Hedendaags staat-ie bekend als analist van Formule 1-zender Viaplay, vroeger verscheen Christijan Albers zelf als deelnemer op de startopstelling van de koningsklasse. De Larenaar viert vandaag (zaterdag) zijn 43ste verjaardag. Tijd voor GPToday.net om de oude doos te legen en Albers’ racecarrière onder de loep te leggen.
Christijan Albers wordt geboren op 16 april 1979 in Eindhoven, als zoon van rallycoureur André Albers. De jonge Christijan krijgt het autoracen letterlijk met de paplepel ingegoten: Albers senior raast later in het geboortejaar van zijn zoon naar de titel in het Nederlandse rallycrosskampioenschap.
In de voetsporen van papa André kruipt Christijan op jonge leeftijd achter het stuur van een kart, waarin hij zoals zovelen de eerste jaren van zijn racecarrière doorbrengt. Het jonge ventje blijkt een natuurtalent: ten tijde van zijn eerste voorzichtige stapjes in de autosport, schrijft Christijan de Nederlandse titel op zijn naam. Kort daarna worden er ook kampioenschappen gewonnen in de Formule Ford Benelux en zelfs de Renault Mégane Marlboro Mastersserie. Een overstap naar het serieuze werk – de Formule 3 – kan niet uitblijven.
Top in F3, flop in F3000
Als negentienjarige snotneus klimt Albers bij Van Amersfoort Racing achter het stuur van een Opel-aangedreven Dallara F398. Aan de overkant van de garage zetelt de Belgische rijder Bas Leinders. De vier jaar oudere Leinders heeft de nodige ervaring in eenzitters en rekent op weg naar de Duitse Formule 3-titel af met latere toerwagenspecialisten Wolf Henzler en Pierre Kaffer. Albers komt sterk voor de dag. Mede dankzij twee zeges eindigt Albers op een keurige vijfde plaats in het eindklassement.
Albers' sterke prestaties trekken de aandacht van Bertram Schäfer. De Duitse talentenopleider is in 1997 Duits Formule 3-kampioen geworden met Nick Heidfeld en poogt dat kunstje in 1999 te herhalen met Albers. De Nederlander tekent bij het BSR-team van Schäfer en stelt zijn nieuwe teambaas allerminst teleur: met meerdere dominante optredens wint de jongeling zes van de achttien wedstrijden. In zes andere races bestijgt hij het podium als tweede of derde. Het is genoeg om de titel te winnen: in het najaar van 1999 kroont Albers zich Duits Formule 3-kampioen.
De juniorklassenwereld ligt aan zijn voeten. Een stap richting Formule 3000 is het meest logisch – Albers is immers ‘nog maar’ twintig, wat destijds als piep- (en eigenlijk té) jong wordt gezien. In de F3000, de voorloper van wat tegenwoordig de Formule 2 heet, wordt Albers bij het team European Arrows gekoppeld aan de Australiër Mark Webber. Waar Webber meerdere races wint en zich behoorlijk in de picture rijdt, daar wil het bij Albers niet vlotten. De Nederlander sukkelt en struikelt, scoort geen enkel punt en verlaat de F3000-paddock aan het einde van 2000.
Waar Albers’ racecarrière zich komeetachtig snel ontwikkelde, daar wordt-ie na het teleurstellende F3000-seizoen even rap tot stilstand gebracht. Krediet in de opleidingsladder is verspeeld, wat rest is een functie elders. Albers vliegt naar Japan om zich te oriënteren, maar keert onverrichter zaken huiswaarts. Met vijfhonderd gulden – geleend van opa – op zak probeert de Nederlander te redden wat er te redden valt.
Albers vliegt in de winter van 2000-’01 naar Innsbruck, waar de hoge heren van het Mercedesmanagement hun winterpauze vieren. Ook Norbert Haug, toenmalig kopstuk van de raceafdeling, is aanwezig. Albers treft Haug ‘toevallig’ en gaat meerdere avonden met de Duitser op stap. Geld om in hotels te slapen is er niet – de 21-jarige Christijan doet zijn slaapjes in een huurauto op de parkeerplaats. Zijn vriendjesmaak-tactiek werpt echter haar vruchten af. Haug belooft Albers een zitje in het DTM-toerwagenkampioenschap, zij het dat de Nederlander genoegen moet nemen met een verouderd model.
