Heikki Kovalainen, Oliver Panis, Jean Alesi, Robert Kubica, Jochem Mass, Pastor Maldenado, Esteban Ocon, Pierre Gasly, Victor Brambilla, Lee Wallard en Jarno Trulli. Het zijn allemaal coureurs die één keer in hun leven een Grand Prix in de Formule 1 wisten te winnen. De lijst van eenmalige winnaars telt totaal 34 coureurs. Een van die F1-piloten won exact 45 jaar geleden zijn eerste en enige GP: Gunnar Nilsson.
20 november 1948 zag deze Zweed het levenslicht. In Helsingborg, het zuiden van Zweden, groeide Gunnar op. Dat de Zweed achter stuur zou kruipen van een F1-bolide lag niet in de lijn der verwachting. Nilsson ging eerst bij de marine als radio-officier aan de slag en ging daarna bouwkunde studeren aan de Universiteit van Stockholm. Maar ondanks deze achtergrond sloeg Nilsson een andere weg in en ging met een goede vriend de transport business in. En niet zonder succes.
Pas in de late jaren '60 werd Nilsson actief in de autosport, aangewakkerd door het succes van landgenoot Ronnie Peterson. In Formule Vee-wagentjes begin jaren '70 leerde de Zweed de kneepjes van het vak en kreeg snel het gevoel voor het racen onder de knie. Zijn talent werd niet onopgemerkt en Gunnar klom steeds verder de ladder op richting de top van de Europese racerij. Zijn eerste noemenswaardige prestatie was in de Britse F3. De 26-jarige coureur uit Helsingborg werd kampioen in een veld met onder andere voormalig F1-coureurs Larry Perkins en Eddie Cheever.
Zijn zegetocht in Groot-Brittannië leverde meteen een F1-contract op voor 1976 bij Lotus, een van de topteams in de koningsklasse. Nilsson werd gekoppeld aan zijn grote voorbeeld Peterson en Mario Andretti. Nilsson werd dat seizoen twee keer derde en eindigde als tiende in het wereldkampioenschap.
Voor het seizoen 1977 bleef alleen Mario Andretti over als teamgenoot. Met wat enkele puntenfinishes kwam het echte hoogtepunt voor Nilsson op het circuit van Zolder in België. Tijdens de kwalificatie zag dat er nog niet naar uit. Andretti verpulverde iedereen en was anderhalve seconden sneller dan nummer twee John Watson en bijna twee seconden sneller dan Nilsson. De Amerikaan was de favoriet voor zondag.
Maar die dag zouden de regengoden Gunnar helpen. Bij de start nam Watson de leiding, maar Andretti vergaloppeerde zich in natte omstandigheden en ramde zichzelf en Watson uit de race. Toen de baan droog werd, profiteerde de Zweed van een vroege switch naar droogweerbanden en had na een spinnende Mass alleen nog Niki Lauda voor zich.
Nilsson werd een handje geholpen door David Purley die Lauda onbedoeld ophield voor een aantal ronden en kwam met rasse schreden dichterbij. Purley had namelijk niet door dat Lauda een ronde voorsprong had en de Oostenrijker was not amused. Een woordenwisseling zou achteraf volgen.
Nilsson liet er geen gras over groeien en passeerde Lauda voor de eerste plaats en reed meteen van hem weg. De Zweed werd na 70 ronden en binnen de twee uur racelimiet als winnaar afgevlagd in de Belgische GP. Lauda volgde als tweede op grote afstand en Peterson maakte het podium compleet. Het zou de enige F1-race blijven waar twee Zweden het podium betraden, en voor Nilsson extra speciaal om zijn overwinning samen te mogen vieren met zijn voorbeeld en vriend.
Later dat jaar kreeg Nilsson de diagnose 'teelbalkanker' bij een reguliere controle en kon niet meer deelnemen aan de laatste wedstrijden van het seizoen 1977. De Zweed deed er alles aan om terug te keren in de koningsklasse, maar zijn gezondheid ging steeds verder achteruit. De eenmalig GP-winnaar verloor 30 kilogram en van de Nilsson voor zijn kanker was weinig over. Vanwege zijn ziekte zette de Lotus coureur een foundation om geld op te halen voor de strijd tegen deze verschrikkelijke ziekte.
Toen op Monza zijn Zweedse makker verongelukte, was Nilsson klaar met het vechten voor zijn leven. Een week na de dood van Peterson, op 20 oktober 1977, stierf Gunnar Nilsson op 29-jarige leeftijd aan de gevolgen van kanker. Hopelijk had Ronnie in de hemel een racezitje voor hem vrij gehouden.
Larry Perkins
Posts: 56.866
In een flat aan de Van Leijenberghlaan in Amsterdam-Buitenveldert.