Op de dag dat hij de eerste trainingsrondjes voor de Hongaarse Grand Prix draait, viert Fernando Alonso zijn verjaardag. De Spaanse coureur van het team Alpine, tweevoudig wereldkampioen in de Formule 1, mag vandaag (vrijdag) 41 kaarsjes uitblazen.
Over Alonso valt ontzettend veel te schrijven. Geen wonder, want hij komt al sinds zijn 19e uit op het hoogste niveau van de autosport. Alonso is zodoende de enige coureur in de geschiedenis van de Formule 1 die in zowel zijn tienerjaren als zijn twintigers, dertigers en veertigers aan de start verschijnt.
Iedere autosportliefhebber weet waartoe Alonso in staat is. Bewijsstukken zijn de twee F1-wereldtitels, de twee Le Mans-zeges en de Daytona-overwinning. Bovendien kwam de Spanjaard bijzonder goed voor de dag op Indianapolis en in de Dakar-rally. Wat menigeen weleens wil vergeten, is het feit dat Alonso met slechts elf puntjes meer een vijfvoudig wereldkampioen was geweest. GPToday.net stapt in een tijdmachine en mijmert over hoe het in een parallel universum had kunnen gaan.
Wereldtitel nummer 3: Formule 1-seizoen 2007
Bij het sluiten van de markt komt tweevoudig regerend wereldkampioen Alonso in 2007 precies twee puntjes tekort om de wereldtitel te veroveren. Goed, hij heeft maar één puntje achterstand op titelwinnaar Kimi Räikkönen, maar in het geval van een gelijkspel was de Fin ook kampioen geworden. Räikkönen heeft in 2007 immers zesmaal gewonnen tegen vier zeges van Alonso. Twee WK-puntjes zijn snel goedgemaakt.
Alternatieve wending
Denk aan de kwalificatie in Hongarije, waar Alonso staat te wachten tot hij weg mag rijden en zo wel heel toevallig Lewis Hamilton ervan belet zijn laatste snelle ronde te rijden. Het komt hem op een gridstraf van vijf plaatsen te staan. Vanaf startplaats zes zit er niet meer in dan een vierde plek aan de meet, waar een tweede binnen de mogelijkheden had gelegen zonder pitdrama. Of Fuji, waar Alonso van een tweede plaats van de baan schiet, crasht en moet opgeven. Acht punten foetsie.
Alonso’s grootste baalweekend vindt echter plaats in Canada. Waar Hongarije een tactisch spel blijkt en Japan het foutje dat eens kan gebeuren vormt, is de Wet van Murphy in Montréal van toepassing. Het begint nog zo goed: in beide vrijdagtrainingen topt de Spanjaard de tijdenlijsten. Alonso laat zich echter opnaaien doordat teammaat Lewis Hamilton poleposition pakt. In een poging zijn jonge collega direct bij de start te verschalken, vergaloppeert Alonso zich, waardoor hij de wagen beschadigt. Vanaf dat moment is het een gevecht tegen de bierkaai, welke Alonso op P7 besluit. Een conservatievere rit had hem hoogstwaarschijnlijk gewoon een tweede plek opgeleverd.
Wereldtitel nummer 4: Formule 1-seizoen 2010
Over de situatie van 2007 kan worden gezegd dat Hamilton eigenlijk de snellere was en Räikkönen de verstandigste, maar in 2010 is Fernando Alonso zichtbaar gegroeid. In diens eerste jaar bij Ferrari maximaliseert de Spanjaard, hij nadert de piek van zijn kunnen. Het team werkt mee: daar waar hij in 2007 totaal geen steun van McLaren kreeg, daar draait bij Ferrari alles om Alonso. Het mag niet baten. Een oerstomme strategie tijdens de slotrace in Abu Dhabi verpest alles en Alonso eindigt op vier punten achter wereldkampioen Sebastian Vettel.