Kanon in Duitsland
Een schot in de roos. Albers voelt zich als een vis in het Duitse water, op circuits die hij nog kent van zijn Formule 3-tijd. De nare nasmaak van het mislukte F3000-avontuur wordt, ondanks het verouderde materiaal dat significant langzamer is dan de bijtijdse modellen, weggespoeld met een geweldige tweede plaats op de Sachsenring. Omdat Formule 1-veteraan Jean Alesi in 2002 komt buurten en niet ‘afgescheept’ wordt met een oud model, blijft Albers in zijn tweede DTM-seizoen met een Vorjahreswagen rijden. De Nederlander maakt wederom indruk door kunsten uit te halen die onmogelijk worden geacht.
In 2003 krijgt Albers eindelijk zijn kans: als Uwe Alzen met bonje de belangrijke HWA-renstal verlaat, krijgt de Larenaar diens zitje – en een 2003-Mercedes. Albers wint vier van de tien races, waaronder thuis op Zandvoort, maar komt bij het sluiten van de markt vier schamele puntjes tekort om teammaat Bernd Schneider van zijn zoveelste titel te houden. Uiteraard mag Albers blijven en uiteraard is hij één van de titelfavorieten voor 2004, een seizoen dat goed begint maar als een nachtkaars dooft. De titelqueeste eindigt in een, voor Albers, teleurstellende derde plaats.
Is de jongeling het Duitse racewereldje ontgroeid? Heeft hij een nieuwe uitdaging nodig? Albers is 25 als zijn manager Lodewijk Varossieau vaker wel dan niet aan de telefoon hangt met personen uit de Formule 1-wereld. Vooral Paul Stoddart, die Albers in het mislukte F3000-seizoen onder zijn hoede had, lijkt geïnteresseerd. De Australische kettingroker heeft Albers in 2001 al even aan een F1-bolide laten ruiken, omdat hij ervan overtuigd is dat de Nederlander uit het juiste racehout is gesneden – die F3000-bolide lag hem niet en het team was wel érg op de hand van Webber.
Alsnog naar de koningsklasse
Met steun uit het Nederlandse zakenleven weet Albers voldoende budget te verzamelen om in 2005, via de alternatieve DTM-route, alsnog zijn debuut in de Formule 1 te maken. Dat het Minardi van Stoddart al jaren achteraan hobbelt, mag de pret niet drukken. Met een grijns van hier tot Melbourne loopt Albers tijdens zijn eerste GP-weekend over de paddock, al heeft zijn teambaas voor de zekerheid een extra slof peuken meegebracht. Er is namelijk gesteggel over de legaliteit van Minardi’s bolides, waardoor de voorbereidingstijd van het team ernstig wordt verminderd. Te elfder ure, en na de eerste trainingen, worden de Minardi’s pas legaal verklaard.
Bij Minardi kan Albers uiteraard geen wonderen verrichten. De wagen is gewoonweg te sloom. De vier puntjes die hij verzamelt, zijn allen te danken aan het Michelindrama op Indianapolis – waar uiteindelijk slechts zes wagens van start gaan, en Albers als vijfde over de meet komt. Aan teammaat Patrick Friesacher en diens opvolger, niemand minder dan huidig Ziggo-rivaal Robert Doornbos, heeft Albers geen kind. Samenwerken met Doornbos blijkt voor Albers bovendien allerminst gemakkelijk. De vijftiende startplaats in Canada klinkt niet razend spectaculair, maar vormt wel het hoogtepunt van 2005.
Toch heeft Albers genoeg laten zien voor een tweede seizoen. Hij versloeg zijn teammaten immers, en reed bovendien geregeld voor de – eveneens kreupele – wagens van Jordan. Als dat laatste team wordt overgenomen door een Russische zakenman, is manager Varossieau er wederom als de kippen bij om contact te leggen. Midland F1, zoals het team gaat heten, houdt coureur Tiago Monteiro aan en strikt Albers als diens teammaat.
