In de Formule 1 is zeven het heilige getal. Michael Schumacher en Lewis Hamilton zijn beiden zeven keer wereldkampioen geworden – nooit won een coureur meer titels. Jarenlang was het na te streven getal echter niet zeven, maar vijf. Juan Manuel Fangio had in de jaren ’50 namelijk vijfmaal het Formule 1-wereldkampioenschap gewonnen en om hem te evenaren, moest een coureur vijf titels scoren.
Na Fangio was er een handvol coureurs die tot drie kampioenschapstitels reikte: denk aan Jack Brabham en Jackie Stewart, maar ook de Brazilianen Nelson Piquet en Ayrton Senna. Met zijn vierde wereldtitel in 1993 kwam Alain Prost dichtbij, maar daar hield het ook op: na ’93 hing Prost immers zijn helm aan de wilgen.
Als Schumacher in 2002 met overmacht zijn vijfde wereldtitel wint – de Duitser is dan 33 jaar oud – is het niet de vraag of, maar wanneer hij het zojuist geëvenaarde record van Fangio verbreekt. De Ferrari is oppermachtig en op Schumacher zelf zit amper sleet. Voor het Formule 1-seizoen 2003 is de Duitser huizenhoog favoriet, al vinden er op de achtergrond enkele kenteringen plaats. GPToday.net stapt in haar tijdmachine en vliegt negentien jaar terug.
Kimi en Juan Pablo
Waar Michael Schumacher twee jaar lang totaal geen tegenstand heeft vernomen – sorry, David Coulthard –, daar ziet hij voor het Formule 1-seizoen 2003 pardoes twee jonge sterren opstaan. Het zijn twee totaal tegenovergestelde types: de nuchtere Fin Kimi Räikkönen, die sinds een jaar de kleuren van McLaren vertegenwoordigd, en de temperamentvolle Colombiaan Juan Pablo Montoya, in dienst van Williams.
Räikkönen en Montoya geven de jaargang – en zodoende de Formule 1 – kleur. Want jarenlang dezelfde winnaar is misschien wel heel knap, maar ook bijzonder saai. De koningsklasse van de autosport heeft nieuwe uitdagers nodig en vindt die in de personen van Räikkönen en Montoya.
De Fin slaat als eerste toe: goed, bij de seizoensopener in Melbourne finisht hij áchter Montoya, maar dankzij een gedurfde inhaalmanoeuvre op niemand minder dan regerend kampioen Schumacher is het Räikkönen die in de schijnwerpers stapt. Als de McLaren-coureur op Sepang wint en na een week beraad een tweede plaats krijgt toebedeeld na de Braziliaanse Grand Prix, heeft hij een bijzonder gezonde leiding in de stand om het wereldkampioenschap opgebouwd.
Waar Räikkönen het hele jaar niet weer wint, maar met zeven tweede plaatsen überconstant blijkt, is Montoya de coureur met de hoge hoogten en de diepe dalen. In de straten van Monaco en op het bloedhete asfaltlint van de Hockenheimring is de kleine Colombiaan niet te stuiten, maar op het kletsnatte Interlagos laat hij zich kinderlijk foppen. Tot en met de Amerikaanse Grand Prix – de voorlaatste – bieden Räikkönen en Montoya regerend kampioen Schumacher een stevig duel.
Michelin versus Bridgestone
Waar Räikkönen en Montoya op kunnen teren, is hun bandenleverancier. Michelin heeft ten opzichte van het Formule 1-seizoen 2002 een gigantische stap voorwaarts gezet. Waar de Franse rubberproducent – teruggekeerd in 2001 – eerder vooral goede kwalificatiebanden aanbiedt, daar kan het in 2003 ook een zeer behoorlijk woordje meespreken in de wedstrijden.
Michelin is op haar best als de baantemperatuur omhoog schiet. Geen wonder dat Montoya op een bloedheet Hockenheim naar de overwinning schiet en Renault-coureur Fernando Alonso zich in de Hongaarse zomer tot jongste racewinnaar ooit kroont. Ook het bovengenoemde Sepang en het warme Magny-Cours blijken favorieten voor de Michelin-rijders.
