Max Verstappen werd wederom wereldkampioen, George Russell en Carlos Sainz boekten hun eerste Grand Prix-zeges en uiteindelijk wist Charles Leclerc ternauwernood de tweede plaats in het eindklassement bij Sérgio Pérez weg te houden. Het verloop van het Formule 1-seizoen 2022 is bekend, maar wat gebeurde er buiten de koningsklasse? In de rubriek ‘ook dit was 2022’ belicht GPToday.net verhalen van buiten de Formule 1.
Marcus Thorbjörn Ericsson rijdt vanaf 2014 tot en met 2018 in de Formule 1 en in die tijd weet de Zweed weinig potten te breken. Een brokkenpiloot is-ie ook niet, maar van een leien dakje gaat het allerminst. Teaminterne duels van Felipe Nasr, Pascal Wehrlein en Charles Leclerc verliest Ericsson dik, en zelfs als enduranceheld André Lotterer één keer mag komen opdagen rijdt de Belgische Duitser zijn Zweedse concurrent in kwalificatietrim terug naar Kumla.
Nee, een daverend succes is het koningsklasseverblijf van Ericsson, die overigens over een goedgevulde portemonnee beschikt, zeker niet. Zodoende besluit de Zweedse coureur aan het einde van 2018 zijn conclusies te trekken en naar de Verenigde Staten te verkassen. Ericsson waagt een sprong in het diepe door te gaan racen in de zeer competitieve IndyCar Series.
Kinderziekten
Het eerste jaar van Ericsson Stateside is niet heel bijzonder. Hij hobbelt een beetje in het middenveld rond, al rijdend voor Schmidt Peterson Motorsports – het team dat een groot gedeelte van haar inkomsten vergaart via de Honda-centen die James Hinchcliffe meebrengt en zodoende de wagen van de Canadese coureur voorrang geeft over die van haar betalende Zweedse debutant.
In zeventien wedstrijden – waarvan Ericsson er zestien rijdt, aangezien hij de race in Portland mist omdat-ie op stand-by moet staan bij Alfa Romeo voor een zieke Kimi Räikkönen – rijdt de nieuwbakken IndyCar-coureur slechts driemaal richting de top tien. De tweede wedstrijd op het Belle Isle Park in Detroit is bij uitstek zijn beste van het seizoen, want in de krappe straten van de grootste stad van Michigan rijdt-ie naar een puike tweede stek.
Totaal rampzalig is zijn eerste IndyCar-jaar niet, maar tegelijkertijd wordt er door niemand over nagepraat. Ericsson krijgt het in de winterpauze voor elkaar om een wagen van het vermaarde Chip Ganassi Racing te veroveren – de Zweedse chocolatier Huski legt een miljoenenbedrag neer zodat haar landgenoot kan instappen.
Quantumsprong
Na dat onzichtbare eerste seizoen zet Ericsson zowaar een mooie stap voorwaarts, als hij bij Ganassi rijdt. In het door de pandemische maateregelen gekortwiekte seizoen 2020, waarin veertien wedstrijden worden verreden, rijdt Ericsson negenmaal naar een finishpositie binnen de top tien. Op Road America wordt-ie keurig vierde, in Mid-Ohio komt de Zweed als vijfde over de streep en op de short oval van Gateway finisht Ericsson op dezelfde positie.
Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Ericsson voor het seizoen 2021 een quantumsprong voorwaarts zet. Niet langer is hij het grijze muisje dat af en toe een sloot puntjes meeneemt, maar een gewaardeerde kracht in de voorste regionen van de subtop. Tijdens een chaotische eerste wedstrijd op het Belle Isle Park in Detroit raast Ericsson naar voren, om zijn allereerste IndyCar-race te winnen. Later in de zomer scoort hij een tweede podiumplaats dankzij P2 op Mid-Ohio, om direct daarna in Nashville wederom een race te winnen. De manier waarop is tekenend voor Ericssons raceloopbaan.
De Ganassi-coureur rijdt in de beginfase van de wedstrijd zijn voorvleugel krom op de achterkant van zijn directe concurrent, puur vanwege onoplettendheid. Na een ongeplande pitstop en op gigantische achterstand werkt Ericsson zich met uitgestoken ellenbogen naar voren, om al profiterend van de vele neutralisaties in Crashville pardoes als eerste over de eindstreep te jakkeren. Ericsson eindigt dankzij zijn twee zeges op een keurige zesde plek in het eindklassement.