Waar Midland heel wat verwacht van het nieuwe seizoen, daar is het vooral vechten tegen de bierkaai. Goed, Super Aguri, en af en toe ook Toro Rosso, is langzamer. Maar Monteiro en Albers komen zelden verder dan een zeventiende en achttiende startplaats, om tijdens races het veld voor zich uit te duwen. Dat Albers zijn Portugese teammaat verslaat is een lichtpuntje.
Dutch drama
Gedurende het seizoen merken Nederlandse investeerders, partners van Albers, op dat de Russische eigenaar van Midland zijn speeltje eigenlijk alweer zat is. In de zomer wordt een investeringsgroep opgericht, waarbij het Nederlandse sportwagenmerk Spyker wordt betrokken. Het woord overname klinkt steeds luider en op Monza wordt de deal officieel bekendgemaakt: Midland wordt omgedoopt tot Spyker en Albers wordt kopman.
In de Nederlandse media wordt honderduit geschreven over de intocht van Spyker. De capo van het geheel blaast de boel bovendien op tot mythische proporties: Spyker zal vast even moeten wennen aan de Formule 1, maar zodra het geheel eenmaal op de rit staat, zal het de Nederlandse renstal absoluut voor de wind gaan. Aan luchtkastelen eveneens geen gebrek bij de perspresentatie, waar de jonge Duitse rijder Adrian Sutil dankzij de oerkoppige Duits-Roemeense teamleider Colin Kolles is binnengebracht.
Spyker wordt een drama. Het team bestaat precies één jaar. Het management struikelt in onderlinge oorlogsvoering over de eigen voeten en als de media erbij wordt betrokken om interne vetes uit te vechten, is het einde zoek. Dat einde is voor Albers reeds aangebroken. De Nederlander kan totaal niet overweg met de oranjezwarte bolide en ziet meermaals Sutil, het lievelingetje van Kolles, voor zich op de tijdenlijst. Het brandstoftankincident in Magny-Cours doet hem geen goed, al neemt Spyker het foutje te gretig aan om Albers eruit te smijten – op zoek naar geld, dat uiteindelijk via de Japanse gelukszoeker Sakon Yamamoto wordt gevonden.
Na de Formule 1
Albers moet op zoek naar iets anders en keert terug de DTM, waar de magie van eerdere jaren is uitgewerkt. Met verouderd materiaal krijgt de Nederlander het niet nogmaals voor elkaar om uit te blinken. In 2009 maakt Albers zijn opwachting in de Le Mans Series, bij het door Kolles – daar is-ie weer – gerunde satellietteam van Audi. Een contract bij de fabrieksstal lonkt, maar Albers en zijn teammaten maken geen indruk op de leiding in Ingolstadt. In 2010 wordt Albers nog eens opgeroepen voor Le Mans, om in 2012 nog eenmaal in te vallen in het WEC. Een ooit zo stormachtig begonnen carrière dooft uit, kort nadat Albers zijn 33ste verjaardag viert zit het erop.
Twee jaar na zijn laatste race duikt Albers pardoes op in de Formule 1-paddock. Het noodlijdende team Caterham is meer dood dan levend en Albers ruikt een uitdaging. Als zakenman heeft Albers zijn sporen reeds verdiend en privé is het vaarwater na een roerige tijd – zijn vrouw lijdt aan slokdarmkanker, maar geneest – eindelijk wat rustiger. Bij Caterham haalt Albers stunts uit, wat leidt tot een halvering van de schuldenlast. Desalniettemin hebben de eigenaars andere plannen met het team en blijft Albers’ aanwezigheid beperkt tot enkele maanden. Nadien focust de Duits F3-kampioen van 1999 zich op het zaken- en privéleven. Gedonder als pandjesbaas in België levert hem enkele jaren terug een voorwaardelijke straf op, al is dat enkel de rechtsprekende kant van het verhaal – er zijn altijd meerdere halve waarheden die de complete waarheid vormen.
Via de Formule 1-podcast van De Telegraaf en een sporadisch optreden bij het GP-Magazine programma vindt Albers de spotlights terug. Dankzij een ferme, geregeld tegendraadse maar altijd sterk onderbouwde mening valt de 46-voudig Grand Prix-deelnemer op en wordt hij door Viaplay gevraagd om analist te worden. Vandaag viert hij zijn 43ste verjaardag. Van harte, Christijan!
