De meeste dromen zijn bedrog, maar de droom van Ross Brawn en Nick Fry staat nog altijd in de geschiedenisboeken beschreven als de grootste stunt van het eerste decennium van de 21ste eeuw. Twaalf jaar geleden completeerden Brawn Grand Prix, Jenson Button en Rubens Barrichello een droomjaar. GPToday.net blikt terug.
Het is 2008 en de wereld staat op haar grondvesten te schudden. De kredietcrisis houdt West-Europa en de Verenigde Staten in haar greep. Geld moet in alle haast worden bijgedrukt, banken vallen om en huizen staan figuurlijk onder water. Deze financiële nachtmerrie heeft zijn weerslag op de Formule 1. Grote fabrikanten kunnen de honderden miljoenen die zij jaarlijks tegen de koningsklasse aansmijten niet langer verdedigen.
Honda is het eerste team dat verdwijnt. Het Japanse merk trekt kort na de memorabele seizoensfinale van 2008, waarin Felipe Massa en Lewis Hamilton elkaar bestrijden en de laatstgenoemde ternauwernood aan het langste eind trekt, de stekker uit haar Formule 1-project. Geen wonder: Honda heeft twee jaar lang voor spek en bonen meegereden. Haar rijders, Button en Barrichello, ooit vaste podiumklanten, zijn verworden tot B-garnituur.
Hete winter
Het vijfhonderdkoppige personeelsbestand van het Honda Formule 1-team dreigt van de ene op de andere dag werkloos te worden – geen prettig voorzicht, kort voor de Kerst, in een tijd waarin het financiële bestel zware klappen krijgt. Honda’s Europese kopstukken – technisch directeur Ross Brawn en teambaas Nick Fry – zoeken haastig naar een oplossing. Er zijn potentiële investeerders, maar in hoeverre die te vertrouwen zijn, weet het Brits tweetal niet goed in te schatten.
Wekenlang hangt het zwaard van Damocles boven de Honda-fabriek in Brackley. Niemand weet of de renstal – in welke hoedanigheid dan ook – in het Formule 1-seizoen van 2009 aan de start zal verschijnen. In januari en februari van het nieuwe jaar zoemen geruchten als een bestemmingsloze zwerm bijen rond.
Het verdict luidt uiteindelijk als volgt: Brawn koopt het management van Honda uit voor het symbolische bedrag van één pond. Hij mag de door Honda ontworpen wagen voor 2009 gebruiken, maar krijgt geen fabriekssteun in de vorm van personeel of ander materiaal. Brawn zal dus zelf een motorleverancier moeten strikken. Om de boel draaiende te houden houdt Honda een potje van honderd miljoen pond achter – in Formule 1-taal een aalmoes om net niet kopje onder te gaan.
Empathie
Op 6 maart 2009 heeft Brawn de deal rond en is zijn eigen team een feit. De topontwerper, in het verleden verantwoordelijk voor titelwinnende wagens van Benetton en Ferrari, wil de Honda-fenix in eerste instantie graag tot Pure Racing dopen. Een deal met Mercedes verhindert dat plan. Het Duitse merk wil prima motoren leveren, maar kan de naam ‘Pure Racing – Mercedes’ niet verkopen aan haar topklant McLaren.
Zodoende zal het nieuwe team simpelweg als Brawn GP door het leven gaan. Om haar toetreding is het een en ander te doen – niet in de laatste plaats vanwege de entreegelden. Als Brawn van de honderd miljoen van Honda een significant gedeelte aan de FIA moet afdragen, zal het team halverwege het seizoen zonder centen zitten. In een zeldzame vlaag van empathisch denkvermogen scheldt de internationale autosportbond het entreegeld bij wijze van hoge uitzondering kwijt.
Voor het rijdersduo houdt Brawn vast aan het ervaren tweetal Button en Barrichello, waar met name de positie van de Braziliaan onder druk staat. Honda’s testrijder Bruno Senna wordt genoemd als eventuele vervanger, maar Brawn wil zijn langdurige relatie met Barrichello – die hij al kent sinds de Ferrari-dagen – niet schaden door hem op een uitdagend moment te dumpen. Bovendien heeft Barrichello een schat aan ervaring, die Brawns nieuwe team nog handig van pas kan komen.
Razendsnel
Op 17 maart wordt de inschrijving van Brawn GP officieel goedgekeurd, tien dagen later mogen Button en Barrichello al aan de slag tijdens de eerste trainingen voor de openingsrace in Australië. In de tussentijd heeft het duo razendsnelle rondetijden genoteerd tijdens de laatste wintertestdagen. Een stunt, zo oordeelt de media. Aanwezige teams krijgen het echter Spaans benauwd. Zelfs aan het begin van de langere runs is de maagdelijk witte wagen met de knalgele streep verwoestend rap.
Button en Barrichello rijden met de startnummers 22 en 23. Ongebruikelijk in een veld van twintig, maar het resultaat van de bureaucratische rompslomp die haar late entree heeft teweeggebracht. Toevalligerwijs is 22 ook het startnummer waarmee Hamilton in 2008 het wereldkampioenschap. Aanwezige journalisten grappen in Melbourne dat het wel heel bijzonder zou zijn, als het startnummer 22 in twee opeenvolgende jaren de wereldkampioen zou leveren.
Dat Brawn GP in de wintertests serieus snel was, wordt onderstreept in Melbourne. Button grijpt de poleposition, Barrichello sluit naast zijn Britse collega aan op P2. In de wedstrijd rijdt Button naar een eenvoudige zege, al moet gezegd dat het late ongeval van Sebastian Vettel en Robert Kubica hem bepaald geen windeieren legt. Hetzelfde incident bezorgt Barrichello, die kort voor tijd op de vierde plaats rondrijdt, zelfs P2. Brawn GP begint met een dubbelzege. Hoezo, sprookje?