Grootste zege
Ericsson heeft zijn visitekaartje afgegeven, al is er niemand die serieus rekening met hem houdt. Ganassi heeft immers Scott Dixon en regerend kampioen Álex Palou binnen de gelederen, en ook ovalspecialist Jimmie Johnson rijdt voor het team van Chip. Ericsson start met een hoopgevende derde plaats op de speedway van Texas – ovalrijden begint een specialiteit van hem te worden – en tijdens de totaal verregende Indianapolis GP op het infield van de legendarische oval wordt hij vierde.
Voor de Indianapolis 500 kwalificeert Ericsson zich achter Dixon, Palou en Rinus VeeKay op een vierde positie. Toch wordt de voormalig Formule 1-coureur nimmer genoemd tussen het rijtje favorieten voor de eindzege. De wedstrijd komt echter in rap tempo zijn kant op. VeeKay wordt gekweld door een kapotte versnellingsbak, waardoor hij hard tegen de muur klapt. Palou moet tanken als de pits officieel dicht is en wordt daarvoor bestraft, Dixon krijgt een doorrijstraf wegens te hard rijden in diezelfde pitstraat.
Zodoende ligt de weg open voor Ericsson om de grootste zege van zijn loopbaan te veroveren. De op dat moment 31-jarige coureur moet echter wel zijn ogen op de weg houden en zijn concentratie bij het uitvoeren van de juiste handelingen in de wagen. Van de tweehonderd omlopen leidt-ie er ‘slechts’ dertien, maar van die dertien wel de meest belangrijke: de allerlaatste, waarin de finishvlag wordt vertoond.
Even lijkt de zege Ericsson nog te ontglippen. Na een laat ongeluk van teammaat Johnson besluit de wedstrijdleiding tot het tonen van de rode vlag, waarop de wedstrijd kort voor het sluiten van de markt en het kronen van een winnaar nog eventjes wordt stilgelegd. De spanning stijgt tot haast ondraagbare hoogten: Ericsson heeft met het jonge Mexicaanse toptalent Pato O’Ward, veteraan Tony Kanaan en de voor zijn contract vechtende Felix Rosenqvist drie bijzonder hongerige coureurs in zijn rug.
Kort nadat de groene vlag wordt gezwaaid probeert O’Ward het buitenlangs bij de eerste bocht, maar Ericsson geeft geen krimp en houdt z’n rechtervoet stijf naar beneden. De Mexicaanse aanval wordt zodoende afgeslagen en de Ganassi-coureur bouwt zowaar een klein voorsprongetje op, waardoor O’Ward geen effectief gebruik van de slipstream kan maken. Met ruim anderhalve seconde voorsprong op zijn directe concurrent komt Ericsson jubelend over de finishlijn.
Zesde
Na die wonderzondag in Indianapolis tekent zich het gebruikelijke beeld weer af. Ericsson is een vaste subtopper, finisht op zijn geliefde Road America weer op het podium en rijdt voor de rest voornamelijk toptienfinishes bijeen. In Detroit is-ie zevende, op Mid-Ohio zesde en in Toronto zelfs vijfde. Daarna volgt een verzameling van net-nietjes – achtste, zesde, elfde, uitgevallen, zevende, elfde en negende.
Aan het einde van het seizoen prijkt Ericssons naam wederom bij de zesde plek in het klassement, al is dat in 2022 vooral te danken aan de dubbele punten die worden uitgereikt bij de Indianapolis 500. Marcus Ericsson zal waarschijnlijk nooit worden herinnerd als de beste coureur aller tijden, maar The Greatest Spectacle in Racing heeft-ie maar mooi gewonnen – en terecht.
Pietje Bell
Posts: 28.428
Shrek
Please laat dat soort slap ge%*#^ hier achterwege. Djiezus..
==================================
Zelf lees je hier enkel mee @Shrek en plaatste je de afgelopen
15 maanden 14 berichten.
Misschien zou je eens kunnen beginnen om zelf fatsoenlijke berichten te plaatsen ipv enkel kritiek en ... [Lees verder]