De Tyrrell P34 was de enige zeswieler die ooit op een F1-grid stond. Hieronder de geschiedenis van de beroemde zeswieler.
Patrick Depailler a bordo en Mónaco con el Tyrrell P34, uno de los autos más fascinantes jamás creados en la historia de la F1.
— El Mejor del Resto 🏁 (@elmejordelresto) July 25, 2023
El cockpit sin protecciones, para ver todo el trabajo del piloto. Una belleza!#F1 #Monaco #Tyrrell pic.twitter.com/8cz3RnelYP
Eind jaren '60 boog Tyrrell's chef ontwerper Derek Gardner zich over het hele concept van een Formule 1-bolide en haar vier wielen. Hij zat niet zozeer met de vraag hoeveel wielen een Formule 1-auto nodig had, maar vroeg zich wel af of vier wielen de ultieme vorm was. Gardner had namelijk een probleem.
In 1969 waren de meeste constructeurs overgestapt naar vierwielaandrijving. Cosworth introduceerde namelijk de DFV (double four valve), een motor welke bekend stond om haar voordelige vermogen/gewichtsverhouding. Deze motor maakte het voor klanten mogelijk om vierwielaandrijving toe te passen zonder de bolide fors op gewicht te brengen.
Lotus, Matra en McLaren ontwikkelden ieder hun vierwielaangedreven wagens. Gardner zag in dat dit systeem de auto's aan de voorkant zwaar maakte, wat zorgde voor buitenproportioneel veel onderstuur in de bochten. De hoge voorbanden zorgden voor zóveel opwaartse druk, dat de vierwielaandrijving zijn functie snel verloor.
Wat te doen? Gardner streek langs zijn kin bij de gedachte aan vier voorwielen, kleiner van formaat om ondanks de minimalisatie van de opwaartse druk genoeg rubber op de weg te houden om snel door de bocht te komen. Tyrrell Project 34 was geboren.
Een zeswieler met vier voorwielen waarvan de achterste vooras de vierwielaandrijving zou vormen. Het project kwam niet van de grond door de ontwikkeling van aerodynamica. Echter, Derek Gardner zou halverwege de jaren '70 het stof van het project blazen en de P34 alsnog tot leven wekken.
De Tyrrell P34
De Tyrrell P34 maakte haar debuut in 1976 aan het begin van het Europese theater in Jarama, Spanje. Begin jaren '70 was het team van Ken Tyrrell toonaangevend op het gebied van techniek en veiligheid. Jackie Stewart won in 1971 en 1973 de titel. Derek Gardner zag echter in dat Formule 1 auto's erg instabiel werden aan de voorkant en kon niet ontkennen dat de Cosworth DFV haar beste tijd achter zich had liggen:
"Het produceerde nog steeds dezelfde pk's die hij altijd had, of zelfs iets meer, maar met het succes van de Ferrari, het mogelijke succes van motoren zoals Matra of wie dan ook die langskwam met een platte 12-, V12- of 12-cilinder wat dan ook, je wordt hopeloos overklast. Ik wilde een grote doorbraak maken."
In september 1975 werd het prototype in London gepresenteerd aan de pers, waarbij Frank Williams zijn kaak van de vloer moest rapen, zo vertelt men. Tyrrell was met Goodyear de samenwerking aangegaan om hen de 10'' inch voorbanden aan te leveren. Over het algemeen deed de P34 het meer dan uitstekend. Hoewel veelvoudig uitgevallen bleek de theorie van Gardner te kloppen en zorgde de vermindering van opwaartse druk op de voorkant voor een hogere topsnelheid.
In 1976 werd het team derde bij de constructeurs na vijftien podiums, waaronder een magnifieke dubbel in Zweden. Hoewel in 1977 nog drie podiums werden behaald bleek het concept niet meer mee te kunnen draaien.
Het hoge gewicht van de vooras vormde een probleem, evenals de slechte ontwikkeling van de voorbanden (deze werd door Goodyear zelf stopgezet). Gardner probeerde meer grip te forceren door de spoorbreedte aan te passen, maar daarmee staken de banden buiten de voorvleugel waarmee het aerodynamische voordeel teniet werd gedaan.
Aan het eind van 1977 werd de P34 aan de kant gezet.
March was zeer geïnteresseerd in het project van Tyrrell. Teammanager Max Mosley zag er tevens potentieel in, hoewel meer commercieel van aard dan een daadwerkelijk prestatiegerichte innovatie. Het kon een echt show-piece worden en daarmee sponsoren aantrekken.
March zat medio 1970 immers om financiële middelen verlegen. Ontwerper Robin Herd ging aan de slag, nam een oudere March 761 en monteerde zo goedkoop mogelijk een tweede as.
De internationale pers smulde van het ontwerp en de March haalde dan ook meer dan eens de voorpagina van autosport magazines. Een rijdbare versie werd in december 1976 getest. In 1977 testte Ian Scheckter op Silverstone de 2-4-0 in volledige Rothmans livery. Hoewel Scheckter zwaar onder de indruk was van de tractie bleek de 2-4-0 niet vooruit te branden in de bochten.