Al sinds het eerste Formule 1-kampioenschap in 1950 heerste er felle concurrentie tussen coureurs. Zeker telkens wann...
Mattia Binotto is sinds augustus 2024 de Chief Operating Officer en Chief Technical Officer bij het team van Sauber. ...
Max Verstappen en Lando Norris zijn al jaren goede vrienden, maar moesten het dit seizoen voor het eerst tegen elkaar...
Het team van Ferrari kende dit jaar een goed seizoen in de Formule 1. Het Italiaanse team werd tweede in het construc...
Het Formule 1-seizoen kwam vorige week ten einde in Abu Dhabi. Na 24 raceweekenden mochten de coureurs eindelijk op v...
Mooi artikel René! Leest lekker weg. Gefeliciteerd ook Christijan!
+1
Groot compliment, René. Mooi opgezet en leest heerlijk weg.
Zal allemaal best, maar ik vind hem maar een naar mannetje, los van dat hij maar een matige rijder was, stoor ik mij gruwelijk aan zijn maniertjes. De gehele tijd zijn mede analisten corrigeren, je word er niet goed van, nee met deze man slaat Viaplay de plank compleet mis.
Met Christijan is niets mis. Bij Grand Prix zag je al beduidend meer samenwerking met Giedo. Als ze hun eigen prestaties blijven evalueren komt het wel goed met die twee.
Bedoel je mij @Arie?
@Larry P
Hij bedoeld natuurlijk de rijder met de meeste zeges van 2008. Ik liet die overschatte geit een poepie ruiken
Zou zo maar kunnen @Felipe.
En was Masi er toen al bij geweest dan had ie er wel voor gezorgd dat de rijder met de meeste zeges van 2008 ook WK was geworden.
Het was nog gevaarlijker dan in Spa2021 en totaal onverantwoord om die laatste ronde nog te rijden…
Prima coureur maar als analist een betwetertje wat hem op tv niet sympathiek maakt. Hij heeft op het hoogste niveau ook net niet genoeg bereikt om hem heel serieus te nemen.
Dat hadden Kamphues en Doornbos natuurlijk wel. ;-)
En wat voor een buitengewone prestaties heeft Doornbos bij Red Bull of in de Verenigde staten neergezet?
Bobby D was 8n de champcars titelkandidaat.
Ik stoor me totaal niet aan Albers maar ik kan me voorstellen dat anderen dat wel doen, vooral als je de man niet kent. Ik luister al tijden naar zijn podcast in de Telegraaf en kan de man wel waarderen. Hij heeft een goede eigen mening die soms anders is dan de rest maar hij kan dat altijd wel goed onderbouwen.
Bij het lezen van de jeukterm 'de hoge heren van' (...) ben ik afgehaakt.
Ik hoor Albers nog zeggen tijdens een viaplay uitzendig.....
"hij spinde van de baan...ja die dingen gebeuren..."
" ook mijn talent kende ook een grens en ik ben er ook wel eens afgeschoten"
de zelfingenomen Albers is verschrikkelijke narcist die anderen beticht van onwaarheden en het hebben van 0 talent.
Gelukkig was daar ene N. Lauda die Albers bombardeerde tot 's werelds slechste F1 piloot ooit
Wat wist Lauda daar nou van?
Die titel was immers al vergeven aan Taki Inoue.
Lauda baseerde dat op het wegrijden met tankslang. Niet handig maar geen indicator van rijvaardigheid. Albers hield zich te goed staande tegenover zijn teamgenoten om slechte ooit te zijn. Een topper was het natuurlijk ook niet
Ook niet mijn man. Mag totaal niet graag naar hem luisteren.
Wat me hier trouwens opvalt is dat men elkaars mening probeert te verbeteren en ineens een vergelijk maken met coronel en Doornbos. Mensen, als mensen Albers niet uit kunnen staan kun je argumenten te over hebben en vergelijkingen met anderen maken. Maar ik mag toch hopen dat mijn mening mag zijn zoals die is.
Lokale tijd
Lokale tijd
Bahrain International Circuit - Wintertest
Patrick_St
Posts: 5.595
Mooi artikel René! Leest lekker weg. Gefeliciteerd ook Christijan!