsurusaki is daar geen sprake van. "Ik zou zeggen dat dit totaal niet waar is. De prestaties van onze motorolie was de beste van allemaal, als we de gegevens van Renault moeten geloven. Wat betreft de brandstof wat het einde van het seizoen volgens mij een geweldig voorbeeld. Red Bull was het enige team dat de C-spec motor kon gebruiken en dat komt omdat onze brandstof de enige is die werkte met die configuratie. Ik denk niet dat dit er iets mee te maken had."

Wel stuitten ExxonMobil en Red Bull Racing op een beperking van de ontwikkelingstijd, omdat zij niet de hoofdleverancier waren voor Renault. Met Honda is dat inmiddels verleden tijd en dat lijkt Red Bull goed uit te komen met de kosten voor het ontwikkelen van de brandstoffen. Bij Renault moest het team volgens Tsurusaki betalen voor tijd op de dyno. "Als Red Bull moest betalen, dan gingen zij daar dus over en wij hadden daar niets mee te maken. Met Honda werken we als collectief, dus het valideren doen wij ook samen."

Aanpassing aan Honda verliep soepel

Hoe lang duurt het om de brandstoffen en oliën aan te passen aan een nieuwe motor?

"Als het gaat om het aanpassen aan een Formule 1-motor, kunnen we binnen twee, drie maanden iets gereed hebben qua brandstof en olie. Misschien zelfs iets eerder. Dat betekent niet dat het al geoptimaliseerd is, maar wel dat we kunnen beginnen. Dit hebben we vorig jaar bewezen, want we hadden binnen drie maanden iets klaar voor de Honda-motor. Eigenlijk was die periode wat korter, want we moesten het eind januari al naar de tests verschepen."

Scuderia Toro Rosso maakte in 2018 ook al gebruik van olie en brandstof van ExxonMobil. Zij reden het afgelopen seizoen al wel met Honda-motoren, wat er dus voor zorgde dat de olie- en brandstofleverancier producten moest leveren aan teams die met verschillende krachtbronnen reden. Dat was volgens Tsurusaki een uitdaging.

"We hadden twee scenario’s. We begonnen met Toro Rosso te werken en die deal was pas eind november, begin december rond. Toen hebben we gezegd dat we het op dat moment moesten weten als wij moesten leveren. We hadden toen een ontmoeting met Honda in de Verenigde Staten en dat was tijdens Thanksgiving. Ik moest iedereen van hun vrije dag terugroepen voor de bijeenkomst en dat kon niet eens bij ons op kantoor, want die was gesloten. Aan het eind van het jaar wisten we dat we klaar moesten zijn voor het seizoen 2018. We hadden maar een heel korte periode om de olie en brandstof klaar te krijgen voor het begin van 2018."

"We hadden echter al een goede basis voor Honda van een aantal jaar geleden", vervolgt Tsurusaki. "Dat stamt uit de tijd met McLaren. Er werkten zelfs nog een aantal engineers uit die tijd, dus die kenden we al. We hadden dus maar kort de tijd om de ontwikkelingen te doen, maar we hadden dus al een achtergrond met Honda uit de vorige periode. Daarnaast hebben onze mensen ook jarenlange ervaring."

Brandstof draagt bij aan betere prestaties motor

Tsurusaki meent dat brandstofleveranciers zoals ExxonMobil echt bij kunnen dragen aan betere prestaties van de krachtbron. Daarbij is het vaak een kat-en-muis-spel tussen de motorbouwer en de branstofspecialisten. "Honda voert nog steeds veranderingen door aan het ontwerp van de motor en ze blijven zich verbeteren. Zolang zij ruimte hebben voor verbetering wat betreft de materialen en de overige dingen die ze kunnen aanpassen, kunnen wij daarop inspelen en hebben wij de kans om met de brandstof en de olie te verbeteren."

"Als wij specifiek met Honda werken en niemand anders doet dat, dan is het echt een samenkomst van verbeteringen vanaf het begin van vorig jaar tot en met dit jaar. Het is lastig te zeggen welke verbetering specifiek toe te schrijven is aan de olie of de brandstof, maar we passen ons constant aan en hopelijk gaat de lijn elke keer omhoog. Als wij iets aanpassen, dan passen zij het materiaal aan en doen wij ook weer een aanpassing, waar zij weer op reageren. We spelen dus de hele tijd een kat-en-muis-spel. Zo lang we dat blijven doen, dan blijft het beter gaan en bewegen we ons in de juiste richting."

Hoeveel brandstofspecificaties mag je in een jaar gebruiken?

"Je mag in een seizoen maximaal vijf door de FIA gecertificeerde specificaties gebruiken. Dat is een richtlijn die door de FIA is opgesteld. Wij hebben voor de oliën voorgesteld dat het aantal één hoger moet liggen dan het aantal motoren dat een coureur per seizoen mag gebruiken. Je moet er namelijk een per motor hebben, plus eentje om het seizoen mee te beginnen. Elke keer dat de motor een upgrade krijgt, moeten wij ook de mogelijkheid hebben om de brandstof te optimaliseren."