Wat weet je van James Hunt? Alle kenmerken van de stereotiep adrenalineverslaafde zullen bij het stellen van die vraag de revue passeren. Rokkenjager, kettingroker, snelheidsduivel en levensgenieter – bij leven en na zijn dood krijgt Hunt elke van die vier kwalificaties aangemeten.
Wat weet je nog meer van James Hunt? Wereldkampioen Formule 1 van 1976, dat knettergekke jaar waarover Oscarwinnaar Ron Howard een meeslepende film maakte, tienvoudig Grand Prix-winnaar, vader van Tom en Freddie, het gezicht van feestteam Hesketh en de ‘neem het toch allemaal niet zo bloedserieus’-beweging op de paddock. Vandaag exact 29 jaar geleden, op 15 juni 1993, overleed een markant figuur.
Een verhaal over James Hunt laat zich normaliter leiden door zijn escapades op en naast het circuit. Logisch, want James heeft nogal wat tongen losgemaakt – en daarnaast ook heel wat beroerd – gedurende zijn autosportloopbaan. Maar James Hunt was veel meer dan de persoon zoals hij veelal is beschreven. GPToday.net duikt in het verleden van een bijzondere Brit.
Wereldkampioen
For starters, in een notendop zijn erelijst: James begint eind jaren ’60 in Mini’s, stapt over naar Formule 3, rijdt behoorlijk wat wagens plat, trekt de aandacht van Lord Hesketh, teert op diens centen, wordt gepromoveerd naar Formule 2 en Formule 1, blijkt toch een best aardig potje te kunnen sturen, wint op Zandvoort na een prachtduel met Lauda, vertrekt halsoverkop naar McLaren als Hesketh het complete familiefortuin heeft verbrast en Fittipaldi een zitje achterlaat bij de roodwitten, wordt pardoes wereldkampioen in 1976, zakt weg, stopt halverwege 1979 en stapt in de jaren ’80 naast de veelgeprezen Murray Walker in het commentaarhokje.
Vriendschap
De autosportloopbaan van James Hunt laat zich kenmerken door vriendschappen. Uiteraard is daar Lord Alexander Fermor-Hesketh, een jonge, forse twintiger die als kleuter een fortuin heeft geërfd en zich bij wijze van weekendverzetje in de autosport heeft gestort. Er is Anthony Bubbles Horsley, de hobbycoureur die na zijn zoveelste ongelukje besluit om teammanager van Hesketh te worden, het team waarbij James perfect past. Hesketh laat kaviaar en champagne aanrukken in de paddock, daar waar de rest euroknallerbier drinkt en hamburgers op de barbecue gooit. Een mens moet natuurlijk wel een beetje kunnen genieten.
Wonderlijk genoeg is drievoudig wereldkampioen Niki Lauda juist één van James' betere kameraden. Goed, in de bekroonde film Rush worden de verbrande Oostenrijker en zijn Engelse tegenstrever afgeschilderd als kemphanen en elkaars voornaamste rivalen, maar in werkelijkheid kan het tweetal prima door één deur. De deskundige, professionele en op detail gefocuste aanpak van Lauda past als water bij vuur in vergelijk met James’ levenswandel; toch zijn de twee geregeld te vinden aan hetzelfde formicatafeltje, als ze honderduit babbelen over van alles wat maar niet met autoracen te maken heeft.
Als James je als zijn vriend ziet, dan heb je een loyale makker achter de rug. Zijn Duitse herdershond Oscar is hem liever dan het leven, maar ook op de paddock gaat James voor anderen door het vuur. Coureur Ronnie Peterson is bij leven een vriend van James, eentje wiens dood hij tot in lengte der dagen wreekt. Hunt is erbij als Peterson verstrikt raakt in massale startcrash op Monza in 1978 en staat hem in zijn laatste uren bij, om nadien hemel en aarde te bewegen om boven water te krijgen wat er precies is gebeurd. Gilles Villeneuve, een man naar James' hart, wordt op voorspraak van de Brit beloond met zijn eerste kans in de Formule 1.
Het lot van Petersons landgenoot Gunnar Nilsson, een vergeten Formule 1-coureur – met Grand Prix-overwinning – die op zijn 29ste overlijdt aan teelbalkanker, grijpt James behoorlijk aan. Ettelijke tienduizenden ponden doneert hij aan de Gunnar Nilsson Cancer Foundation, om tijdens fundraisers als spreker op te treden. Bottom line: op de paddock is James helemaal niet zo'n brallende beer als-ie soms wordt beschreven, maar juist de zachtaardige praatpaal.