Alternatieve wending
De meest eenvoudige alternatieve wending is door in Abu Dhabi niet direct te stoppen als Mark Webber naar binnen komt. Met een conservatieve pitstopstrategie had Alonso de tactiek van nummers één, twee en drie Sebastian Vettel, Lewis Hamilton en Jenson Button gekopieerd. Het was meer dan voldoende geweest voor een vierde plaats, wat hem twaalf in plaats van zes WK-punten en daarmee de wereldtitel zou hebben opgeleverd.
Alonso noteert twee DNF’s in 2010, waarbij eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de Maleisische en Belgische Grands Prix hem niet veel hadden geholpen: in beide wedstrijden valt hij uit vanaf een positie die niet afdoende was geweest om het kampioenschapsverloop te veranderen. De belangrijkste slag wordt, door eigen toedoen, verloren op Silverstone. Alonso haalt Kubica buiten baanlimieten in en vertikt het de vierde plaats terug te geven, waarop de Spanjaard een drive through krijgt. Wedstrijdleider Charlie Whiting besluit daartoe omdat hij zich niet serieus genomen voelt door Ferrari, nadat hij het team tweemaal heeft aangeboden niet over te gaan tot een straf als Alonso de plaats teruggeeft. Als Alonso zijn straf tot overmaat van ramp moet inlossen tijdens een Safety Car-fase, valt hij terug van P4 naar P16. Ironisch: Kubica valt uit. Meer dan een veertiende plaats aan de meet zit er niet in, twaalf punten weggegooid.
Wereldtitel nummer 5: Formule 1-seizoen 2012
Waar Alonso het in 2007 laat liggen omdat-ie zelf gepikeerd is en niet met voldoende verstand rijdt, daar heeft Ferrari het duidelijk laten liggen middels de calls in 2010. In beide jaren valt er wat voor te zeggen dat iemand anders met de titel aan de haal gaat: respectievelijk Räikkönen en Vettel scoren immers meer zeges. In 2012 komt Alonso zo krankzinnig dichtbij dat het eigenlijk een wonder is dat hij geen kampioen wordt. Alonso's prestaties zijn op zijn minst buitenaards te noemen, de Ferrari van 2012 is (zeker in de openingsraces) immers een rammelkar. Drie schamele puntjes komt Alonso tekort, met countback op overwinningen vier.
Alternatieve wending
De meest eenvoudige alternatieve wending vindt plaats als Bruno Senna in de openingsronde van de Braziliaanse Grand Prix kampioenschapsleider Vettel nét even iets harder raakt. Dat zou Vettel acht punten hebben gekost, ruim voldoende voor Alonso om de titel te grijpen.
In tegenstelling tot voorgaande jaren zijn er veel meer zaken die buiten Alonso’s schuld om plaatsvinden en hem duidelijk de titel kosten. Denk aan de gigantische startcrash op Spa-Francorchamps, waar Alonso vanaf startplaats vijf uit de race wordt geroeid door een overijverige Romain Grosjean. Of Suzuka, waar Alonso vanaf P6 een tik krijgt van Räikkönen en daardoor in de grindbak belandt. Het zijn Alonso’s enige twee uitvalbeurten in een bizar consistent seizoen. Had Alonso ergens een extra wereldtitel verdiend, dan was het in het Formule 1-seizoen 2012 geweest.
Werkelijkheid
Uiteindelijk is het zoals het is en zal het verleden niet veranderen. De tijd is voorbijgegaan zoals de tijd is voorbijgegaan en dat heeft Alonso twee felbevochten wereldtitels opgeleverd met Renault. Toch, op diens verjaardag is het leuk om eens te mijmeren over wat had kunnen zijn. Want één ding staat buiten kijf: Fernando Alonso is een verdomd goeie autocoureur.
Damon Hill
Posts: 19.051
Best vaak heb ik hier zelf een uitgebreide analyse over gedaan, en ik doe het graag weer. In mijn ogen zou Fernando Alonso namelijk een terechte 3-voudig wereldkampioen zijn. 3-voudig? Ja! Dus niet 2-voudig en ook niet 5-voudig. En dan gaat het inderdaad om de jaren 2007, 2010 en 2012.
2007:
Dit... [Lees verder]