De ontwikkeling werd stopgezet en de March heeft nooit een race gezien. Qua publiciteitsstunt was het echter een succes. Net zo'n interessant ontwerp was de Ferrari 312T6, waarbij het cijfer zes uiteraard op de hoeveelheid wielen wees.
In maart 1977 spotte de pers op Fiorano een vreemd ontwerp met zes wielen waarbij de vier achterwielen op de enkele as naast elkaar werden geplaatst.
Niki Lauda hield de lippen stijf op elkaar en nadat Carlos Reutemann er een zwaar ongeluk mee beleefde een paar maanden later, werd het project in de koelkast gezet.
Wat nu precies de reden was achter het ontwikkelen van de Ferrari 312T6 is onduidelijk gebleven. Of het een publiciteitsstunt was kunnen we niet met zekerheid vaststellen.
Later zou Ferrari zelfs met de werkelijkheid aan de haal gaan door een foto te publiceren waarop Clay Regazzoni op Fiorano in actie te zien is in een achtwielige(!) 312.
Echter, dit was duidelijk een stunt, want op de betreffende foto is goed te zien hoe de auto stilstaand is gefotografeerd met een extra wiel geplaatst achter de voor- en de achteras.
Een veel serieuzere gooi naar een racewaardige zeswieler was de Williams FW08, ontworpen door Patrick Head in 1981. De FW08 volgde hetzelfde 2-4-0 principe als March eerder al deed, maar door een hoger budget en meer technische kennis kon de FW08 ontwikkeld worden tot een volwaardige grand prix-auto, betrouwbaar en snel.
Het grote voordeel van de twee achterassen was het feit dat de luchtstroom over de achterwielen minder werd verstoord dan met de hogere en bredere achterwielen gebruikelijk was. Deze verstoring was problematischer met achterwielen dan met voorwielen, hetgeen Tyrrell poogde te elimineren.
De Williams was bovendien van oorsprong al erg licht (ver onder het minimum voor Formule 1-wagens) waardoor het extra gewicht geen groot probleem was. De auto werd tevens ontworpen met het oog op ground effect, welke met het 2-4-0 systeem een voordeel had omdat het de oppervlak van de bodemplaat vergrootte alsmede het voorgenoemde effect.
De auto bleek tijdens tests in 1983 serieus snel te zijn. Echter, toen Williams de auto in 1984 wilde laten debuteren deed de FIA de zeswieler in de ban en was ook vierwielaandrijving niet meer toegestaan.
Al sinds het eerste Formule 1-kampioenschap in 1950 heerste er felle concurrentie tussen coureurs. Zeker telkens wann...
Max Verstappen en Lando Norris zijn al jaren goede vrienden, maar moesten het dit seizoen voor het eerst tegen elkaar...
Het team van Ferrari kende dit jaar een goed seizoen in de Formule 1. Het Italiaanse team werd tweede in het construc...
Het Formule 1-seizoen kwam vorige week ten einde in Abu Dhabi. Na 24 raceweekenden mochten de coureurs eindelijk op v...
Mattia Binotto is sinds augustus 2024 de Chief Operating Officer en Chief Technical Officer bij het team van Sauber. ...
Kijk nou eens @De Zeswieler, eat your heart out!
Je meej sfeer hè!😃
Mooi stukje historie over een bijzondere ontwikkeling. Jammer dat de 6-wieler door FIA in de ban is gedaan. Ben toch wel benieuwd hoeveel potentieel erin had gezeten.
Aangenaam! 😄
Dat waren nog eens tijden, onbeperkte budgetten, onbeperkte engineering.
Nauwelijks aerodynamica, waardoor de ontwerpen veel verder uiteen liepen...
James Hunt was geen 'rokkenjagende coureur' @Snork, hij had aan elke vinger tien hitsige dames...
Alan Jones testte er eind 1980 mee en gaf (vreemd genoeg) aan weinig verschil te merken tussen 4 of 2 achterwielen. Zijn interview is terug te vinden op YT.
correctie: Jones testte er eind 1981 mee. Frank Williams wilde hem verleidden tot het tekenen van een nieuw contract maar Jones was het vele reizen en de spanning van F1 coureur zijn helemaal zat. Heimwee naar het mooie weer in Australië speelde ook een grote rol.
Wat is er trouwens ooit met die F1 3-wieler gebeurd?
Hoe zou een Zeswieler eruit zien (concept vd P34) als ie met de technologie van nu ontworpen zou worden? Stel dat de Haas ineens vier kleinere voorwielen had (en dat dat mocht) en extra dikke sloffen achter.. Hoe zou dat eruit zien? Ik probeer het in deze tijd te plaatsen maar da’s lastig. Merk ik.
Lokale tijd
Lokale tijd
Bahrain International Circuit - Wintertest
De Zeswieler
Posts: 7.307
Aangenaam! 😄