Apartheid
James Hunt is immers ook maar gewoon een mens van vlees en bloed, eentje die per ongeluk bij geboorte in een ketel met apathie jegens gezaghebbers is gedonderd – of beter gezegd, mensen die per ongeluk verkregen autoriteit als identiteit en machtsmiddel gebruiken. James is rebels, maar niet zoals naamgenoot James Dean zonder een reden. Spreken doet hij net als racen: uit impuls, net alsof-ie zijn wagen ergens tussen gooit, een kruisje slaand vlak voor-ie z'n actie inzet en een grote grijns op het gezicht trekkend als-ie merkt dat het niet (ge)past (is).
James toont zich een gelijkheidsstrijder in Zuid-Afrika. Met de kennis van tegenwoordig vindt Jan en alleman apartheid een walgelijke politiek, maar in de jaren ’80 komt de strijd daartegen maar mondjesmaat buiten de Zuid-Afrikaanse landsgrenzen. De media – ook toen al – brandt zich er liever niet aan en herhaalt klakkeloos de standpunten van haar financiers. James snapt werkelijk niet waarom de ene groep mensen meer mag dan de andere en besluit zijn kont tegen de krib te gooien. Hij wil geen commentaar doen bij de Grand Prix van Zuid-Afrika, maar wordt op zijn BBC-contract gewezen.
Als-ie er niet onderuit komt, besluit hij zijn gage te doneren aan anti-apartheidrebellen – om tijdens de race doodleuk en schaamteloos over de politieke situatie te beginnen. De immer politiek correcte en ruggengraatloze BBC staat met het schaamrood op de kaken. De productieleider schuift en inderhaast geschreven briefje met ‘talk about the race!’ voor James, die uiteraard gewoon doorpraat over de schandelijke segregatie.
Scheermes
Normaliter beleeft James Hunt in een dag meer dan menig mens in een compleet jaar. Maar waarom zou-ie niet? James laat zich leiden door zijn gevoel, hij handelt naar intuïtie en luistert naar zijn onderbuik. Oordelen doet hij veel, veroordelen doet-ie amper. Een bek als een scheermes met een groot hart. Waarom zou hij niet voor dat gaatje in bocht één gaan? Dat ene meisje in de discotheek, en direct ook maar haar vriendin? Of dat drankje? Waarom zou hij in vredesnaam René Arnoux, Jean-Pierre Jarier en vele andere oud-collega’s niet op live televisie voor schut zetten – ze bakken er toch immers niets van? Bovendien, shit of fuck roepen doet toch niemand pijn?
John Hogan van Marlboro, een gewiekste zakenman, ziet in James de ideale persoon om jonge coureurs op te leiden. Niet alleen op het circuit, maar vooral ook ernaast. Welke verleidingen dienen zich aan? Waarmee moeten de talenten rekening houden, wie is er te vertrouwen en wie vooral niet? Een gouden zet. Op James' levenslessen zouden meerdere tientallen toekomstige sterren jarenlang kunnen teren. Mika Häkkinen is één van de eerste rijders die met de Britse wereldkampioen te maken krijgt, leert een hoop en wordt later tweemaal wereldkampioen. Helaas is Häkkinen ook direct een van de laatste.
James Hunt wordt namelijk niet oud. Hij sterft op 45-jarige leeftijd, na een hartaanval. Kwestie vereffening van een wilde levensstijl, terwijl-ie juist net de drank en de jointjes had afgezworen. Daags voor zijn overlijden heeft James zijn ware liefde – ditmaal écht – Helen ten huwelijk gevraagd. Tot een derde trouwceremonie zal het niet komen. Anno 2022 staat Hunt nog altijd synoniem aan womanizer en playboy, maar die collectieve herinnering mag weleens ververst worden.
Al sinds het eerste Formule 1-kampioenschap in 1950 heerste er felle concurrentie tussen coureurs. Zeker telkens wann...
Het Formule 1-seizoen zit er alweer op. Terwijl 2024 op zijn einde loopt, zijn de teams allang weer bezig met het nie...
Franco Colapinto heeft een geweldig 2024 achter de rug. De Argentijn won zijn eerste Formule 2-race en maakte een tik...
Max Verstappen is voor het vierde jaar op rij door de Formule 1-teambazen verkozen tot de beste coureur van het ...
Lewis Hamilton reed in Abu Dhabi zijn laatste race voor Mercedes. De zevenvoudig wereldkampioen zal vanaf 2025 gaan r...
James Hunt, de man die mij heeft doen besluiten om F1 liefhebber te worden.
1975 of 1976 zag ik 'n samenvatting op tv, en als jong ventje van 'n jaar of 16-17 werd ik fan.
Ik moest kiezen tussen meisjes, bier en m'n maten.........en het werd James en de F1.............achteraf 'n goede keuze.
Over 17 jaar ben ik 80 hé.
Hé @Ouw, same here ongeveer…
James Hunt-fan sinds Monaco 1973, was toen twaalf.
Feitelijk de enige coureur waar ik echt fan van ben geweest.