Ontwikkelingsproblemen
Brawn GP’s grote snelheidsvoordeel kent haar oorsprong in de reglementswijzigingen voor 2009. Vanaf dat jaar wordt er namelijk gebruik gemaakt van wagens met (veel) minder aerodynamische foefjes, slicks, een als sneeuwschuiver ogende voorvleugel en een behoorlijk verkleinde achterspoiler. Ontwerper Brawn zelf heeft met de dubbele diffuser bovendien een gat in het technische reglement gevonden, waardoor Button en Barrichello in het voorjaar van 2009 nagenoeg onverslaanbaar blijken.
Als het Formule 1-circus naar Silverstone afreist voor het achtste treffen van 2009, beschikt Button – die liefst zes van de zeven voorgaande Grands Prix heeft gewonnen – over een grandioze voorsprong van liefst 26 punten ten opzichte van collega Barrichello en 32 op de eerste rivaal zonder Brawn GP-bolide, Red Bull-coureur Sebastian Vettel. Let wel: in die periode ontvangt een racewinnaar nog slechts tien puntjes en dus, met nog tien races voor de boeg, worden de woorden ‘wereldtitel’ en ‘Button’ regelmatig in dezelfde zin genoemd.
Aan de hegemonie van Brawn Grand Prix komt echter even snel als onverwachts een einde. In koudere omstandigheden komen kinderziekten bovengedreven en dus moet Brawn op zowel Silverstone als de Nürburgring Red Bull Racing voorlaten. Tot overmaat van ramp hebben Ferrari en McLaren, die in 2008 druk waren met de titelstrijd en zodoende op achterstand aan het nieuwe jaar begonnen, niet zulke ontwikkelingsproblemen als de leiders in het kampioenschap – zij kunnen immers oneindig veel centen uitgeven, waar Brawn op het potje van Honda teert.
Inhaalslag
Onder aanvoering van Vettel en Red Bull zet de concurrentie een weergaloze inhaalslag in. Vettel wint zelf op Silverstone en Suzuka, Webber zegeviert in Duitsland en Hamilton eist overwinningen op in Hongarije en Singapore. Kimi Räikkönen (Ferrari) rijdt als eerste onder het zwartwit-geblokt door op het circuit van Spa-Francorchamps. Barrichello’s overwinningen in Valencia en Monza gelden als doekje voor het bloeden, maar kunnen niet verhullen dat Brawn GP haar overmacht is verloren.
Vooral Button hobbelt achter de feiten aan. De gedoodverfde wereldkampioen raakt in een vormcrisis, doet vrijwel niets meer goed en mag in zijn handjes knijpen met een podiumplaats. Na die zes overwinningen uit zeven races doen zijn volgende prestaties bijzonder aan: zesde, vijfde, zevende, nogmaals zevende en uitgevallen. De concurrentie ruikt bloed.
Brawn’s geluk is de spanning vooraan. Red Bull kan niet constant grote puntenaantallen inlopen, omdat naast Ferrari en McLaren ook BMW Sauber en Toyota om de knikkers meespelen. Zelfs Force India (tweede in Spa, vierde in Monza) en Renault (derde in Singapore) snoepen puntjes mee. Zodoende behoudt Button zijn voorsprong. Na vijftien races heeft de Brit 85 punten, waar Barrichello’s teller op 71 staat en Vettel er over 69 beschikt.
We are the champions
Button kan zowel het rijders- als het constructeurskampioenschap beslissen in Brazilië, waar een vijfde finishplaats volstaat voor het kroonmoment. De dan 29-jarige coureur laat zich in een verregende kwalificatie echter wederom verrassen, waardoor hij slechts als veertiende aan de wedstrijd mag beginnen. Goed, Vettel heeft het met P17 nog slechter gedaan, maar Barrichello staat op poleposition. Het zou toch niet dat de eeuwige nummer twee er op het laatste moment met de glorie vandoor gaat?
Met een geïnspireerde inhaaljacht laat Button er geen gras over groeien: hij, en alleen hij, is de rechtmatige eigenaar van de Formule 1-wereldkampioenschapstitel van 2009. Links en rechts haalt de Britse coureur zijn tegenstanders in, om na 71 rondjes precies op plaats vijf over de meet te geraken. Barrichello – altijd pech voor thuispubliek – is dan al weggevallen, Vettels vierde stek is niet afdoende om het kampioenschap in leven te houden.
Als een valse kraai tettert Button het aloude ‘We are the champions’ van Queen over de boardradio. Het droomverhaal van Brawn Grand Prix wordt op 18 oktober 2009 gerealiseerd met titelwinst in beide kampioenschappen. Twee weken later mag Vettel de slotrace in Abu Dhabi winnen en betreedt Button, verlost van de druk om kampioen te worden, zowaar nog eens het podium. Kort later verkoopt Brawn zijn inboedel aan Mercedes en wordt het meest succesvolle team van het tweede decennium van deze eeuw geboren. Maar dat is weer een ander verhaal…
Damon Hill
Posts: 19.004
"Het gaat écht gebeuren! Nee, ze zijn echt heel goed!"
"Nee Damon, het is maar testen, die tijden zeggen helemaal niets!"
"Maar kijk hoe goed die Brawn op de weg ligt, niet normaal!"
"Je geloofd in sprookjes Damon."
We gaan even terug naar de winter van 2009 toen ik met open mond keek naar de B... [Lees verder]