Lewis Hamilton wordt met zijn sensationele overstap de twaalfde Brit die uitkomt voor de legendarische Scuderia. Elf gingen hem voor. GPToday.net zet ze op een rij.
Peter Whitehead
De allereerste coureur uit het Verenigd Koninkrijk die mocht rijden voor Ferrari was Peter Whitehead. De amateurcoureur kocht een Grand Prix-auto van Enzo Ferrari. De Brit spoot hem over in British Green. Helaas kwam Whitehead niet verder dan een inschrijving voor de Zwitserse Grand Prix in 1950 en keerde na een mislukte kwalificatie weer naar huis.
Hawthorn, Collins & Brooks
Waar Whitehead via de achterdeur verdween, schitterde landgenoot Mike Hawthorn in het scharlaken rood. De ‘Farnham Flyer’ kwam in 1953 bij Ferrari en maakte meteen indruk met een overwinning in de Franse Grand Prix van dat jaar, door één van de grootsten aller tijden, Juan Manuel Fangio, te verslaan. Na een tweede zege in 1954 en wat losse succesjes, kon Hawthorn in 1958 meedoen om de wereldtitel. In de laatste race versloeg hij landgenoot Stirling Moss om het kampioenschap.
Ferrari was blijkbaar erg gecharmeerd van de Britten, want in de jaren '50 waren nog meer eilanders actief voor het roemruchte Italiaanse merk. Peter Collins kwam naar de Scuderia in 1956. De coureur deed gelijk mee om de titel, maar offerde zijn eigen ambities op voor de onbetwiste Fangio. Collins gaf in Monza zijn auto aan Fangio, waardoor de Argentijn in de race bleef om de titel en die uiteindelijk ook won. In 1958 verrichte Collins nog een goede daad door Moss van zich af te houden om de zege en punten af te pakken dat de latere wereldkampioen en teammaat Hawthorn goed uitkwam. Een paar weken later stierf Collins op de Nürburgring terwijl hij achter Tony Brooks aan zat.
Diezelfde Brooks reed ook voor Ferrari, een jaar later. Nadat Hawthorn omkwam bij een auto-ongeluk en zijn team Vanwall ophield te bestaan kwam er onbedoeld de mogelijkheid om voor het team uit Maranello te rijden. Overwinningen op Reims en de Nürburgring brachten hem in de titelstrijd, maar besloot in de slotrace de pits in te rijden na een touché. Het leven was meer waard dan een wereldkampioenschap, vertelde Brooks later.
Cliff Allison was de teamgenoot van Brooks in 1959, maar zijn veelbelovende carrière liep op een trieste wijze ten einde. Na een knappe tweede plaats in Argentinië, werd hij In Monaco uit de wagen geslingerd en stond een jaar aan de kant. In 1961 keerde hij terug in een privéwagen van Lotus, maar brak beide benen. Einde verhaal.
Vier jaar later kwam John Surtees naar het team in 1963. De coureur die als enige in de belangrijkste motorklasse en in de Formule 1 wereldkampioen werd. Het verhaal bij Ferrari was geen succes ondanks enkele zeges en een constructeurskampioenschap. Tussen hem en de teamleiding boterde het niet en Surtees vertrok met veel frustratie uit Maranello na 1966.
Mike Parkes
Mike Parkes stond in de schaduw van Surtees, maar zette zichzelf in de spotlight bij Ferrari in 1967. Met overwinningen buiten het kampioenschap op de Silverstone International Trophy en in Syracuse in '67 leek een gouden toekomst in het vooruitzicht. Maar net als landgenoot Allison zorgde een crash ervoor dat zijn loopbaan als coureur abrupt tot een einde kwam.
Een minder bekende Britse Ferrari-coureur was Jonathan Williams. Hij nam deel aan een Grand Prix in 1967 voor de Scuderia, die van Mexico. Voornamelijk reed Williams in de sportwagenracerij. In Mexico werd hij achtste, wat toendertijd geen punten opleverde.
Derek Bell tekende in 1968 voor de Formule 2-tak van Ferrari, maar werd opgeroepen voor de niet-kampioenschaps F1-race, de Oulton Park Gold Cup, en maakte vervolgens zijn wereldkampioenschapsdebuut voor het team in Monza. In 1969 mocht Bell nog drie keer opdraven, maar een verder F1-avontuur met Ferrari bleef uit. In 1970 kwam hij voor de Italiaanse renstal wel uit in sportwagens.
Lange tijd reed er geen Brit voor Ferrari totdat Nigel Mansell in 1989 het team vergezelde nadat hij gefrustreerd bij Williams vertrok. Grote successen bleven uit voor Mansell door betrouwbaarheidsproblemen. Toch werd de Brit op handen en voeten gedragen door de tifosi. Hoewel hij in twee seizoenen elf keer op het podium eindigde en in totaal drie keer won, besloot hij in 1991 terug te keren naar Williams om een jaar later wereldkampioen te worden. Droom uitgekomen.
De laatste Brit was Eddie Irvine die voor Ferrari uitkwam. In 1996 werd de Noord-Ier als tweede rijder gecontracteerd naast wereldkampioen Michael Schumacher. In 1999 deed Irvine onverwacht mee om de titel nadat Schumacher beide benen brak in Silverstone en concurrent Mika Häkkinen veel fouten maakte en pech kende. In de slotrace won de Fin alsnog de titel en Irvine werd vice-kampioen. In 2000 verkaste Irvine naar Jaguar en werd vervangen door Rubens Barrichello.
Lewis Hamilton wordt dus de twaalfde Brit in dienst van de Scuderia. Of het een sprookjeshuwelijk wordt, is afwachten.
Rimmer
Posts: 12.375
We gaan het zien. Ik vind het wel mooi. Lewis geeft zichzelf helemaal bloot en Charles is een prachtige maatstaf. Geen excuses. Plusje voor Lulu. +