We hebben het er al eerder over gehad dacht ik, ook met @Zeswieler…
In de 61/2 jaar dat Hunt F1 reed had hij één jaar een kampioenschap waardige auto en dat was in 1976 met de McLaren M23.
Na 1976 werd McLaren jaarlijks een stuk(je) minder en het heeft wel ff geduurd voordat zij zich weer een absoluut topteam konden noemen.
McLaren zakte dus weg en niet James zoals in het verdere mooie stuk van Oudman staat…
In 1979 heeft Hunt het nog ff geprobeerd bij Wolf maar dat was een nog slechtere bolide.
Vlak voor de GP van Frankrijk in Dyon-Prenois, waar moi kaarten voor had stopte Hunt ermee.
Gelukkig wel gegaan, want Gilles Villeneuve versus René Arnoux schreven die zondag F1-geschiedenis…
Hunt was inderdaad goed bevriend met Niki Lauda die in de opstapklasse met Hunt een appartement deelde.
Dat James in de opstapklasse zoveel meer dan anderen crashtest klopt niet. Hij werd in die tijd weleens gekscherend “Hunt the Shunt” genoemd maar dat kwam voornamelijk doordat dat zo lekker in de mond lag.
Niki zei dat James de enige coureur was met wie hij op 300 km per uur op 2 cm afstand naast elkaar durfde te duelleren zonder dat hij een moment dacht dat het verkeerd kon aflopen…
In Spanje was hij buurman van de eveneens beroemde Zuid-Afrikaan Jody Scheckter.
De ook eenmalige wereldkampioen (Ferrari) werd ook een vriend van Hunt, net als Ronnie Peterson dat was.
Ook als co-commentaartor bij de BeeBeeCee was James onnavolgbaar goed op zijn plaats…
Ik zat al op je te wachten Larry, je hebt nooit onder stoelen of banken gestoken dat je fan was van James.
Hier op het forum was al iemand die zich James Hunt noemde, anders had ik die naam genomen.
Het is uiteindelijk Ouw-Sjagerijn geworden omdat er ook de letter s in voorkwam.
Hahaha, lol, "ook de letter s..."
Mijn dag eindigt met een megalach op m'n nog jonge kop @Ouw, bedankt.
@Winti, inderdaad gave tijd. Hunt heeft trouwens ook nog ff nagedacht over een comeback maar wou toch liever de 45 halen...
* hoofd
James Hunt was alles wat de Me2 beweging niet is.
Ik ga dan toch voor James!
Leuk stukje maar ook wel erg geromantiseerd. James zijn zwarte kanten worden onderbelicht, hij had in de jaren 80 en begin 90 zware financiële problemen en was alcohol verslaafd. Niki Lauda gaf hem regelmatig geld zodat hij boodschappen kon doen. Op YouTube kan je zelfs een filmpje zien waarop James in november 1989 hardhandig de toegang wordt ontzegd tot een café omdat hij zich aggressief gedraagt. De beveiligers hadden niet eens door dat hij James Hunt was omdat James zo was verloederd. Pas in de laatste maanden van zijn leven maakte hij een mentale en lichamelijke ommekeer, helaas te laat.
Wat een kritiekloos gewauwel. Moet dit voor een profiel van de man doorgaan? Dit maakt een karikatuur van Hunt.
Je hebt wel min of meer gelijk @Thw, maar wat ik hierboven (als fan!) heb getypt klopt ook.
Maar er is inderdaad nog zoveel meer over Hunt te vertellen.
Een aanrader is daarom ook het boek “James Hunt, Against All Odds”.
Janes was vehalve een coureur met een groot hart een mooi persoon. Het is jammer dat we vaak veel te vroeg afscheid van dit soort karaktermensen moeten nemen.
Hoe goed was James Hunt nu eigenlijk t.o.v. Lauda? In het jaar dat Hunt kampioen werd, kwam dat volgens mij mede doordat Lauda door zijn ongeluk een paar races aan de kant stond. Maar Lauda was toch wel gewoon de betere van de twee?
Verder een prachtig flamboyant figuur hoor, en ik denk ook een hele snelle getalenteerde coureur. Maar kon hij Lauda wel echt aan?
Het seizoen waarin James kampioen werd staat me eigenlijk niet meer bij.
Als ik naar de film kijk wordt me wel duidelijk dat na 'n zenuwslopend seizoen Niki toch de betere was, hoewel James weergaloos kon racen.
Lokale tijd
Lokale tijd
Bahrain International Circuit - Wintertest
Ouw-sjagerijn
Posts: 15.519
James Hunt, de man die mij heeft doen besluiten om F1 liefhebber te worden.
1975 of 1976 zag ik 'n samenvatting op tv, en als jong ventje van 'n jaar of 16-17 werd ik fan.
Ik moest kiezen tussen meisjes, bier en m'n maten.........en het werd James en de F1.............achteraf 'n goede keuze.