Schumacher en Ferrari werken al jaar en dag met Bridgestone, waardoor zij aan de andere kant van de bandenoorlog plaatsnemen. Bridgestone voorziet naast Ferrari geen topteams, waardoor haar focus op de Italiaanse renstal is gericht. Het loont. Na het echec in Hongarije, waar winnaar Alonso regerend kampioen Schumacher genadeloos op een rondje achterstand rijdt, komt Bridgestone extra sterk uit de hoek. Dat de Amerikaanse Grand Prix verregent, is een geschenk uit de hemel: de regenband van Bridgestone is namelijk net iets beter dan die van Michelin.
Uiteraard ontstaat er de nodige commotie rondom de banden. Want waar winnaars zijn, bestaan ook verliezers. Bridgestone-teams tekenen beroep aan tegen de constructie van de Michelin-banden, die onder hoge druk en flinke temperaturen ietwat uitzetten. Een paar millimeter lijkt voor de leek geen verschil te maken, maar tijdens een driehonderd kilometer tellende snelheidsproef is het wel degelijk een grandioos verschil.
Suzuka
Na vijftien van de zestien wedstrijden heeft Schumacher, ondanks alle tegenslagen, zowaar een voorsprong van negen punten ten opzichte van naaste rivaal Räikkönen – het is 92 om 83. Montoya staat op exact tien punten, de score die een zege oplevert, maar gezien het hoge aantal overwinningen van Schumacher (zes) kan de Colombiaan met zijn twee zeges in het geval van gelijke stand zijn rivaal nimmer overtreffen.
Eigenlijk kan het niet meer misgaan voor Schumacher, maar dat zijn juist de meest gevaarlijke omstandigheden. Het moet namelijk nog wel even gebeuren. Als de aspirant-recordkampioen zich tijdens de kwalificatie vergaloppeert en niet verder reikt dan een veertiende plaats, worden er al een paar Ferrari-engineers nerveus. Hun enige hoop is dat Räikkönen de wedstrijd niet wint. Dat lijkt niet al te moeilijk: de Fin start namelijk vanaf P8. Bovendien mag Schumachers knaapje Rubens Barrichello vanaf poleposition vertrekken.
Waar Ferrari nog het meeste voor vreest, is een samenwerkingsverband tussen Williams en McLaren. Dat zit zo: Williams kan de constructeurstitel nog winnen, terwijl McLaren belang heeft bij de coureurskroon. Als Räikkönen de race wint, Williams met twee wagens op het podium eindigt en Michael Schumacher niet scoort, is Ferrari letterlijk alles kwijt.
Dat Montoya bij de start van de Japanse Grand Prix polesitter Barrichello de leiding ontfutselt, zit Ferrari daarom bepaald niet lekker. Zeker als Räikkönen zich rap naar voren wurmt – vijfde na drie rondjes – beginnen de Ferrari-teamleden aan oren en neuzen te frunniken. Een eerste opluchting volgt als Montoya zijn Williams met mechanische panne moet parkeren.
In het middenveld voert Schumacher een guerrillaoorlog. In rondje zes rijdt hij zijn eigen voorvleugel kapot na een wilde inhaalpoging op de BAR van Takuma Sato, later in de race staat hij eventjes overdwars bij de chicane en krijgt-ie een tik op het achterwiel van nota bene broer Ralf Schumacher. Het gaat niet van harte bij de veelwinnaar, maar het blijkt genoeg.
Als een dominante Barrichello na 53 raceronden als eerste over de eindstreep rijdt, is het wereldkampioenschap hoe dan ook een gedane zaak. Dat Räikkönen als tweede over de meet komt en Schumacher met de achtste plek nog één puntje scoort, doet er al niet meer toe. Michael Schumacher is wereldkampioen 2003 en verovert daarmee zijn zesde titel, een record dat hij zelf in 2004 zal verbreken en Lewis Hamilton in 2020 evenaart.
Damon Hill
Posts: 19.001
Het was het jaar 2003. Ik zat nog op de middelbare school en kon het altijd moeilijk verkroppen dat Michael Schumacher zo vaak won. Ik wist stiekem ook wel dat hij de beste was, maar er zat nog altijd een stukje "oud zeer" toen mijn jeugdheld Damon Hill in 1994 van de titel werd beroofd. Althans.... [Lees verder]